Greenpeace
Greenpeace is ontstaan in 1972.
Greenpeace betekent groene vrede, green voor groen en peace voor vrede.
Greenpeace zorgt voor een schoon milieu.
De allereerste actie
Op veel plekken op aarde leven mensen in oorlog.
Sommige landen hebben zelfs atoombommen.
Sinds in 1945 zulke bommen 2 Japanse steden hebben verwoest, weten ze hoe verschrikkelijk de gevolgen van atoombommen kunnen zijn.
Die bommen moeten wel eerst worden uitgeprobeerd.
Dat doen ze door ze te laten ontploffen op afgelegen onbewoonde eilandjes.
De planten en dieren en ook het water hebben daaronder te lijden.
In 1997 maakt een groepje Canadese en Amerikanen ziek ongerust, over de Amerikaanse atoombomproeven op het eilandje Amahitka bij Olaka
Ze huurde een vissers bootje en gingen naar Amerika om te protesteren.
Hun tocht was overal op de wereld te zien op de televisie.
Die allereerste actie was een geweldloze actie voor het milieu en tegen oorlog.
Actievoeren
De actievoerders hielden het niet bij deze actie: ze richten Greenpeace op.
Ze spraken af nooit geweld te gebruiken bij deze acties die zij voerden.
Ze wilden proberen zo dicht mogelijk in de buurt te kopen van de plaats waar het milieu in gevaar is.
En zo waagde Greenpeace actievoerders zich vlak bij de grote en gevaarlijke dingen waar het milieu in gevaar zat.
Zoals bij jongen zeehondjes of bij het walvisjachten.
Maar ook bij het lozen van de troep die fabrieken achterlaten.
Altijd zorgt Greenpeace ervoor dat fotografen en filmcamera’s de acties volgden.
En dat is ook zo gebleven.
Wat Greenpeace wil is zoveel mogelijk mensen laten zien wat er allemaal wel niet met het milieu gebeurt.
Niet iedereen kan nu eenmaal zelf naar de Zuidpool gaan of met een zeilschip naar de stille oceaan varen.
Soms duurt dit jaren voordat de acties voltooit zijn.
En soms lukt het helemaal niet.
Één van de grootste successen uit de Greenpeace wereld kwam uit 1991.
Een heleboel landen besloten dat ze de eerste vijftig jaar niet zouden zoeken naar olie, gas en andere delfstoffen op Antarctica
Greenpeace heeft jaren lang hun best gedaan om Antartica het laatste werelddeel waar het milieu nog niet vervuild was te gaan beschermen.
Vergaderen
De acties zijn het meest opvallende deel van het Greenpeace-werk.
Maar Greenpeace doet meer.
Overal ter wereld vergaderen ministers en andere belangrijke mensen van allerlei landen over ernstige problemen.
Soms maken ze regels om het milieu te beschermen.
Greenpeace wordt dan uitgenodigd om hierover mee te praten.
Ook bezoeken mensen van Greenpeace wel eens een minister om te vertellen wat wij vinden. We proberen hem of haar te overtuigen van onze ideeën.
We hopen dan dat zij dat ook goed vinden.
Want om milieu problemen op te lossen moet de regering beslissingen nemen.
Voor Greenpeace is het dus belangrijk dat de mensen van de regeringen zich ook zorgen maken over het milieu.
De boten van greenpeace
Schepen zijn voor Greenpeace erg belangrijk.
We hebben de ze nodig, omdat we op sommige plaatsen moeilijk kunnen komen en door de schepen word het een stuk handiger.
Zoals bij de Japanse walvisjagers in de wateren van het zuidpoolgebied, bij Moruroa in de Stille Oceaan, bij het olieplatform Brent Spar in de Noordzee of bij de illegale vissers in de Atlantische Oceaan.
Natuurlijk kan er niet 1 schip op verschillende plaatsen tegelijk zijn, daarom hebben wij verschillende schepen.
