Spreekbeurt over Bosnië-Herzegovina

Bosna i Hercegovina

deze spreekbeurt werd gemaakt door Alen

Bosna i Hercegovina

Dit land is de laatste jaren slechts in verband gebracht met oorlog en ellende, maar wat veel mensen niet weten is dat dit prachtige land veel te bieden heeft

Bosnië-Herzegovina ligt in het zuid-oosten van Europa. Het land grenst in het noorden, het westen en het zuiden aan Kroatië (lengte: 931 km), in het oosten aan de Unie van Servië en Montenegro (lengte: 625 km), waarvan 375 km aan Servië en 249 km aan Montenegro. In het zuiden heeft het land 21,2 kilometer kustlijn rond de badplaats Neum, tevens de enige directe uitweg naar zee. Door deze corridor wordt de zuidelijkste Kroatische provincie en de stad Dubrovnik van de rest van Kroatië gescheiden. De noordelijke grens met Kroatië is een natuurlijke grens, en wordt gevomrd door de rivier Sava, de noordwestelijke grens met Kroatië door de rivier de Una. Delen van de oostelijke grens (met de Unie Servië-Montenegro) worden gevormd door de rivier de Drina. Afgezien van de eerder genoemde korte kustlijn, is de rest van de grens een ‘landgrens’. De oppervlakte van Bosnië-Herzegovina bedraagt 51.129 km2, en herbergt ongeveer 3,5 miljoen inwoners. Heel grofweg ingedeeld heten het noordelijke deel en het westelijke deel van het land Bosnië (genoemd naar de rivier Bosna), het oostelijke en zuidelijke deel Hercegovina (een Herceg is een oude benaming voor een vorstelijke titel, vergelijkbaar met ‘hertog’.)
Het noorden van het land ligt in de Sava-vallei en is, net als het aan de overzijde van de grens gelegen Kroatische Slavonië, overwegend vlak. Het oosten van het land is voornamelijk bergachtig. In het zuidoosten, op de grens met Montenegro bevindt zich de hoogtste berg van het land, Maglić (2386 meter). Ook rond Mostar in het zuiden en de hoofdstad Sarajevo bevinden zich toppen van ruim 2000 meter. Vanwege de ligging is het gebied rondom Sarajevo erg sneeuwzeker. Verder liggen in de zuidwesten aan de grens met Kroatië de Dinarische Alpen met toppen van gemiddeld 1500 meter.

Het Land

Bosnië-Herzegovina is sinds 1992 een onafhankelijk land, lid van de Verenigde Naties, en veel andere internationale organisaties. Sinds het verdrag van Dayton in 1995 een einde maakte aan de burgeroorlog is het land politiek gezien verdeeld in 2 entiteiten en 1 district. Op de kaart hiernaast zijn de belangrijkste plaatsen in het land en de entiteitengrens aangegeven. Door deze verdeling zijn er politiek en administratief gezien meerdere niveau’s.

1. De Republiek Bosnië-Herzegovina

Dit is het land zoals het algemeen bekend staat, en zoals het is “aangemeld” bij internationale organisaties als de VN, zoals het wordt vertegenwoordigd bij bv. sportevenementen en het songfestival.
De hoofdstad is Sarajevo, in het oostelijke deel van het midden van het land.
Bosnië-Herzegovina heeft een parlementaire democratie, een meerpartijenstelsel. Aan het hoofd staat een presidium met 3 leden: Een Moslim, een Serviër en een Kroaat. Zij worden elke 4 jaar direct gekozen door het volk. Daarnaast kiest het volk 2 jaar 42 leden (28 uit de Federatie, 14 uit Srpska) voor het Huis van Afgevaardigden, tenslotte kiezen de Federale Huis der Volkeren en de Nationale Assamblee van Srpska elke 2 jaar 15 leden voor het Huis der Volkeren (5 Moslims, 5 Serviërs en 5 Kroaten).
De feitelijke macht ligt echter bij de 2 entiteiten die het land opdelen. Zo zijn er ook 2 legers, en heeft elke entiteit eigen vlaggen, volksliederen en zelfs paspoorten

