Deze spreekbeurt werd gemaakt door Marcel van Heerdt.
Ik ga mijn spreekbeurt houden over badminton.
Ik heb het onderwerp gekozen omdat ik het een leuke sport vind waar ik al 4 a 5 jaar op zit.
In mijn spreekbeurt ga ik het houden over :
- De geschiedenis
- Wat heb je voor badminton nodig
- Het speelveld
- De spelregels
- De training
- De wedstrijden
- De Nederlandse Kampioenschappen
De geschiedenis :
Badminton komt uit het land India. Vroeger werd het spel Poona genoemd. Waarschijnlijk was het genoemd naar de stad Poona. In Engeland werd in 1873 het spel ook al gespeeld op het landgoed van de hertog van Beaufort. De naam van het landgoed was badminton. Zo is dus naam badminton ontstaan. Uit oude schilderijen blijkt dat mensen uit andere landen het spel ook al speelde. Ken Davidson een bekende Afrikaanse badmintonner die had zich in geschiedenis van badminton verdiept. Hij kwam erachter dat het spel al veel eerder in Engeland werd gespeeld. Maar in Frankrijk kenden de mensen het spel ook al eerder. In frankrijk noemden zij het spel ‘Jeu de Longue plume’.
(HET PLAATJE AAN DE KLAS LATEN ZIEN!!!!!!!!!!)
Wat heb je voor badminton nodig :
Om te kunnen badmintonnen heb je nodig :
- Een racket
- Een shuttle
- Kleding en
- Goede sportschoenen
Het racket :
Natuurlijk heb je voor badminton een racket nodig om mee te slaan. De meeste rackets worden gamaakt in fabrieken in China, Taiwan en in Sri Lanka. Alleen Yonex heeft nog fabrieken in Japan waar zij hun rackets maken. Zo ziet een racket eruit :
( AAN DE KLAS LATEN ZIEN !!!!!!!!!! )
Het blad is bespannen met snaren van Nylon dat is een soort kunststof. Het racket moet aan allerlei dingen voldoen want het blad mag niet langer dan 28 centimeter zijn en mag niet breder dan 22 centimeter zijn. Je hebt verschillede merken maar de twee bekendste merken zijn Yonex en Carlton. Maar en zijn natuurlijk nog veel meer merken. Vroeger speelde de mensen altijd met houten rackets maar tegenwoordig wordt er alleen nog maar met kunststof rackets gespeeld.
De shuttle :
Ook heb je bij badminton een shuttle nodig. Je hebt twee soorten shuttles namelijk : veren-shuttles en gewone plastic-shuttles. Zo ziet een veren-shuttle eruit.
( AAN DE KLAS LATEN ZIEN!!!!!!!!!!!)
Bij een veren-shuttle worden er zestien eende-of ganzeveren naast elkaar in een rond kurkje gestoken. De veren worden dan met stevig touw goed bij elkaar vast gebonden zodat ze niet los gaan. De plastic shuttles zijn natuurlijk van plastic gemaakt. De plastic-shuttles heb je in twee kleuren namelijk in het geel en in het wit.
( AAN DE KLAS LATEN ZIEN!!!!!!!!!! )
Maar je speelt niet altijd met dezelfde shuttles want bij een andere temperatuur horen ook andere shuttles want als het 19 tot 29 graden is dan word er met langzame shuttles gespeeld en die herken je aan hun groene lintje. Als
Het 22 tot 11 graden is dan word er met iets snellere shuttles gespeeld en die herken je aan hun blauwe lintje. En vanaf 21graden dan word er met hele snelle shuttles gespeeld en die herken je aan hun rode lintje. Maar zelf speel ik meestal met langzame shuttles.
De kleding :
Vroeger moesten de mensen in een wedstrijd altijd witte kleding dragen maar tegenwoordig is dat niet meer. Want kan je gewoon een kort broekje of rokje met een T-shirt dragen. Ook heb je nu een traIningspak die je na de training aan kan doen want dan blijven je spieren goed warm. Onze vereniging die heeft dan geen eigen trainingspak maar wel een apart trui en die ziet er zo uit :
(AAN DE KLAS LATEN ZIEN!!!!!!!!!! )
Ook heeft onze vereniging een apart broekje en T-shirt en die zien er zo uit:
(AAN DE KLAS LATEN ZIEN!!!!!!!!!! )
De schoenen :
Het is erg belangrijk om goede schoenen te hebben. Want het moet de goede maat zijn en je moet er soepel in kunnen bewegen. Onder de schoen moet eigenlijk een speciaal rondje zitten dat noemen we een draaipunt.
