Deze spreekbeurt werd gemaakt door Kim.
Het einde van het Portugese monopolie
Aan het einde van de zestiende eeuw was het niet meer mogelijk om specerijen vanuit Portugal te handelen, omdat dit land ingenomen was door Spanje. De Republiek der Zeven Verenigde Nederlanden was nog steeds in oorlog met Spanje zodat het nodig was om op een andere manier aan specerijen te komen. De vaarroute naar Oost-Indie kenden alleen nog maar de Portugezen. Bovendien was het niet handig om langs Spanje te varen. Daarom werden er nog pogingen gedaan om een route ‘langs de noord’ naar Oost Indie te vinden. Maar toen in 1597 De Houtman en Van Beuningen terugkwamen van een route langs Kaap de Goede Hoop (de zuidroute), was het mis. Er werd een groot aantal tochten georganiseerd om specerijen op te halen uit het verre oosten.
De compagnieën
Voor het uitvoeren van de tochten werden zogenaamde compagnieën opgericht. Een compagnie was een tijdelijke uitvoering waarin directeuren en deelnemers geld bijeenbrachten om een boottocht te ondersteunen. Als de tocht slaagde dan konden de specerijen vaak met grote winst worden verkocht. Na de tocht werd de bemanning ontslagen, de schepen verkocht en de compagnie opgeheven. Bij winst kon het gewonnen geld worden besteed aan een nieuwe compagnie. Al snel werden er zoveel compagnieën opgericht dat het niet meer lonend dreigde te worden. Er ontstond een ware ‘stormloop naar specerijen’ waardoor het aanbod van specerijen toenam en de prijzen dreigden te zakken naar een niveau waarop het niet meer opleverend zou zijn om handel te drijven.
De bouw van het schip
Voordat de bouw van een schip kon beginnen moest het hout afkomstig uit Berlijn eerst zes maanden in het zuur gelegd worden om later de schimmel te voor komen. De bouw van een schip duurde drie maanden. Deze tijd had het hout ook nodig om behoorlijk uit te drogen, zodat het later niet zo gaan krimpen of scheuren. In het voorjaar gingen de schepen te water, daarna werd hij tussen de palen in het water bij de werf afgebouwd. In september waren de schepen dan klaar om uit te varen en kwam er weer een schip uit Azië, als die kappot was moesten ze hem weer gaan maken. Tijdens de twee eeuwen dat de VOC heeft bestaan hebben ze ongeveer 1500 schepen gebouwd. Het grootste aantal schepen werden gebouwd in de 17de eeuw ongeveer drie per jaar (bij de Amsterdamse werf).
Het leven aan boord
Het leven aan boord van een schip was erg zwaar. De bemanning had geen privacy en het eten was slecht. Tijdens de reis konden er allerlei rampen gebeuren. Als het al lukte om de reis te af te maken, dan stierf meestal meer dan de helft van de bemanning. Toch moeten we niet vergeten dat het leven aan wal ook erg armoedig was, en dat daar ook vele ziektes waren. Voor velen was werken voor de VOC een bevrijding uit het armoedig bestaan en hoopten zij op een beter leven.
Hieronder zie je het logo van de VOC.
Het eten
Op zee aten ze alles wat lang houdbaar was. Koelkasten waren er nog niet. Veel voedsel werd gedroogd of gezouten meegenomen. Dan bedierf het voedsel niet zo snel. Lang houdbaar voedsel was:
Kaas
Boter
Scheepsbeschuit
Spek
Erwten en bonen
Stokvis
Gedroogd fruit
Soms werden er zelfs levende koeien, kippen of varkens meegenomen. Die konden dan onderweg geslacht worden. Toch werd de bemanning vaak ziek door een gebrek aan vitamines. Een gevreesde ziekte was scheurbuik, de tanden gingen los zitten en je lichaam teerde helemaal weg. Ter bestrijding van deze ziekten werd op Kaap de Goede Hoop een vestiging gesticht om verse groenten te verbouwen. De bemanningsleden konden op deze plek weer vers voedsel en drinkwater inslaan. Daarna ging de reis weer verder
Het zeeroverslied
De machtigste koning van storm en van wind is de arend geweldig en groot.
De vogels, zij sidd’ren en vluchten van angst voor zijn snavel en klauwenden poot.
Als de leeuw verheft zijn gebrul des nachts,dan verschrikt hij de dieren er mee,
ja wij zijn deheersers der aard de koningen van de zee.
refr. tirallala, tirallala, tirallala, tirallala, tirallala, tirallala, tirallala, hoi, hoi.
verschijnt er schip op de oceaan dan juichen wij luiden en wild.
onze trotse schip als een pijl uit de boog schiet terstonds door de wateren zilt.
en de koopman word bang en hij siddert van angst.
de matroosen verwensen die dag daar klimt de vlag langs omhoog.
refr. tirallala, tirallala, tirallala, tirallala, tirallala, tirallala, tirallala, hoi, hoi
Dit was mijn spreekbeurt over de V.O.C, zijn er nog vragen????