2. De Federatie Bosnië en Herzegovina

Sinds het verdrag van Dayton is dit de federatie van Moslims en Kroaten. In de praktijk wonen de bevolkingsgroepen sinds de oorlog niet echt door elkaar, afgezien van de grotere plaatsen.
De Federatie omvat ongeveer 51% van het totale grondgebied van Bosnië-Herzegovina. Grofweg het westen, zuidwesten, zuiden en midden van het land. Naast de landelijke hoofdstad is Sarajevo ook voor een deel de hoofdstad van de Federatie. (een deel van Sarajevo behoort tot de Servische entiteit Republika Srpska)
Politiek en economisch gezien leunt dit deel veel op buurland Kroatië. De Federatie is administratief verdeeld in kantons:

  1. Una – Sana
  2. Posavina
  3. Tuzla
  4. Zenica-Doboj
  5. Bosanska Podrinje
  6. Srednja Bosna (Midden-Bosnië)
  7. Hercegovina-Neretva
  8. Zapadna-Hercegovina (West-Herzegovina)
  9. Sarajevo
  10. Zapadna Bosna (West-Bosnië)

Sarajevo

De landelijke en Federale hoofdstad (ongeveer 350.000 inwoners) ligt vlak bij de bron van de rivier de Bosna, waar het grootste deel van het land naar genoemd is, maar de rivier die door de stad stroomt is de Miljacka. Sarajevo is een verbastering van het Turske woord Saray, dat paleis betekent. Sarajevo betekent zoveel als “van het paleis”.
Deze stad met veel bezienswaardigheden heeft veel te lijden gehad van de burgeroorlog van 1992-1995. Ingesloten door bergen was de stad een doelwit voor scherpschutters.
Sarajevo kreeg, naast deze gebeurtenissen, 2 maal eerder wereldbekendheid: In 1914 toen Gavrilo Princip de Oostenrijkse troonopvolger Franz Ferdinand doodschoot (hetgeen de aanleiding was tot de 1e wereldoorlog), en in 1984 toen de stad gastheer was voor de Olympische Winterspelen.
Door de ligging in het binnenland en tussen de bergen zijn deze bergen erg sneeuwzeker, hetgeen de omgeving zeer geschikt maakt voor wintersport.
De laatste jaren maakt Sarajevo een steeds grotere groei door op het gebied van festivals en congressen. Ook komt het toerisme langzamerhand op gang.

Mostar

Mostar was in het oude Joegoslavië een bekende toeristische attractie: De oude Turske brug van Mostar was wereldberoemd, evenals de eeuwenoude binnenstad. In 1993 is de brug door Kroatische troepen verwoest en ligt er slechts een noodbrug over de Neretva.
Mostar is de hoofdstad van het kanton Hercegovina-Neretva, en vervult daarmee een belangrijke administratieve functie in het zuiden van het land. Sinds de oorlog is de stad verdeeld door de Neretva in een Moslim-deel en een Kroatisch deel

3. De Servische entiteit (Republika Srpska)

De Republika Srpska vormt met ongeveer 49% van het totale grondgebied van Bosnië-Herzegovina de rest van het land (m.u.v. Brčko). Het overgrote deel van de bevolking bestaan uit Serviërs, met name in de grote plaatsen wonen ook nog Kroatische en Moslim-minderheden. De hoofdstad van Srpska is Banja Luka, een stad in het noorden van het land op ongeveer 30 kilometer van de grens met Kroatië. Srpska is in 2 delen verdeeld: Het noordelijke gedeelte (tegen de Kroatische grens), en het oostelijke gedeelte tegen de Servische grens. De ‘knip’ zit in het distrikt Brčko, zodat Srpska over plm. 10 kilometer onderbroken wordt.
Srpska leunt economisch gezien veel op buurland Servië.
In Srpska kiezen inwoners, naast de eerdergenoemde president, en de Huizen op landelijk niveau, hun eigen parlement, de Nationale Assamblee. De 83 leden worden elke 2 jaar gekozen.

Srpska bestaat uit 7 regio’s, die echter administratief zijn, en niet te vergelijken met de kantons uit de Federatie.

