Spreekbeurt over de Euro (2a)

Euro

Beste klasgenootjes en juf onze spreekbeurt gaat over de euro.

Wat is de euro?

De euro is een toekomstig betaalmiddel.

De euro is geldig vanaf 01-01-02.

Er zijn munten en bankbiljetten.

Munten zijn er in verschillende waarden en de bankbiljetten natuurlijk ook.

Munten: 1 en 2 en 5 en 10 en 20 en 50 eurocent en 1&2 euro.

Bankbiljetten: 5 en 10 en 20 en 50 en 100 en 200 en 500 euro.

Jullie kenden allemaal al wel de euro maar jullie weten er natuurlijk nog niet alles van!

Denkt iemand dat ie alles al wel weet.

Nou ik hoop het niet want dan is de spreekbeurt niet zo leuk voor diegene.

Wij kunnen jullie er in ieder geval nog aardig wat over vertellen.

Grotendeels komt dat doordat wij er elke week bergen informatie over krijgen.

Maar ja nu weer de volle aandacht bij de spreekbeurt.

Allereerst wil ik jullie natuurlijk vertellen vanaf wanneer de euro bestaat.

(1999)

Niet dat je er toen al mee kon betalen.

Maar toen bestond alleen de girale euro.

Giraal wil zeggen dat je ze nog niet in de portomonee hebt maar dat ze alleen op de bankrekening staan dan kun je er alleen mee pinnen en geld mee overmaken.

Dus dat wil zeggen dat hij er al is vanaf 1999 maar dat je er pas vanaf 01-01-02 contant mee kunt betalen.

Natuurlijk is de euro niet overal evenveel waard.

De euro is 2,20371 gulden waard.

Maar in Griekenland is hij niet 2,20371 drachme waard.

Elk land heeft zijn eigen valuta ( munteenheid ).

Bij Nederland is dat nu de gulden.

Bij Griekenland de drachme.

Maar straks is alles daar !!!euro!!!

Land Valuta

België Frank .
Duitsland Mark .

Finland Markka .

Frankrijk Franc .

Griekenland Drachme .

Ierland Pond .|EURO|
Italië Lire .

Luxemburg Frank .

Nederland Gulden .

Oostenrijk Schilling .

Portugal Escudo .

Spanje Peseta .

Op 01-01-02 zijn al deze valuta overbodig.
Dan is het de Nederlandse euro
De Belgische euro.

Dan is gewoon het enige wat telt !!!euro!!!

Nu gaan we een beetje omrekenen;

Stel je hebt een baantje gekregen op 24 januari 2002.

Je verdient 15 euro per week.

Als je dit baantje nou had gekregen op 24 december hoeveel had je dan verdient?

Dat is nu heel gemakkelijk;

1| 15 x 2=30

2| 10% van 30 = 3

3| tel 30 en 3 bij elkaar op =f33,-

Je gaat lekker met je vrienden en vriendinnen uit

Het is 13 januari je neemt f25,- mee.

Als je nou op 13 februari gaat stappen en je neemt hetzelfde bedrag mee maar natuurlijk wel in euro’ s hoeveel heb je dan bij je?

1| 25 : 2 = 12,50

2| 10 % van 12,50 = 1,25

3| 12,50 – 1,25 = € 11,25

Nou dan hebben we het omrekenen ook weer gehad.

De euro heeft natuurlijk ook zijn eigen teken: €

Net zoals de Amerikaanse dollar : $

En onze gulden het f teken.

Jullie weten allemaal wanneer je met de euro kan betalen, maar tot wanneer kun je nou met de gulden betalen?

(28 januari 2002)

Maar wees nu voor één keer slim en ga niet met euro’ s en guldens door elkaar betalen.

Maar je wisselgeld krijg je toch in euro’ s.

Nou weten jullie al aardig wat over de euro : wanneer hij komt en hoe je moet omrekenen en nog wel meer.

Maar als je straks euro’s in je handen hebt wie heeft die dan gemaakt?

Dat gaan we jullie even vertellen!

De euro-munten weet iemand wie die gemaakt heeft.

(De Nederlandse Munt uit Utrecht)

De euro bankbiljetten weet iemand wie die gemaakt heeft.

(Johan Enschedé uit Haarlem)

Er zijn munten in waarden van…?

(1, 2, 5, 10, 20 en 50 eurocent en 1 & 2 euro)

Heeft elk land dezelfde munten?

(!!!nee!!!)

Elk land heeft zijn eigen zijde en een Europese zijde.

Nederland heeft op de europese zijde net zoals alle andere landen de waarde en op de nationale zijde koningin Beatrix.

Nederland heeft ook als enige een randschrift met de tekst ‘ god zij met ons ‘.

Ierland heeft bijvoorbeeld ook dezelfde europese zijde maar aan de nationale zijde de harp het nationale symbool van Ierland.

Zo zie je dat elk land zijn eigen munten heeft maar met de Ierse munt met de harp erop kun je wel in Nederland betalen.

Maar je hoeft niet op alle munten hetzelfde symbool te hebben.

Je kunt bijvoorbeeld wel op de munten van 1, 2 en 5 eurocent een blad hebben.

Op de munten van 10, 20 en 50 eurocent een boom.

En op de munten van 1 & 2 euro een heel woud.

Dit is dan een voorbeeld deze bestaat niet echt.

De briefjes zijn overal hetzelfde; aan de ene kant een raam of poort en aan de andere kant een brug.

De briefjes zelf zijn natuurlijk wel allemaal anders.

De briefjes zijn er in waarden van…???

(5, 10, 20, 50, 100, 200 en 500)

Zijn er echtheidskenmerken op de bankbiljetten…???
(ja zeker)

In die van 5, 10 en 20 zitten de volgende;

1| Een watermerk

2| Een veiligheidsdraad

3| Een hologrambaan

4| Een regenboogbaan

In die van 50, 100, 200 en 500 de volgende :

1| Dezelfde als in die van 5, 10 en 20 euro : een watermerk: een veiligheidsdraad : een regenboogbaan: een hologrambaan.

2| De waarde van het biljet in verschillende kleuren afhankelijk van de lichtval.

Dit was onze spreekbeurt over de euro we hopen dat jullie hem leuk vonden.

We hebben ook nog een quizje.