Spreekbeurt over Armoede in Brazilie

ARMOEDE IN BRAZILIË.

Deze spreekbeurt werd gemaakt door Anne-Laurien

ARMOEDE IN BRAZILIË

Hallo jongens en meisjes,

Ik houd mijn spreekbeurt over Armoede in Brazilië. Dat doe ik omdat mijn zus in Brazilië heeft gewerkt met straatkinderen en kinderen uit de sloppenwijken. Dat alles heeft ze in de stad Rio de Janeiro gedaan. Rio de Janeiro is een grote stad in Brazilië. Maar het is niet de hoofdstad van Brazilië. Voordat ik verder ga vertellen, noem ik eerst even de hoofdstukken op:

  1. Brazilië
  2. Rio de Janeiro
  3. Kinderen in de favela’s
  4. Straatkinderen
  5. Stichting Timonis

Hoofdstuk . Brazilië

Brazilië is een heel groot land. Nederland kan er wel ong. 220 keer in! Brazilië ligt in het werelddeel Zuid-Amerika. In Brazilië heb je veel natuur. Je hebt zo ook de amazone. Dat is een heel groot tropisch regenwoud. En ook niet zomaar een regenwoud, nee dit regenwoud is wel 7 miljoen km2 groot! Daarmee is het dan ook het grootste regenwoud ter wereld. Maar de amazone ligt niet helemaal in Brazilië. Het ligt ook in de andere landen (bord). De hoofdstad van Brazilië is Brasilia. Brasilia is de hoofdstad van Brazilië sinds 1950. Dat is dus nog niet zo heel lang. Je hebt nog een grote stad in Brazilië. Dat is Sao Paulo. In deze stad wonen ong. 17 miljoen mensen! Dat is dus nog meer dan in heel Nederland! Je zou je dan bijna niet kunnen voorstellen dat deze nu grote stad, vroeger ooit een klein stadje geweest was. Maar het is wel zo. Sao Paulo werd opgericht in 1554 en tot 1870 was het nog maar een klein ombekend stadje, maar daarna is het gegroeid tot een wereldstad! Als je in Sao Paulo rond zo lopen, zou je niet zoveel oude gebouwen zien. Dat komt omdat alles nog vrij nieuw is. En wist je dat er zelfs een stadje in Brazilië is geweest die nog van de Nederlanders zijn geweest? Deze stad heet Salvador. In Brazilië is de hoofdtaal Portugees. Daarnaast spreken sommige mensen nog Engels. In Brazilië betalen de mensen met Reals. In Brazilië worden ook veel dingen zoals sieraden met de hand gemaakt. Het materiaal waar ze de sieraden mee maken is vaak bamboe of hout. Ik zal jullie wat laten zien.

Hoofdstuk 2. Rio de Janeiro

Zoals ik al zei is Rio de Janeiro niet de hoofdstad van Brazilië. Maar het is wel een onwijs grote stad. Als je van hier naar Utrecht zou rijden, is dat toch nog wel eventjes rijden, tenminste dat vinden wij, de mensen hier in Nederland. Maar daar in Rio de Janeiro, vinden ze dat het heel dicht bij elkaar ligt! Want Rio is namelijk nog veel en veel groter!