Banja Luka (noord)
Doboj (noord)
Bijeljina (oost)
Vlasenica (oost)
Sokolac (oost)
Srbinje (oost)
Trebinje (oost)

Geschiedenis

Datum/Periode Wat gebeurde er?)
de 5e eeuw Het gebied behoort tot 450 n.C het Romeinse rijk. Na het uiteenvallen van het Romeinse rijk, loopt de grens van de overblijfselen van het Westelijke Rijk en Byzantium (Ooostelijke Rijk) door het gebied van het tegenwoordige Bosnië-Herzegovina. De 2 rijken en hun opvolgers betwisten het gebied.
de 7e eeuw De eerste Slaven betrekken het gebied vanuit het Noord-oosten, en vormen diverse graafschappen en hertogdommen
de 9e eeuw Rond deze tijd ontstaan 2 nieuwe koninkrijken: Servië in het oosten en Kroatië in het westen.
plm. 1200 – 1389 Bosnië wordt geregeerd door edelen van het koninkrijk Hongarije, dat intussen ook heerst over het naburige Kroatië. Bosnië zelf is intussen een koninkrijk geworden. In het land zijn 3 religies: De Rooms-Katholieken, de Oost-Orthodoxen en een lokale Bosnische kerk (die rond de 16e eeuw verdwijnt. Geen van drieëen heeft een overweldigende meerderheid, een reden waarom veel Bosniëers later zich eenvoudig tot de Islam bekeren
1389-1463 De slag van Kosovo-polje (merel-veld). De oprukkende Ottomanen (Turken), verslaan in een poging de Balkan te veroveren het Servische koninkrijk. Dit heeft enkele volksverhuizingen tot gevolg: Veel Serviërs vluchten naar Bosnië toe. Albanezen trekken het leeggeraakte Kosovo binnen, en de islam wordt daar de voornaamste religie.
Bosnië kan de Turkse legers nog lang buiten houden, maar in 1463 wordt ook Bosnië-Herzegovina een deel van het Ottomaanse rijk. (Eyalet Bosna)
1463-1878 De islam wordt de belangrijkste godsdienst in Bosnië, en de Turken oefenen veel invloed uit op het dagelijks leven, op de taal en de architectuur. Ondanks deze overheersing, is er in bepaalde mate van godsdienstvrijheid, zodat er minderheden blijven bestan die katholiek of Servisch-orthodox blijven. Toch bekeren veel mensen zich tot de islam, omdat dat in die periode veel voordel biedt. Daarom blijft Bosnië een multi-etnische staat, met de islam als belangrijkste godsdienst. Er breekt een tijd aan van vrede, maar vooral van economische voorspoed: Er is veel handel met de rest van het Ottomaanse rijk, maar ook met Venetië en Dubrovnik. De Turken sluiten een deal met Dubrovnik: In ruil voor een uitgang naar zee, beschermen de Turken Dubrovnik tegen Venetië. Deze uitgang heet Neum, en zorgt er tegenwoordig nog altijd voor dat Dubrovnik en omgeving door Neum wordt gescheiden van de rest van Kroatië.
Eind 19e eeuw proberen de grote mogendheden van Europa op dat moment (Duitsland, Oostenrijk-Hongarije) om de macht van het rijk te breken. Het lukt niet geheel, maar omdat ook het Turkse leger verzwakt raakt, wordt er in 1878 in Berlijn een akkoord gesloten: Geen oorlog, maar Bosnië komt onder Oostenrijks-Hongaars gezag te staan, en buurlanden (o.a. Servië) krijgen onafhankelijkheid.
1878-1914 Bosnië-Herzegovina wordt een provincie van het Oostenrijks-Hongaarse keizerrijk. Het land wordt direct ‘verbouwd’ volgens de dan heersende kolonisatiementaliteit: Scholen, wegen en spoorlijnen worden gebouwd. Aan de andere kant, emigreren veel moslims naar het oosten, naar gebieden die nog onder het Ottomaanse rijk vallen, om de onzekere toekomst te ontlopen. Andere volkeren en religies krijgen daardoor meer macht. Met name Serviërs proberen de macht van het rijk te doorbreken, en meer invloed in deze provincie te verkrijgen.
28 juli 1914 De troonopvolger van het Oostenrijk-Hongaarse keizerrijk, Frans Ferdinand, bezoekt Sarajevo met het oog de spanningen te verminderen. In de stad wordt hij doodgeschoten door een Servische nationalist die bang is voor de Oostenrijks-Hongaarse aanspraken op Servië, Gavrilo Princip. De spanningen in Europa ontladen zich, Oostenrijk-Hongarije verklaart de oorlog aan Servië waardoor een ketting reactie ontstaat aan oorlogsverklaringen en de 1e Wereldoorlog een feit is.
