Donor worden

Spreekbeurt over Donor worden

Ik ga mijn spreekbeurt houden over Donor worden
Ik ga mijn spreekbeurt houden over donors omdat ik het een belangrijk onderwerp vindt en omdat ik vind dat meer mensen er van af moeten weten

1. Wat is donatie?

Donatie=iets weggeven
Wat is dat nou een donor?
Donor betekent “gever” dus iemand die iets weggeeft.
Het is in dit geval iemand die na zijn dood(en soms ook bij leven) organen en/of weefsels wil geven aan een patiënt die daardoor langer kan leven of beter mee wordt. Orgaan- en weefsel donatie is dus het geven van organen aan iemand die ze nodig heeft.
Je kan je organen en weefsels doneren

2. Waar dienen je organen voor?

Organen:  je nieren, lever, hart, longen, alvleesklier en dunne darm
Weefsels:huid, hoornvliezen, hartkleppen, grote bloedvaten en bot en peesweefsel

Organen kun je niet bewaren, ze moeten meten worden getransplanteerd
Transplanteren is over plaatsen
Weefsels kunnen wel worden bewaard, soms wel 5 jaar als ze worden ingevroren

Nieren: je nieren zuiveren je bloed en voeren afvalstoffen af.

Lever: je lever maakt je bloed schoon, en zorgt daarbij voor een goede spijsvertering. De lever maakt ook gal waarmee vetten uit het voedsel worden opgenomen en verteerd.

Hart: je hart zorgt ervoor dat je bloed je lichaam rond word gepompt.

Longen: met je longen haal je adem. Ze zorgen ervoor dat de zuurstof uit de lucht in je bloed komt.

Alvleesklier: je alvleesklier is belangrijk voor de stofwisseling en maakt insuline.

Dunne darm:de dunne darm zorgt ervoor dat voedingstoffen in je lichaam worden opgenomen, en dat afvalstoffen worden uitgescheiden.

Huid:donorhuid groeit nooit als eigen huid aan, maar zorgt ervoor dat mensen met (brand)wonden, en minder littekens krijgen.

Hoornvliezen: het hoornvlies is het enige stukje van je lijf. Het zorgt ervoor dat je alles helder kunt zien.

Hartkleppen: je hartkleppen werken als een soort ventiel. Ze zorgen ervoor dat het bloed dat je hart instroomt, niet weer terugstroomt

Grote bloedvaten: de grote lichaamsslagader die van je longen naar je hart loopt, zorgt ervoor dat zuurstofrijk bloed door het hele lichaam gaat.

Bot- en peesweefsel: donorbot kan een beschadigd bot vervangen

3. wie kan donor worden?

Iedereen!
Iedereen kan donor worden: oude mensen, jonge mensen, gezonde en ook zieke mensen. Maar of je ook echt donor word als je dood bent, dat weet je van tevoren nooit.
Pas als je bent overleden, bepaalt een dokter of je organen en/of weefsels geschikt zijn om te transplanteren. Dat hangt onder andere af van de plaats waar je bent overleden. Ook is het belangrijk waar en hoe je bent overleden. zo kunnen de organen van iemand die is overreden niet meer gebruikt worden ,omdat ze door het ongeluk beschadigd zijn.

Echt iedereen???

Als je een tattoo of piercing laat zetten, dan is er een kleine kans dat je een infectie krijgt. Daarom kun je binnen 6 maanden dat je een tattoo of piercing
geen donor worden. Is het langer geleden dan maakt het niet meer uit.

Als je hiv- besmet bent of aids hebt, dan kun je meestal ook niets meer doneren. Dat is om te voorkomen dat de ontvanger van je orgaan ziek wordt.
Toch komt het wel eens voor dat iemand met hiv een orgaan doneert aan een patent die ook hiv of aids heeft.

4. Wie krijgen je weefsels of organen?

Het blijft onbekend wie je organen of weefsels krijgen. Een speciale organisatie, eurotransplant bepaalt dat. Je kunt niet zomaar een orgaan naar iemand transplanteren. Het orgaan moet wel passen bij de persoon die hem krijgt.
Daarom word iemand vooraf heel goed onderzocht.
Die onderzoekgegevens staan bij de organisatie eurotransplant in de computer.
Ze kijken dan welke patiënt het beste past bij het donororgaan.
Die persoon krijgt dan het orgaan.
Eurotransplant is een internationale organisatie. Die organisatie werkt dus in meerdere landen. Hierdoor kan iemand van het buitenland bijvoorbeeld een Nederlandse nier krijgen. Of iemand in Nederland een Belgische. De landen die meedoen zijn Nederland, België, Luxemburg, Duitsland, Oostenrijk, Kroatië en Slovenië. De organisatie gaat over weefseldonatie en de weefselbank heet bio inplant services

5. Wil je donor worden?

Die keuze moet je zelf maken.
Maar het is wel belangrijk dat je de keuze maakt en dit ook laat vastleggen in het donorregister.
Anders moet later iemand anders voor je kiezen op een moeilijk moment.
Zeker zo belangrijk is dat je erover nadenkt en erover praat met je ouders en vrienden.