Het verkeer in Rio de Janeiro is niet zoals wij dat kennen. Ze kriskrassen hier allemaal door elkaar, maar het gaat toch vaak nog goed! De bussen rijden hetzelfde. Ook gewoon met een snelle vaart erin. De natuur in Rio de Janeiro is buitengewoon mooi! Want vlak bij Rio de Janeiro heb je de suikerbroodberg. Dat is een hoge berg, vlak buiten Rio de Janeiro. De berg is niet heel bijzonder, maar het uitzicht wat je vanaf die berg hebt is wel heel bijzonder! Je ziet dan de stad liggen, met daar naast de zee. Want nog een bijzonderheid aan Rio de Janeiro is, is het Christusbeeld. Dit beeld is enorm groot! Het is wel 38 meter hoog, en het weegt wel 1.145 ton! Kun je nagaan hoeveel dat is? Middenin Rio de Janeiro heb je ook een heel groot natuurpark. In dat natuurpark lopen allerlei aapjes en dieren rond. Je hebt daar ook het beroemde strand Copacabana. Maar naast dat allemaal, heb je ook het trieste in de stad. Aan de ene kant zie je de hoge en mooie flats, maar aan de andere kant van die flats zie je de favela’s. De favela is een ander woord voor sloppenwijk. In Rio de Janeiro zijn wel 600 sloppenwijken! In Rio de Janeiro word ook veel met drugs gehandeld. Vaak zie je dat in van die sloppenwijken.

Hoofdstuk 3. Kinderen in de favela’s.

De kinderen in de favela’s zijn arm. Ze gaan vaak wel naar een school. Dat zijn staatscholen. De familie hoeft dan heel weinig te betalen. Maar de kinderen krijgen dan ook geen goed onderwijs. De meeste kinderen hebben geen vader of moeder meer. Dat komt vaak omdat de vader of moeder dan in een drugsbende heeft gezeten. Maar meestal hebben de kinderen geen vader meer. Of hebben ze nog wel een vader, maar woont die niet meer bij zijn gezin. Vaak hebben ze nog wel een moeder. Dan gebruiken ze zelf heel veel drugs, maar ze handelen ook veel in drugs. Ze hebben de mensen die in zo’n drugsbende zitten maar 3 jaar gegeven. De meeste kinderen worden ook helemaal verwaarloosd. Ze krijgen geen aandacht en liefde meer. Hoe het komt? Omdat de ouders dan vaak in een drugsbende zit. Ze gebruiken dan dus ook heel veel geld. En dan heeft de rest van het gezin geen eten of geen kleren meer. De moeders hebben soms nog wat werk. Maar dat gebeurt niet vaak. De moeders zitten maar wat buiten en de kinderen spelen gezellig met elkaar. Ik heb nu al heel wat vertelt over de mensen in de favela’s. Maar hoe zien die favela’s er dan eigenlijk uit? Ik zal het proberen om het je te vertellen. Als allereerste is het er een groot zooitje. Scheve krotjes van hout, bamboe en golfplaten staan tegen elkaar gedrukt. Het stinkt er heel erg, want ze hebben geen toilet. Er is ook geen douche of kraan om water te halen. Dus moet je dat maar uit een riviertje halen. Soms is er in een favela wel een kraan. Maar dat is ook niet een altijd even goede kraan. De krotjes zien er vanbinnen ook vies en klein uit. Maar er is 1 ding wat je in alle krotjes tegen zal komen. Een grote breedbeeldtelevisie! Dat moeten ze hebben! Ze vinden het leuk om gewoon televisie te kijken, maar ook dat ze het hebben zodat ze toch nog iets hebben wat waarde heeft. Zo is het ook met een mobiele telefoontje. Maar voor de rest zijn de krotjes maar armoedig. Ze hebben een paar matjes waar ze met het gezin op kunnen slapen, ze hebben nog iets van een kooktoestel, en heel soms nog een oude stoel, maar meer is het ook niet. Er zijn veel organisaties die in die favela’s helpen. Zo is er ook de stichting Timonis. Voor die stichting heeft mijn zus vrijwilligerswerk gedaan. Stichting Timonis geeft bijvoorbeeld clubs in 2 favela’s. In de favela Manguinhos en in de favela Pedra Lisa. Dat is voor de kinderen uit die favela. De kinderen krijgen dan eerst een Bijbelverhaal te horen, en dan gaan ze daarna wat knutselen, kleuren of een spelletje. De kinderen daar vinden klapspelletjes bijvoorbeeld heel leuk. Ze kennen daar ook bingo!