1918 Na het einde van de 1e Wereldoorlog houdt het Oostenrijks-Hongaarse keizerrijk op te bestaan. De provincies Slovenië, Kroatië, Bosnieë-Herzegovina, en het koninkrijk Servië met Montenegro en Macedonië worden samengevoegd tot het Koninkrijk der Serviërs, Slovenen en Kroaten, in 1923 wordt dit omgedoopt tot Koninkrijk Joegoslavië. Het schiereiland Istrië en delen van het huidige Slovenië komen onder Italiaans bewind.
Hoewel er ook op dat grondgebied gevochten is, is er relatief weinig schade, en pakt met het leven zo snel mogelijk weer op. De nieuwe koning preekt verzoening tussen de volkeren van Joegoslavië, maar gedraagt zich steeds dictatorialer. Het komt tot bewegingen tegen de koning, en zelfs tot moord in het Franse Nice. Door de wereldwijde ontstane crisis groeien de nationalistische en communistische bewegingen
1941 De 2e Wereldoorlog bereikt ook Joegoslavië met Duitse bombardementen op Belgrado. Joegoslavië wordt verdeeld onder de Duiters, Italianen en Bulgaren. Zowel in Kroatië (geleid door Pavelić) als in Servië (geleid door Mihailović) worden fascistische, pro-Duitse regimes geïnstalleerd. Deze regimes gaan hard tekeer tegen politieke tegenstanders in concentratiekampen. Vooral zigeuners, joden en, afhankelijk van het gebied, Serviërs en Kroaten moeten het ontzien. Moslims in Bosnië worden gedoogd: Ze worden, afhankelijk van onder welk regime men valt, ingedeeld als “islamitische” Serviër of Kroaat. Al gauw leidt tot verzet van zowel andere extremistische groepen als communisten
29 november 1943 De communistische partizanen, een van de succesvolste guerillalegers, opereert vanuit de binnenlanden van Bosnië. Hun leider, Josip Broz Tito, roept op deze datum de Federatieve Volksrepubliek Joegoslavië uit in het Bosnische Jajce. Van daaruit vecht het leger zich tegen de Duitse en Italiaanse bezetter op een steeds groter wordend grondgebied.
1945-1980 Na het einde van de oorlog ligt Joegoslavië in puin. Tito wordt behalve leider van de communisten ook leider van het land. Allereerst met een streng communistisch regime (voornamelijk om nationalistische tegenstellingen de kop in te drukken), maar nadat in 1953 een hongersnood dreigt, gooit hij het roer om, breekt met Stalin en de Sovjet-Unie, en gaat zich meer op het westen richten. Ook wordt de vrijheid van meningsuiting verder uitgebreid. Doordat dit communistisch land zich zo op het westen richt, komt Joegoslavië in deze Koude Oorlog tussen de 2 vuren in te zitten, hetgeen resulteert in flinke bewapening door beide partijen: Joegoslavië wordt een van de beste bewapende staten ter wereld.
Het land verandert zijn naam in Socialistische Federatieve Republiek Joegoslavië
Met de opkomst van het toerisme in het algemeen profileert Joegoslavië zich als vakantiebestemming. Veel mensen gaan naar de kusten van Kroatië, Slovenië en Montenegro, maar ook het binnenland van Bosnië met veel ongerepte natuur en oude steden krijgt veel aandacht. Door deze toestroom en de handel met het westen, bloeit de Joegoslavische economie op, en wordt het land relatief welvarend. Ook Bosnië-Herzegovina profiteert ervan door middel van een verbetering van infrastructuur (asfaltering van wegen, verbetering van spoorlijnen).
In 1974 voert Tito een grondwetswijziging door, die de Servische provincies Kosovo-Metohija en Vojvodina autonomie geeft, en de Bosnische moslims als aparte bevolkingsgroep erkent.
4 mei 1980 In een ziekenhuis in Ljubljana overlijdt Tito. Hij wordt in Belgrado begraven. Omdat er geen goede opvolger is, is er door hem nog voor zijn dood een presidium ingesteld, dat bestaat uit 8 vertegenwoordigers van alle republieken en provinciëen dat het land moet gan leiden.
1984 Joegoslavië en Bosnië-Herzegovina in het bijzonder worden wereldnieuws als in Sarajevo de Olympische Winterspelen worden gehouden in de stad en de bergen eromheen.
2e helft jaren 80 Ook Joegoslavië wordt getroffen door de wereldwijde economische crisis. Als gevolg hiervan, brokkelt het gezag in Belgrado langzaam af (geholpen door de politiek ontwikkelingen in Oost-Europa), en krijgen nationalistische enb seperatistische stromingen meer en meer de overhand in alle republieken.
1990 Bij verkiezingen wordt Alija Izetbegović gekozen tot president, en zijn moslim-partij SDA tot regeringspartij van Bosnië-Herzegovina
