Inhoud
Inleiding: blz. 2
Leefomgeving: blz. 3
Lichaamsbouw: blz. 4
Hoe en wat eet de Grevy zebra: blz. 5
Voortplanting: blz. 6
Wist je dat…: blz. 6
Ordening Grevy zebra: blz. 7
Bronvermelding: blz. 7
1 Inleiding
Ik moest dit werkstuk, denk ik, maken omdat we het er over hadden, en zodat we het nog wat beter begrepen op een leuke manier. En er ook nog wat van leerden.
Ik heb het zo aangepakt ik ben begonnen met het verzamelen van informatie en plaatjes.
Toen heb ik alles gesorteerd.
Daarna heb ik het gelezen en zelf er een werkstuk uit gemaakt.
Toen heb ik er plaatjes bij gedaan.
Ik heb dit werkstuk met plezier gemaakt.
Toen ik hoorde dat we een werkstuk over een dier moesten, dacht ik direct aan de zebra.
Waarom weet ik niet eigenlijk.
Ik vind het wel een mooi dier.
En omdat ik meer informatie had over de Grevy zebra, deed ik het daarover.
2 leefomgeving
De Grevy-zebra leeft in het oosten en zuiden van Afrika. Hij woont daar op de savanne en droge graslanden met veel struiken.
Het grasland is openlijk, waarin bijna al het zonlicht tot op de bodem
schijnt.
Grashalmen zijn de belangrijkste voedingsbron voor de Grevy zebra’s.
Omdat plantaardig voedsel (gras enz.) moeilijk verteerbaar is, hebben ze aangepaste
darmen.
Het eten verteren de grevy zebra’s langzamer, want ze moeten hun voedsel goed
gekauwd doorslikken.
Met hun hoofd naar beneden zijn de grevy zebra’s erg kwetsbaar voor aanvallen van
roofdieren.
Daarom houdt een zebra de wacht, zodat de anderen rustig kunnen grazen.
in de savanne kunnen ze bijna nergens schuilen, en dus moeten de grevy zebra’s in
staat zijn om snel weg te kunnen lopen en dat een hele lange tijd vol te
kunnen houden.
Ze hebben sterk gespierde poten en harde hoeven, waardoor ze ook in ruig
gebied hard kunnen lopen.
De grevy zebra’s zijn erg bescheiden dieren.
In de regentijd is er veel voedsel, maar tijdens droogte trekken
de zebra’s hele einden over de vlakte op zoek naar eten.
De savanne kun je eigenlijk weer delen in 3 groepen
Grassavanne met veel gras.
Struiksavanne met veel struiken.
Boomsavanne met veel bomen.
Ook al zijn ze gewend aan droog land, en kunnen langer ze zonder water dan andere soorten zebra’s, hebben ze toch vaak met mensen en hun vee een soort strijd om het kleine beetje water dat er is.
3 Lichaamsbouw
Hoe ziet de zebra er uit?
Een zebra is een paardachtige. Hij is familie van het paard en de ezel. Hij heeft hetzelfde lichaam als een paard. Hij heeft een lange snuit. Ook heeft hij hoefen. Het geluid dat hij maakt klinkt raar. Het is een mengeling van het hinniken van een paard en het balken van een ezel. Maar er zijn ook duidelijke verschillen: de manen zijn van kort stijl overeind staand haar en de vacht is altijd gestreept. Geleerden zijn er niet uit waar deze streepjes voor zijn. Sommigen denken dat leeuwen in de war raken van de strepen. Ze kunnen dan niet zien waar de ene zebra begint en de andere eindigt. Anderen denken dat de strepen dienen om elkaar te kunnen herkennen. Elke zebra heeft een ander streepjespatroon. Door de streepjes te onthouden weten ze wie wie is. Zebra’s hebben allemaal zwart-witte strepen. De Grevy-zebra is de grootste zebra. Hij heeft lange benen en hij wordt ongeveer 275 centimeter lang en gemiddeld 400 kilo zwaar. Hij heeft smalle, verticale strepen op zijn lijf met een witte buik. Hij heeft een smalle, lange snuit en brede oren.
4 Hoe en wat eet de Grevy zebra
Zebra’s zijn planteneters. De Grevy’s zebra’s zijn constant op zoek naar groene vlaktes. Ze eten vooral verschillende soorten gras. Ook lusten ze graag schors, blaadjes, knoppen en wortels. In het droge seizoen kunnen ze leven van dor gras.
