Spreekbeurt over Diabetes

Diabetes

Deze spreekbeurt werd gemaakt door Liz Reintjes

Diabetes

Ik doe mijn spreekbeurt over diabetes ook wel suikerziekte genoemd.

Hoofdstukken:

  1. Wat is diabetes
  2. Wat gebeurt er in het lichaam
  3. Soorten diabetes
  4. Medicijnen tegen diabetes
  5. De bloedsuikerspiegel
  6. Te hoog of te laag
  7. Eten en drinken
  8. Weetjes.

1. Wat is diabetes.

Diabetes is een ernstige ziekte die te maken heeft met de manier waarop het lichaam suiker gebruikt.

Iemand met diabetes heeft te veel suiker in zijn bloed.

Het moet hiervoor zijn hele leven behandeld worden.

Je kunt niet aan de buitenkant zien of iemand diabetes heeft maar je kunt het merken aan de dingen die deze mensen doen.

Veel mensen met diabetes moeten zichzelf spuiten geven.

Wat gebeurt er in het lichaam.

Je neemt bijvoorbeeld een hap brood, je kauwt het fijn en slikt het door.

Via de maag komt het in de darmen.

In het eten zitten koolhydraten daar wordt suiker (glucose) van gemaakt.

Die glucose gaat via de darmen naar het bloed.

De glucose moet via het bloed in de cellen van je lichaam komen,dat is belangrijk om te kunnen bewegen en groeien.

De glucose moet in de cellen komen en daarvoor heb je insuline nodig.

Insuline wordt gemaakt in een orgaan in je buik, de alvleesklier.

Als de cellen genoeg glucose hebben gaat de rest van de glucose naar de lever, een reserve opslag plaats.

De alvleesklier weet precies wanneer en hoeveel insuline er gemaakt moet worden.

Als de alvleesklier niet goed werkt, maakt hij niet genoeg of geen insuline aan en heb je dus diabetes.

3.Soorten diabetes.

Diabetes heeft een type 1 en een type 2.

Type 1: Bij type 1 diabetes kan de alvleesklier geen insuline aanmaken.

Artsen weten niet hoe dat komt, maar misschien kan het liggen aan:

  • Erfelijkheid.
  • Beschadiging van de alvleesklier door infectie of ziekte.
  • Voedingsgewoonte.
  • Stress.

Type 2: Bij type 2 diabetes maakt de alvleesklier wel een beetje insuline, maar niet zoveel als het lichaam nodig heeft.

Mensen met dit type kunnen te zwaar zijn of het verkeerde soort voedsel eten.

Het komt meestal voor bij mensen boven de 40 jaar.

Hoe merk je dat je diabetes hebt ?

Als iemand ontzettend veel moet drinken en plassen, snel moe wordt en zomaar afvalt kan het zijn dat die persoon diabetes heeft.

Dan moet de dokter de urine nakijken want als je diabetes hebt blijft de suiker in het bloed in plaats van dat het naar de cellen gaat, op een moment zit er zoveel suiker in het bloed dat het in de urine terecht komt.

Iemand met diabetes maakt geen brandstof van zijn voedsel, daardoor voelt hij zich moe en begint af te vallen.

4.Medicijnen tegen diabetes.

Jonge mensen met diabetes hebben regelmatig insuline spuiten nodig.

Jezelf spuiten geven of ze aan kinderen geven klinkt eng, maar ze moeten dit medicijn nemen.

Insuline kan niet met een drankje of in pillen genomen worden want de maagsappen vernielen dit meteen en kan het niet in het bloed komen.

De meeste mensen geven zichzelf 2 tot 4 keer per dag een spuitje met de insuline pen.( laten zien insuline pen )

5.De bloedsuikerspiegel.

De hoeveelheid suiker in ons bloed veranderd de hel dag door, als je diabetes hebt is het belangrijk die veranderingen in de gaten te houden.

Als we eten of drinken stijgt onze bloedsuikerspiegel, later wanneer de glucose in onze cellen is gekomen gaat de bloedsuikerspiegel weer omlaag.

Als we bewegen daalt hij veel sneller.

Mensen met diabetes moeten hun bloedsuikerspiegel zelf onder controle houden.

De enige manier is om dit te doen door de bloedsuikerspiegel in het bloed te controleren, dus geregeld vier of vijf keer per dag bloedproeven nemen.