26 juni 1991 Slovenië en Kroatië roepen op deze datum hun onafhankelijkheid uit. Als reactie daarop valt het Joegoslavische leger deze republieken binnen. In Slovenië duurt de actie nog geen 14 dagen, maar in Kroatië barst deze in alle hevigheid los. Gesteund door nationalistische Servische bewegingen die alle Serviërs willen herenigen in een groot-Servië, bevechten Servische inwoners van Kroatië de nieuwe staat, en richten hun eigen staat op: Srpska Krajina. Het leger gebruikt bases vanuit Bosnië (dat dan nog tot Joegoslavië behoort), voor aanvallen op Kroatië: Zo wordt Trebinje gebruikt voor mortieranvallen op Dubrovnik.
Hoewel het lang goed gaat, komt het ook in Bosnië-Herzegovina steeds meer tot etnisch geweld.
5 april 1992 Izetbegović roept de onafhankelijkheid uit, uit angst voor overheersing vanuit buurland Joegosalvië. Vele tienduizenden Moslims, Kroaten en Serviërs gaan die dag in Sarajevo de straat op, om te demonstreren tegen oorlog en het etnisch geweld in het land. De demonstratie wordt uiteengeslagen door Servische knokploegen, later door scherpschutters, geholpen door troepen van het Joegoslavische leger dat zich in de bergen romdom Sarajevo heeft verschanst. Dit is de aanzet tot de burgeroolog. Als enkele maanden later de Serviërs in het land zich met de Republika Srpska afscheiden van de rest, is de tweedeling en de frontvorming een feit. De hoofdstad van Srpska wordt het dorpje Pale, niet ver ten oosten van Sarajevo, de eerste president is Karadžić
De burgerloorlog leidt niet alleen tot vele slachtoffers en kapotgeschoten huizen, maar ook tot ‘etnische’ zuivering: Mensen van een andere afkomst worden gedwongen om te verhuizen uit het gebied, of in kampen gestopt. Ook zijn er gebieden waarin Moslims tegen Kroaten vechten (in sommige gevallen wordt een van beiden gesteund door Serviërs). In het noordwesten van het land breekt onder Fikret Abdić een opstand uit, tegen Izetbegović, en zo wordt er ook door Moslims onderling gevochten. In het zuiden tenslotte roepen de Kroaten eenzijdig hun eigen republiek Herceg-Bosna uit. met als uiteindelijk doel aansluiting bij Kroatië. In 1995 wordt deze onder druk van de VN weer opgeheven, en weer bij Bosnië-Herzegovina gevoegd.
Wel ontbrandt er in Srpska nog een machtsstrijd: Het oostelijke deel is conservatiever, het noordelijke wat toeschietelijker m.b.t. de vrede. Uiteindelijk krijgt het noordelijke deel de overhand, en wordt de hoofdstad verplaatst van Pale naar Banja Luka.
1995 In 1995 wordt er na vele onderhandelingen, waarbij ook de Kroatische president Tuđman en de Servische president Milošević betrokken zijn, het verdrag van Dayton gesloten. Dit verdrag verenigt de Moslims en Kroaten in een Federatie, terwijl de Serviërs wel hun eigen deelrepubliek Srpska houden. De frontlijn wordt een inter-entiteitengrens, en in de komende paar jaren verdwijnen langzermhand de controleposten, zodat conform het verdrag, vrij verkeer tussen de entiteiten normaal wordt. Ook wordt de infrastructuur (zoals wegen, maar ook communicatie) langzaam hersteld tussen de entiteiten en in het land zelf.
Eveneens in dit jaar (augustus) start het Kroatische leger een offensief om Serviërs te verjagen uit Krajina en uit Slavonië/Baranja. Tijdens deze operatie “Oluje” (Tornado), vluchten veel Serviërs naar Srpska, iets wat de stabiliteit van de regio niet ten goede komt. Toch komt het niet opnieuw tot oorlog.
Afgezien van sporadische incidenten is de vrede sinds 1995 gehandhaafd in het land. De SFOR (onderdeel van de VN) is de ‘internationale politie’ die het toezicht houdt op de naleving van het akkoord, en ingrijpt als een van de partijen zich probeert los te maken van Bosnië-Herzegovina. De bedoeling is dat SFOR uiteindelijk de taken uit handen geeft aan een Europese politiemacht.
Het verdrag van Dayton
5 oktober 2002 Bij verkiezingen voor parlementen en presidenten winnen de nationalistische partijen
4 februari 2003 Het buurland Joegoslavië houdt op te bestaan, vooraan staat het land bekend als de “Unie Servië-Montenegro”. De naam Joegoslavië verdwijnt na ongeveer 80 jaar uit de atlassen.
19 oktober 2003 Voormalig president Alija Izetbegović overlijdt.