Het eten verteren deze dieren langzamer, want ze moeten hun voedsel goed
gekauwd doorslikken. Hun maag en darmen kunnen erg goed de belangrijke stoffen uit het eten halen. Daarom kunnen zij beter in gebieden met weinig voedsel leven dan andere Afrikaanse kuddedieren.
Met de kop naar beneden zijn zebra’s erg kwetsbaar voor aanvallen van
5 jonge zebra’s
In groepen zebra’s zijn altijd veulen. Ze worden het hele jaar door geboren. Een hengst paart met een van de merries. Dan is de merrie 12 tot 13 maanden zwanger. Vlak voor de geboorte zoekt de moeder een stille plek. Daar leeft zij even zonder de rest van de groep. Vervolgens wordt er eenn jong geboren. De bevalling duurt maar 10 minuten. Als het langer zou duren zou dat gevaarlijk zijn voor de zebra. Ze zou dan aangevallen kunnen worden door een leeuw. Het jong is ongeveer 35 kilo. Deze heeft nog bruine strepen. Hij heeft een klein lijfje op hoge poten. Na 15 minuten kan hij al staan. Het veulen kan al meteen ruiken, horen en zien. Na een paar dagen gaan de moeder en het jong terug naar de groep. Het jong heeft kunnen wennen aan zijn moeder. Anders zou hij haar niet herkennen. De moeders hebben het lastiger want de veulen krijgt haar strepenpatroon pas naar 4 maanden. Het veulen heeft niet alleen een hechte band met de moeder, maar ook met de vader. De moeder zorgt nog een jaar voor het jong. Een veulen drinkt ongeveer 6 maanden bij zijn moeder. Als er een leeuw of een tijger aan komt, moet het veulen maar zien of hij de groep bij kan houden zo niet dan loopt hij veel gevaar. Een veulen is al volwassen als hij 3 tot 5 jaar is.
Wist je dat…
….een zebra heel hard kan galopperen? Hij kan wel 60 kilometer per uur halen.
….zebra’s vaak samen met gnoes in een gebied leven?
….Wanneer het gras op is, dat ze samen op zoek naar nieuwe grasvelden gaan. Soms moeten ze hiervoor duizenden kilometers lopen.
6. Ordening Grevy zebra
rijk | dieren |
afdeling | gewervelden |
groep | Zoogdieren |
orde | paardachtigen |
familie | Paard en ezel |
soort | Grevy zebra |
Bronvermelding
Ik heb geen boeken gebruikt omdat die er niet waren.
Dus ik heb op internet gekeken.
De volgende sites heb ik gebruikt.
http://www.outtoafrica.nl/
http://spreekbeurt.freddoweb.nl/
http://www.noorderdierenpark.nl/
http://www.dwk.nl/
en http://www.goolge.nl/
7 De opzet van een werkstukje over een dier.
Elk werkstukje moet tenminste de volgende onderdelen bevatten.
Een titelblad Een titel met een bijpassende illustratie,
met je naam, het vak, datum van inleveren en de klas.
Een inhoudsopgave Titels van hoofdstukken en de bladzijde nummering
Maak de inhoudsopgave voor je begint, het is je planning.
Vul de bladzijde nummers als laatste in.
Inleiding Hier vertel je kort waarom je het werkstuk moet maken, hoe
je het hebt aangepakt en waarom je dit onderwerp hebt gekozen.
4. Hoofdstukken Met titels en nummering. Houd de hoofdstukken kort (1-2 pag.)
Inhoud hoofdstukken: 1. (Vroegere) leefomgeving (huisdier)
2. Lichaamsbouw,inwendig of uitwendig
3. Hoe en wat eet het dier.(verzorging huisdier)
4. Voortplanting
5. Ordening van dier in het dierenrijk.
5.Bronvermelding; achterin het werkstuk vertel je welke boeken en internetpagina’s je
hebt gebruikt.
Houd het papier netjes en kreukvrij en lever je werk in, in een plastic mapje.
Doe deze pagina achter in je werkstuk voor de beoordeling van de docent.
Onderdeel Punten Behaalde punten
Titelblad 10
Inhoudsopgave 5
Inleiding 10
Hoofdstukken 50
Netheid 10
Op tijd ingeleverd 10
Bronvermelding 5