Spreekbeurt van :
Silvio Lafranceschina, groep 7
Donor en Donor-registratie
De meeste informatie die ik verzameld heb komt van internet, want in de bibliotheek was er erg weinig over te vinden.
Wel heb ik via internet een mooi (gratis) informatie-pakket aangevraagd dat ik twee dagen later al in huis had.
( aanvraag bij: NIGZ)
Voordat ik begin zal ik eerst uitleggen wat donor zijn is:
* donor zijn betekent dat je het goed vindt dat na je dood je worden organen of weefsels gebruikt mogen om anderen te helpen.
Maar hierover vertel ik dalijk meer.
Ik doe mijn spreekbeurt hierover omdat mensen er te weinig vanaf weten.
En dat is heel jammer, want het is belangrijk dat er donoren zijn.
Je kunt er andere mensen mee helpen en je weet ook nooit of je er zelf ooit mee te maken krijgt.
Er zijn twee soorten donaties: * weefsel-donaties
* orgaan-donaties
Weefsels zijn: bijv. huid, hartkleppen, hoornvliezen, bot
Organen zijn: bijv. hart, nieren, lever, alvleesklier
Je kunt je voorstellen dat iemand met een oogziekte weer prima kan zien met de hoornvliezen van een ander.
Of bij iemand met erge brandwonden kunnen ze er donorhuid overheen doen voor een snellere en mooiere genezing.
Bij iemand met een gezwel in het bot kan het nodig zijn het bot te vervangen door donorbot.
Bij alle donaties wordt natuurlijk eerst gekeken of alles goed gezond is.
Weefsel-donatie
Bij weefsel-donatie is er na het doodgaan 24 uur de tijd om alles te controleren en weefsels eruit te halen.
Weefseldonaties komen het meeste voor.
In speciale centra zijn zelfs voorraden gemaakt van huid, hoornvliezen, of hartkleppen.
Die bewaarplaatsen heten banken.
Bij de huidbank hebben ze bijvoorbeeld allemaal stukjes huid in glazen potjes die ze bewaren in een speciale koelkast.
Als er dan iemand in het ziekenhuis komt die erg verbrand is, kan het nodig zijn dat men donorhuid haalt bij deze huidbank.
Orgaan-donatie
Orgaandonaties zijn veel moeilijker.
Hierbij heb je niet 24 uur de tijd want organen bederven snel omdat ze niet zonder zuurstof kunnen.
Ze moeten ook meteen naar een patient van de wachtlijst worden gebracht.
Orgaandonaties komen alleen van mensen die in het ziekenhuis op de intesive-care zijn gestorven.
Dat moet, omdat het orgaan dus niet zonder zuurstof kan.
Er komen dus maar heel weinig organen vrij, want lang niet iedereen overlijdt in het ziekenhuis.
Daarom bestaan er ook geen orgaan-banken.
Er zijn heel veel zieke mensen die op een gezond orgaan wachten. Die mensen staan op een wachtlijst.
Mensen komen pas op zo’n wachtlijst als niks anders meer helpt, geen medicijnen en geen operatie.
De wet op Orgaan-donatie
Iedere Nederlander krijgt vlak na zijn 18e verjaardag een donorformulier thuisgestuurd.
Dat is zo sinds 1998.
Op dit formulier moet je aangeven of je wel of geen donor wilt zijn.
En als je wilt kun je het zelfs al eerder doorgeven: vanaf je 12e.
Maar je hoeft dus niks, het is je eigen keuze.
Ook kan je altijd nog veranderen van keuze. Je zit dus nergens aan vast.
Deze wet is er gekomen om zo goed mogelijk te weten wie er wel of geen donor is.
Zo gaan er zo weinig mogelijk donoren verloren.
Voor 1998 was er ook al een registratie, maar stond het nog niet in de computer.
Donoren hadden toen een soort pasje dat ze altijd bij zich moesten hebben.
Omdat die pasjes niet altijd werden gevonden gingen er nog veel organen verloren.
Daarom is er sinds 1998 de wet op orgaandonatie.
Euro-transplant
In Europa werken verschillende landen samen om zoveel mogelijk mensen te helpen.
De organisatie die dat doet heet Eurotransplant.
In Nederland zit die organisatie in Leiden.
In de computer van Eurotransplant staan alle mensen die op de wachtlijsten staan.
Als er ergens een orgaan vrijkomt kan de computer de meest geschikte patient uitzoeken.
Het kan dus gebeuren dat een Nederlander het hart krijgt van bijvoorbeeld een Oostenrijker.
Omdat alles snel moet gebeuren zorgt Eurotransplant voor het vervoer van het orgaan.
Meestal gaat dat per helicopter of vliegtuig.
Wie kan donor worden?
Iedereen kan donor worden, of je nu jong of oud bent.
Want er wordt pas na je dood gekeken of er iets geschikt is voor donatie.
Iemand die rookt kan moeilijk zijn longen afstaan,
en iemand met hartproblemen ook niet.
Na een auto-ongeluk kan alles stuk zijn van binnen,
maar bij zulke mensen is misschien de huid of iets anders nog wel goed.
Het is heel belangrijk dat mensen laten weten of ze wel of geen donor willen zijn.
Als mensen dat niet doorgeven vragen de artsen het aan de rest van de familie , en dat is voor hen heel moeilijk omdat ze op zo’n moment heel verdrietig zijn omdat ze een dierbare verloren hebben.
Daarom is het zo belangrijk dat iedereen er zelf goed over nadenkt,
dit was mijn spreekbeurt over donor en donorregistratie.