Bevolking, Religie en Talen

Bosnië en Herzegovina is een lappendeken van volkeren en religies. Sinds de burgeroorlog van ’92-’95 zijn de etnische samenstellingen van sommige gebieden drastisch gewijzigd.
Ongeveer 44% is Moslim (“Bošnijak”), 31% Serviër, 17% Kroaat, en 7% overig (waaronder Albanezen en Turken). Hoewel “Bošnijak” de officiële term is, wordt wereldwijd de term “Moslim” overwegend gebruikt. Tussen de 3 grootste bevolkingsgroepen bestaat in feite weinig verschil. Het Slavische volk dat rond de 9 e eeuw de Balkan op trok, kwam deels onder de invloeden van het voormalige Westelijke Romeinse Rijk terecht (die werden onder die invloeden katholiek), en deels onder invloeden van het Byzantijnse Rijk (Christelijk, Orthodox). De Katholieken zijn de Kroaten, de Christenen Serviërs. Na de 15e eeuw kwamen door de invloed van de Turken ook moslims erbij. Het waren Serviërs en Kroaten die zich tot de islam bekeerden.
Feitelijk zijn de 3 bevolkingsgroepen ooit ontstaan uit een groep. De religie bepaalt de bevolkingsgroep. Het is wel zo dat door eeuwenlange verschillende culturele invloeden de religies, gebruiken en in beperkte mate ook de taal uit elkaar zijn gegroeid. Over het algmeen zijn het geen ‘strenge’ vormen van de religies, het is wel zo dat sinds de jaren 90 geloof sterker wordt beleden, dit omdat het geloof de etnische identiteit benadrukt.
De talen in Bosnië-Herzegovina hebben verschillende namen: Servisch, Bosnisch en Kroatisch. Het zijn Slavische talen die verwant zijn aan het Sloveens, Macedonisch, Bulgaars, (Wit-)Russisch, Pools, Tsjechisch, Slowaaks en Oekraiens. In de praktijk schelen deze 3 talen zeer weinig van elkaar, en is er absoluut geen taalbarriére. In het oude Joegoslavië was de officiele taal “Servo-Kroatisch”. Sinds 1991 is er sprake van een officiele Kroatische, Servische en Bosnische taal. Zeker in Bosnië-Herzegovina worden de talen door elkaar gesproken.
Tussen de talen zit een gering onderscheid in woorden, en nog minder vaak voorkomend zinsbouw en grammatica. De beide talen zijn in feit dialecten van elkaar, en als volgt worden ze officieel onderscheiden:

Nederlands Kroatisch Servisch
Rivier Rijeka Reka
Melk Mlijeko Mleko
Kind Dijete Dete
Links Lijevo Levo
Mooi Lijepo Lepo
President Predsjednik Predsednik
Duitsland Njemačka Nemačka

De versie door die moslims wordt gesproken kent ook veel Turkse woorden, een overblijfsel uit de Turkse overheersing. Serviërs en Kroaten hebben hun taal meer gezuiverd om zich meer te onderscheiden van de andere talen. Het duidelijkste verschil zit in het schrift: Kroatisch wordt in het latijnse alfabet geschreven, terwijl het Servisch het Cyrillische alfabet gebruikt. Het is een variant van het Russische schrift waaruit enkele letters zijn weggelaten.
Beide alfabetten kennen 30 letters, maar het latijnse alfabet (Abeceda) kent een andere volgorde dan het cyrillische (Azbuka/Aзбyka). Hieronder staan alle letters het het cyrillische equivalent, voor de ‘vertaalslag’ is ook voor het cyrillische schrift de volgorde aangehouden van het latijnse alfabet:

1 2 3 4 5 6 7 8 9 10 11 12 13 14 15 16 17 18 19 20 21 22 23 24 25 26 27 28 29 30
Kroatisch
(Latijns alfabet)
A B C Č Ć D Đ E F G H I J K L Lj M N Nj O P R S Š T U V Z Ž
a b c č ć d đ e f g h i j k l lj m n nj o p r s š t u v z ž
Servisch
(Cyrillisch alfabet)
А Б Ц Ч Ћ Д Ђ Џ Е Ф Г Х И Ј К Л Љ М Н Њ О П Р С Ш Т У В З Ж
а б ц ч ћ д ђ џ е ф г х и ј к л љ м н њ о п р с ш т у в з ж

Economie en Geld

De economie van Bosnië-Herzegovina heeft het zwaar te verduren gehad tijdens de oorlog. Met name de industrie, waar het land (en het vroegere Joegoslavië) van afhankelijk was en is, is flink beschadigd geweest. Het land telt vele industrieëen, waarvan veel te maken heeft met de delving van veel aanwezige delfstoffen. (kolen, zink). Ook is er veel petrochemische industrie in het land. Daarnaast is er sprake van intensieve akkerbouw en veeteelt. Vanwege de ligging is de meeste handel met de buurlanden Kroatië en Servië-Montenegro. Aangezien Bosnië-Herzegovina geen zeehavens heeft, wordt veel export gedaan via de haven Ploče in Kroatië (daar waar de rivier de Neretva uitmondt in de Adriatische Zee). In ruil daarvoor kunnen reizigers tussen Dubrovnik en de rest van Kroatië vrijelijk gebruik maken van de corridor bij Neum.

De lokale munteenheid is de Konvertibilna Marka. De ISO-code is de BAM, maar lokaal wordt deze afgekort tot KM. In overwegend Kroatische gebieden wordt de Kroatische Kuna ook geaccepteerd. De Euro wordt wijdverbreid geaccpeteerd. De koers van de KM is ongeveer 51 eurocent, terwijl een euro ongeveer 1,96 KM is.
1 KM is 100 Fenig. Er zijn munten van 10, 20 en 50 Fenig, en van 1 en 2 Mark, en bankbiljetten van 50 Fenig, en van 1, 5, 10, 20, 50, 100 en 200 Mark. De munten zijn in het hele land gelijk, maar in de Federatie en Srpska zijn verschillende bankbiljetten in omloop (met uitzondering van het 200 Mark-biljet). Het verschil zit ‘m in de volgorde van de talen, en de foto’s. De kleuren en grootte zijn het zelfde. Al het geld wordt door de Centrale Bank uitgegeven. Er is een grote omloopsnelheid van het geld, aangezien in het land vrijwel nergens creditcards of travellers cheques worden geaccepteerd, pinautomaten zijn mondjesmaat te vinden en dan alleen nog in de steden. De KM uit de Federatie en de KM uit Srpska kunnen in het hele land door elkaar gebruikt worden. Ook Euro’s (biljetten) worden goed geaccepteerd.