Hoofdstuk 4. Straatkinderen

Je zult het vaak meemaken als je in de stad Rio de Janeiro loopt, dat je een straatkind tegenkomt. Of misschien wel meerdere. In heel de stad Rio de Janeiro lopen straatkinderen. In de stad Rio de Janeiro lopen zo’n ongeveer 100.000 straatkinderen. In heel Brazilië leven er ongeveer 7 miljoen straatkinderen. Deze straatkinderen hebben vaak allemaal geen huis meer. Ze leven in een kartonnen doos, of ze leven onder een brug. Ze zijn vaak wel met een groepje. Bijna alle straatkinderen in Rio de Janeiro hebben een lijmpotje om hun nek. Dat is niet gewone lijm. Dat is lijm om te snuiven. Dus eigenlijk gewoon drugs. De kinderen voelen dan hun honger en hun verdriet niet zo goed. Straatkinderen hebben heel vaak nog een vader of een moeder in een favela wonen. Maar ze willen dan niet meer in zo’n favela wonen, ze gaan de straat op en worden straatkind. Soms gaan ze dan nog een keer bij hun vader of moeder kijken, en dan gaan ze daarna weer de straat op. Maar de meeste kinderen hebben gewoon geen vader of moeder meer. Straatkinderen in Rio de Janeiro worden ook heel vaak beschuldigd van dingen. Zo gebeurd het ook wel is, dat er iemand bijwijze van spreken zijn portemonnee kwijt is, en die gaat naar de politie. De politie gaat dan verschillende straatkinderen langs. Dan moet degene die zijn portemonnee kwijt is, zeggen of een van die kinderen het gedaan heeft, is dat zo, dan moet diegene mee naar het bureau. Hebben ze het gedaan? Dan ziet het er niet erg goed voor ze uit. Hebben ze het niet gedaan, dan mogen ze weer vrij. Maar die politieagenten die zetten die kinderen dan af in een gevaarlijke favela, en dan worden ze vaak alsnog doodgeschoten. De straatkinderen moeten als ze aan eten willen komen, vaak stelen of ze moeten het uit een vuilnisbak halen.

Hoofdstuk 5. Stichting Timonis

Stichting Timonis is de organisatie waar mijn zus mee mee is gegaan. In Brazilië heet het Timonis, maar in Nederland heet de organisatie Jafet. De organisatie is opgericht door Janneke en Fernando Galvaõ-Hulst. Janneke is een Nederlandse vrouw die eerst een gewone juffrouw was. Daarna is ze gestopt als leerkracht, en heeft ze zich ingezet voor de kinderen in Rio de Janeiro. Eerst deed ze met een andere organisatie mee, daarna heeft ze een eigen organisatie opgezet. In 1998 is ze met de Braziliaanse Fernando getrouwd, en is ze met hem verder gegaan met de organisatie. De organisatie geeft clubs in 2 favela’s. Dat zijn Pedra Lisa en Manguinhos. Ze geven aan verschillende leeftijden club. Daarnaast werken ze ook nog met straatkinderen. Ze gaan naar een bepaald kruispunt, en dan komen de kinderen vanzelf wel. Ze eten eerst wat, en daarna vertellen ze in het kort een Bijbelverhaal. Dat doen ze met behulp van plaatjes. Dan mogen ze nog wat kleuren. En je zult het niet geloven maar ook straatkinderen van 15 jaar kleuren nog gewoon mee! En dan is het afgelopen. Weet je waarom ze eerst wat eten met elkaar? Dat doen ze omdat als jij zegt tegen die straatkinderen dat ze elke vrijdag naar een kruispunt moeten komen om daar naar een Bijbelverhaal te luisteren, dan hebben ze daar geen zin in, maar zeg jij dat ze dan eten krijgen, dan komen ze waarschijnlijk wel. Wil je meer weten? Kijk dan eens op:

www. jafet.nl

Dit was mijn spreekbeurt. Zijn er nog vragen?