Speciale teststrippen en elektronische meetapparatuur maken dit gemakkelijk.( laten zien)

Een prikje in de vinger, teststripje in het apparaat ,drupje bloed erop en je kan meteen zien hoe hoog of laag de bloedsuikerspiegel is.

Het is belangrijk om dit allemaal op te schrijven in een speciaal dagboekje( laten zien), zodat de artsen dit kunnen controleren en de hoeveelheid insuline aan te passen.

6. Te hoog of te laag.

Mensen met diabetes merken dat de bloedsuikerspiegel soms te hoog en soms te laag is daardoor voelen ze zich soms niet goed.

Normaal is de bloedsuikerspiegel tussen de 4 en de 7, en bij iemand met diabetes kan het schommelen tussen de 1 en de 20.

Een te hoge bloedsuikerspiegel!

Als je een hoge bloedsuikerspiegel hebt heb je een hyper ,dat merk je doordat je heel veel dorst krijgt, erg moe bent, een droge tong krijgt en slaperig wordt.

Het is erg belangrijk dat daar iets aangedaan wordt want je kan daardoor allerlei klachten krijgen zoals oog problemen ( blind worden) en schade aan je nieren.

Wanneer je een hyper hebt moet er extra insuline gespoten worden.

Een te lage bloedsuikerspiegel!

Als je een te laag bloedsuikerspiegel hebt, heb je een hypo.

Dat kan door verschillende dingen komen zoals later eten dan normaal of gesport hebben,of als er teveel insuline gespoten wordt.

Een hypo komt snel op.

Wanneer je een hypo krijgt, kun je er bleek uitzien, duizelig worden, hoofdpijn hebben , flink gaan zweten, wazig zien en een honger gevoel hebben.

Als er niet snel iets aan een hypo gedaan kan diegene bewusteloos raken.

Mensen die een hypo hebben kunnen druivensuiker eten ( laten proeven ), frisdrank drinken of gewoon lekker snoep eten.

Het beste is als je diabetes hebt altijd druivensuiker bij je te hebben voor het geval dat je een hypo krijgt.

Veel mensen die diabetes hebben dragen een ketting waarop staat dat ze deze ziekte hebben, als ze op straat een hypo krijgen kunnen andere mensen zien aan die ketting, ze hebben iets van suiker nodig.

7. Eten en drinken.

Gezond eten, zoals genoeg groente en fruit is erg belangrijk voor mensen met diabetes ook tussendoortjes moeten gezond zijn.

Zij moeten weinig vet, suiker en zout eten.

Het is ook erg belangrijk om heel regelmatig te eten elke dag rond dezelfde tijd ontbijten – tussendoortje – lunchen – tussendoortje – avondeten – en sā€™ avonds nog iets ( bijvoorbeeld een beker melk ).

Dit helpt om de bloedsuikerspiegel steeds het zelfde te houden.

Aardappelen, rijst, brood en pasta laten de suiker die er in zit langzaam vrij daarom moeten ze bij elke maaltijd gegeten worden.

Eten waar veel suiker inzit zoals jam,taart, snoep, ijs en frisdrank geven de suiker snel vrij.

Dit brengt de bloedsuikerspiegel snel omhoog daarom kan je dit het beste nemen bij een hypo.

Maar normaal is het, het beste dit niet te eten, alleen voordat ze gaan sporten of erna want dan verbruiken ze veel energie.

Als tussendoortje is fruit, liga of soepstengels erg goed.

8. Weetjes.

Wist je dat ?

  • -Diabetes Mellitus de volledige naam voor diabetes is. Het woord komt van het Griekse woord ā€œfontein van honingā€.
  • Vroeger de artsen de urine van iemand met diabetes controleerde door de urine te proeven om te kijken of dit zoet was.
  • Insuline die mensen met diabetes moeten inspuiten van een varken komt.
  • Elk jaar duizenden mensen erachter komen dat ze diabetes hebben.
  • Diabetes geen besmettelijke ziekte is en je het dus niet van iemand anders kan krijgen.
  • Mensen met diabetes nooit een maaltijd mogen overslaan, hiervan kunnen ze een hypo krijgen.
  • Voetballers met diabetes vaak voor de wedstrijd en in de rust een drankje met druivensuiker nemen.

Dit was mijn spreekbeurt.

Heeft er nog iemand vragen?