Maak je keuze duidelijk

Al vanaf je twaalfde jaar kun je je laten registreren in het donorregister of je donor wil worden of juist niet.
Het donorregister is een lijst van alle mensen die hun keuze hebben laten vastleggen.
Als je achttien bent geworden, krijg je nog een brief waarin je word gevraagd of je donor wil worden.
Je kunt dan nog eens nadenken over wat je wilt en dat laten vastleggen.
Of je kunt je keuze wijzigen.
Dat kan altijd.
Niet registreren betekent dat je nabestaanden (je ouders, je partner of misschien wel je kinderen) een besluit voor je moeten nemen als je dood gaat.

Het formulier
Je kunt uit 4 keuzes kiezen:

Keuze 1:
Wanneer je voor keuze een kiest, dan wil je donor zijn.
Misschien wil je niet alles doneren wat op het formulier staat.
Je kunt op de achterkant een orgaan of weefsel uitsluiten voor donatie.

Keuze 2:

Je geeft aan dat je GEEN donor wilt zijn.

Keuze 3:

Je kiest ervoor dat je het heel belangrijk vind dat je familie kan beslissen op het moment dat je overlijdt.
Zij mogen dan zeggen of je wel of geen donor word.
Je helpt ze wel als je alvast vertelt wat je wilt.
Dfan kunnen ze daar later rekening mee houden.

Keuze 4:

Wanneer je iemand voor je wil laten beslissen die geen familie of partner van je is.
Wanneer je overlijdt nemen de artsen contact met diegene op.
Hij of zij mag dan zeggen of je donor bent of niet.
Ook dan is het belangrijk dat je hem laat weten wat je graag zou willen.

Speciale wensen

Je kunt dus uit 4 verschillende mogelijkheden kiezen.
Wat niet kan is nog iets extras op het formulier schrijven.
Bijvoorbeeld: ik wil graag maar een nier doneren.
Als je zo`n wens hebt, kun je dat het beste aan je familie laten weten.
Zij zijn dan op de hoogt en kunnen er rekening mee houden.
Je kunt ook niet aangeven aan wie je je organen en/of weefsels wilt doneren.
De toewijzing gebeurt anoniem en alleen op basis van medische gegevens en criteria.
Zo word er gekeken naar bloedgroep, wat voor een soort weefsel iemand heeft, lengte gewicht, hoe ziek iemand is, en hoelang iemand al op een orgaan wacht.

6. De eerste geslaagde transplantatie

Pas in 1954 is het voor het eerst echt gelukt.
In Amerika kreeg een man met succes een nier van zijn broer getransplanteerd.

Nog steeds hopen we meer mogelijkheden om organen en weefsels te doneren.
Misschien dat we in de toekomst ook andere organen kunnen transplanteren.
Maar het zou helemaal mooi zijn als er helemaal geen ingewanden meer nodig zijn maar in plaats daarvan kunstorganen worden toegepast
Of als artsen in de toekomst  de organen kunnen “maken” met speciale              cellen.

7. Xenotransplantatie

Het transplanteren van dieren naar mensen noemen we xenotransplantatie. Het zou in de toekomst een oplossing kunnen zijn voor het tekort aan menselijke weefsels en organen.
Dierlijke organen kunnen echter niet zomaar worden gebruikt voor mensen; ze worden meteen afgestoten. Er word wel onderzoek gedaan naar mogelijkheden, maar er is voorlopig nog te weinig bekend over de risico’s xenotransplantatie . daarom is het nog verboden in Nederland.

8. F.A.Q.

Zijn er nog niet genoeg donoren???

In Nederland wachten 1500 mensen op een nieuw orgaan. En bijna 3.000.000 mensen hebben laten vastleggen dat ze donor willen zijn. Je zou toch zeggen dat dat genoeg moest zijn om de wachtlijsten te verwerken.

Hoe kan het dan dat er nog veel mensen dood gaan doordat er geen nieuw orgaan is? De oorzaak daarvan is dat niet iedereen die overlijdt, zijn of haar organen kan doneren. Omdat te kunnen moet je bijna altijd op de intensive care afdeling van het ziekenhuis overlijden en je organen moeten goed werken.
Omdat de de omstandigheden meestal niet voldoen, zijn er per jaar een paar honderd organen te weinig.
Te weinig om iedereen te helpen. Weefseldonoren zijn er gelukkig veel meer.

Wanneer kun je organen doneren?

Bij orgaan donatie gaat het meestal om mensen die overlijden aan bijvoorbeeld een hersenbloeding of verkeersongeval . die mensen zijn hersendood, maar door kunstmatige beademing kunnen de organen nog steeds zuurstofrijk bloed krijgen.
Daarmee blijven de organen geschikt voor transplantatie.
Orgaandonatie kan dus bijna alleen als iemand overlijdt in het ziekenhuis.
Want alleen daar is beademingsapparatuur. Voor orgaandonatie komen nieren, hart, alvleesklier, lever, longen en dunne darm in aanmerking.
Ook iemand die in een ziekenhuis overlijdt aan een hartstilstand kan nog donor zijn van nieren, lever en longen. Dit word non-heartbeating genoemd

Wat is hersendood?

