Spreekbeurt over de Mijnen

Deze spreekbeurt werd gemaakt door Anne

DE MIJN

hoofdstuk 1

ik hou mijn spreekbeurt over de mijn omdat:

mijn overgroot opa dood is gegaan aan asbest.

dat is als de zwarte lucht uit de mijn in je longen blijft zitten.

heeeeel vroeger haalde ze de kolen uit de mijn met paarden.

dat deden ze een paar jaar.

daarna deden ze het met wagens die over rails reden.

er waren in plaats van mensen die kolen hakte ook mensen die gangen opblaasden.

dat was wel gevaarlijk want:

als een stukje gang niet was opgeblazen en je er op ging staan kon het je leven kosten!

en als de gangen opgeblazen waren werden er een soort van balken neergezet.

om te zorgen dat de gang niet in storten.

hoofdstuk 2

maar dat hielp niet altijd!

want soms storten de gang vanzelf in!

en een enkele keer stoten iemand de balk perongelijk om.

maar daar kon hij dan niks aan doen!

in de mijn gebeurde vaak ongelijken zoals:

dat een gang in storten of met de opblaasders dat zijn de mensen die gangen opblaasden.

die gingen dan perongelijk op een steen staan,

die niet opgeblazen was en dan was je eigenlijk dood,

en een heeeeel enkele keer stoten iemand de balk per ongeluk om,

maar daar kon hij dan niets aan doen!

in de mijn gebeurde vaak ongelukken zoals: dat een gang instorten of met de opblazers

dat waren de mensen die gangen opblaasden.
die gingen dan per ongeluk op een steen staan die nog niet opgeblazen was.

en dan was je dood.

en een heel enkele keer leefde je dan nog!

het was zwaar werken!

je had nachtdienst of dagdienst.

bij nachtdienst moest je s’nachts werken.

en bij dagdienst moest je overdag werken.

de mannen werkten in de mijn!

en de vrouwen mochten alleen werken als ze niet getrouwd waren.

want als ze getrouwd waren moesten ze dag na dag schrobben tot de kleren van hun man schoon waren.

mensen die in de mijn werken,

worden ook wel koelpieten genoemd.

hoofdstuk 3

1958 kolen crisis.

De steen productie werd rond de eeuwwisseling(1900)

ter hand genomen staatsmijnen zijn opgericht in 1902.

door steeds toenemende behoeft aan energie speelden kolen in de eerste helft van de 20ste eeuw een centrale

201 tot in de jaren ’50 bleef de productie van zowel steenkool als bruinkool stijgen.

De concurrentie van goedkopere aardolie leidde tot dramatische teruggang van de kolen.

In 1966 werd een deel van de kolenmijnen in limburg gesloten om economische redenen.

Tussen 1969 en 1974 werden alle mijnen in nederland gesloten.

een verlies van werkgelegenheid voor 45.000 personen.

hoofdstuk 4

In de relatief veilige staatsmijn Maurits waren in de periode van 1920 tot aan sluiting in 1967 ondergronds 130 ongevallen met dodelijke afloop.

bovengronds waren 62 slachtoffers te betreuren,

de ongevallen op andere bedrijven,

zoals de cokesfabrieken,

Maurits en Emma 2,SBB,LOKU en de staatsmijnbedrijven,

die tot het Mauritscomplex behoorden,

niet eens meegerekend.