(AAN DE KLAS LATEN ZIEN!!!!!!!!!! )
Want als er een draaipunt onder je schoen zit dan kan je makkelijker met je voet draaien. Ook moet je altijd je veters goed strikken want anders kan je voet dubbel gaan.
Het speelveld:
Badminton word in een zaal gespeeld en op een badmintonbaan. Op de helft van de baan hangt een net. Een badmintonbaan is ongeveer twee keer zo lang als breed de baan is namelijk 13,40 meter lang en 6,10 meter breed. Zo ziet ongeveer een badmintonbaan eruit.
(OP HET BORD DE LIJNEN EN ZO UITLEGGEN!!!!!!!!!!)
De spelregels :
Als eerst is de service bij badminton erg belangrijk. Je serveert goed als je de shuttle onderhands en schuin serveert. Bij het enkelspel zijn de belangrijkste spelregels : Elke speler heeft een service. Er wordt alleen van vak gewisseld als er wordt gescoord. Bij het dubbelspel zijn de belangrijkste spelregels : Iedere partij heeft twee service beurten. De service wordt schuin geslagen. En er wordt alleen van vak gewisseld als jij of je partner een punt scoort. Als je allebei je service hebt gehad dan gaat de service over. Je scoort zelf alleen als je tegenstander de shuttle mis slaat of uit slaat. Maar de shuttle is ook uit als je hem tegen de muur of tegen het plafond slaat. En als de shuttle twee keer door je tegenstanders word geraakt dan heb je ook een punt.
De training :
Als je goed wil leren badmintonnen dan moet je veel trainen. Voor je met een training begint moet je eerst een goede warming-up doen. Een warming-up bestaat uit allerlei loop oefeningen. Dat doe je om je spieren goed warm en soepel te maken. Als je klaar bent met de warming-up dan ben je eigenlijk pas met echt badmintonnen bezig. Als eerst moet je dan inslaan dat doe je door je tegenstander een beetje te laten lopen. Je hebt allemaal verschillende oefeningen namelijk : Je moet goed leren plaatsen, onderhands en bovenhands slaan, de backhand onderhands en bovenhands, hardslaan, zachtslaan en het voetenwerk. Voetenwerk is eigenlijk om goed te leren hoe je je op de baan moet bewegen.
(TUSSENDOOR DE OEFENINGENEN LATEN ZIEN AAN DE KLAS!!!!!!!!!! )
Je traint meestal een uur en in dat uur doe je zulk soort oefeningen. Ook doe je vaak een wedstrijd in de training dat doe je om te leren hoe je in een echte wedstrijd moet spelen. Na de training hoort een cooling-down dat doe om je spieren weer af te laten koelen.
De wedstrijden :
Je hebt verschillende soorten wedstrijden je hebt namelijk : dames-enkel dat is een vrouw tegen een vrouw, heren-enkel dat een man tegen een man, dames-dubbel dat is twee vrouwen tegen twee vrouwen, heren-dubbel dat is twee mannen tegen twee mannen en je hebt gemengd-dubbel dat is een man en een vrouw tegen een man en een vrouw. Voor de wedstrijd begint is er een soort loting ook wel de “toss” genoemd dit doe je door de shuttle omhoog te gooien en naar wie het dopje van de shuttle wijst die persoon mag beslissen of die wil beginnen met de service of hij mag kiezen aan welke kant hij wil beginnen. Bij dames-enkel speel je tot de elf punten en bij de andere wedstrijden speel je tot de vijftien punten. Je speelt altijd twee of drie sets. Want als een persoon beide sets wint dan hoef je geen derde set maat win je allebei een set dan moet je wel een derde set. Bij dames-enkel moet je bij 6-6 van speel helft wisselen en bij de andere wedstrijden is dat bij 8-8 dat is omdat het licht aan de ene speelhelft misschien beter is. Als het bij dames-enkel 10-10 staat dan mag er verlengt worden door de persoon die de service niet heeft. En bij de andere wedstrijden mag je verlengen bij 14-14 en bij allebei mag je met drie punten verlengen. Ook is er een competitie dan moet je allemaal wedstrijden met je team spelen tegen teams van andere verenigingen.
De Nederlandse Wedstrijden
De Dutch Open is een Nederlandse Kampioenschap.
Op 20 oktober is Dutch Open weer geweest, maar ik ben er niet geweest.