Als je nog leeft, zorgen je longen ervoor dat er zuurstof in je bloed komt. Je hart pompt het bloed rond naar je organen. Als je hart stil staat, krijgen je organen geen zuurstof meer. Daardoor zijn ze niet meer geschikt voor transplantage.
Hersendood is anders dan hartdood. Je hersenen geven dan geen signaal meer aan de longen. je houdt dan op met ademen. Een machine kan het ademhalen voor een tijdje overnemen. Op die manier worden krijgen de organen toch zuurstof en blijven ze geschikt om te worden getransplanteerd.
Je kunt vaak alleen organen doneren als je hersendood bent.
Als je hersendood bent , doen je hersenen het niet meer. Je bent dan echt dood.
Je hersenen gaan het ook nooit meer doen. Dat word heel precies onderzocht door artsen. Je voelt dan niets meer, je denkt niks meer en je hersenen geven ook niet meer door dat je moet ademhalen.

Wanneer kun je weefsels doneren??

Het doneren van weefsels kan vaker dan het doneren van organen. Dat komt doordat je je weefsels ook kan afstaan als je niet i9n het ziekenhuis overlijdt maar ergens anders. Voor weefsel donatie is zuurstof niet zo belangrijk.
Je hoeft voor weefsel donatie niet doof te zijn. Je kunt vaak 12 tot 24 uur nadat je bent overleden nog weefsels doneren. Gedoneerde weefsels krijgen een speciale behandeling. Daardoor kunnen ze langer worden bewaard. Dit gebeurd bij weefselbanken. Bij weefseldonatie gaat het om hoornvliezen, huid, hartkleppen, bloedvaten en bot- en peesweefsel

Kun je ook een orgaan of weefsel doneren als je nog leeft?

Ja, dat kan. Maar meestal niet als je jonger dan 18 bent.
Ook bij volwassenen word heel goed gekeken of het wel kan voor je gezondheid.

Met welke organen kan dat?

De meeste organen heb je zelf nodig. Iemand die leeft kan niet dezelfde organen doneren als dan je dood bent. Zonder hart of longen ga je dood.
Bij leven kan je wel een nier, (een deel van de) lever, (deel van de) longen, beenmerg of bloed doneren.

9.soorten donaties

Jullie kennen orgaan en weefseldonatie al,

Bloeddonatie

De bekendste vorm van donatie bij leven is bloeddonatie.
Hoewel er in ons land zo`n 500.000 bloeddonors zijn, is er toch altijd behoefte aan nieuwe donors.
Elk jaar stopt namelijk 10% van de bloeddonors om diverse redenen.
Wie bloeddonor wil worden moet tussen de 18 en de 65 zijn.
Je kunt bloeddonor blijven tot je 70e jaar.

Beenmerg- of stamceldonatie

Sommige mensen hebben een ziekte aan het beenmerg,
Bijvoorbeeld leukemie.
Dan kunnen de stamcellen van de donor geen nieuwe meer aanmaken.
In zo`n geval kan donatie van levensbelang zijn.
Stamcellen kunnen verzameld worden uit beenmerg,
Maar sinds enkele jaren ook uit bloed.
Als de transplantatie slaagt, dan zullen de stamcellen in het beenmerg van de patiënt opnieuw bloed aanmaken.

10. Afscheid

Wanneer iemand is overleden, is het natuurlijk belangrijk dat je goed afscheid kunt nemen. Voor afscheid nemen heb je de tijd nodig. Gelukkig kan dat ook als iemand organen en weefsels doneert. Familie kan in alle rust afscheid nemen en hoeft zich niet te haasten omdat iemand donor is.

Hoe zie je er daarna uit?

Je familie en vrienden willen je misschien nog zien als je dood bent. De artsen zorgen er daarom voor dat je er niets meer van ziet als je donor bent geweest. Ze operen natuurlijk wel maar niet op plaatsen die zichtbaar worden als iemand opgebaard word. Dus nooit in het gezicht, in de hals of in de handen.  En de plaatsen waar geopereerd is word netjes gehecht en met pleisters bedekt. Als je huid doneert krijg je nog een extra pak aan, zodat je daar ook niets van ziet.

Begrafenis of crematie

Als je donor bent geweest, kun je ook gewoon worden begraven. Dit hoeft niet later te gebeuren

11. De wet

In de wet is bepaalt dat jongeren alleen een orgaan mogen doneren dat weer aangroeit. Hoewel je prima kunt leven met een nier mogen jongeren jonger als 18 geen nier doneren . die groeit namelijk niet meer aan.
Dat geldt ook voor de longen. Voor bloeddonatie moet je ook 18 zijn.
Bloed word wel weer bijgemaakt, maar die heb je tot je 18e hard nodig