Artic sunrise
Argus
Beluga
Esperanza
Rainbow Warrior
Rubberboten
Ook zijn er schepen die rustiger aan mogen doen( dus minder worden gebruikt) of schepen die zijn verkocht omdat hun taak erop zat.
Dat zijn deze:
Gondwana, MV Greenpeace, Sirius, Solo, Vega, Moby Dick.
Giftige stoffen
Huishoudelijk afval
Het afval dat jullie thuis in de vuilnisemmer gooien, noemen we huishoudelijk afval.
Veel Nederlanders scheiden hun huishoudelijk afval: het GFT-afval (groente-, fruit- en tuinafval) gaat in de groene bak en de rest gaat in de grijze.
Van het GFT-afval wordt compost gemaakt, dat we gebruiken in tuinen en plantsoenen.
Het ‘restafval’ is een heel ander verhaal: dat wordt naar grote, speciale ovens gebracht om het te verbranden.
Dat lijkt een goede oplossing.
Je hoeft immers minder rommel op een vuilnisbelt te storten.
Maar in de rook die de ovens uitstoten bij de verbranding, zitten giftige stoffen.
Nou hebben die ovens wel speciale filters, die deze stoffen tegenhouden, zodat er minder viezigheid in de lucht terechtkomt.
Maar die giftige filters moeten ook weer ergens worden opgeborgen of verbrand.
Dus eigenlijk ook niet de beste oplossing.
Industrieel afval
Speelgoed, computers of vloerbedekking: in fabrieken over de hele wereld worden allerlei producten gemaakt.
Daar blijft natuurlijk ook veel afval over, industrieel afval noemen we dat.
Als in dat afval veel giftige stoffen zitten, is het ‘gevaarlijk afval’.
Net zoals wij allemaal betalen voor de vuilnisophaaldienst, kost het bedrijven ook geld om van hun afval af te komen.
Zeker in rijkere landen kan dat aardig duur zijn.
Dat komt omdat we hier strengere milieuregels hebben dan in veel armere landen.
In Nederland geldt: hoe viezer je afval, hoe meer je moet betalen voor het opruimen daarvan. Logisch toch?
Maar sommige bedrijven wilden zo weinig mogelijk geld uitgeven aan hun afval.
Jarenlang ‘verkochten’ ze hun rommel aan armere landen.
Dat was altijd nog goedkoper dan het hier verbranden, storten of er nieuwe dingen van maken. En de armere landen konden het geld natuurlijk goed gebruiken.
Die landen werden dan misschien een beetje rijker, ondertussen vervuilden lekkende vaten en huizenhoge vuilnisbelten wel hun bodem, hun lucht en hun water.
Wat wil Greenpeace?
Gevaarlijke stoffen komen dus vaak als een boemerang weer bij ons terug.
Is daar nou niets tegen te doen? Gelukkig wel! Greenpeace vindt dat we de oorzaak van het probleem moeten aanpakken: het is beter om bij het maken van producten geen giftige stoffen te gebruiken.
En in de producten zelf horen ze ook niet thuis.
Bovendien is het helemaal niet nodig: er bestaan vaak ook schonere stoffen.
Verder wil Greenpeace dat fabrieken toegeven dat de vervuiling hun verantwoordelijkheid is. Ze moeten net als iedereen hun eigen troep opruimen.
Ook vinden ze dat het vieze en gevaarlijke slopen van schepen moet stoppen.
Maar ook dat nieuwe schepen moeten worden gebouwd zonder giftige stoffen en dat de gevaarlijke materialen op schepen die nu nog rondvaren en om de paar jaar worden opgeknapt, vervangen worden door schone.
Schone energie
Wind, zon en water
Bij ‘vuile energie’ lees je over hoe slecht het eigenlijk is om energie uit fossiele brandstoffen en uit kerncentrales te halen.
Dus wat moeten we dan als we liever geen stroom willen van kolen, olie, gas of kernenergie? Hoe moeten we dan aan onze energie komen?
Energie die schoon en veilig is en nooit op raakt?
Wat dacht je van energie uit zon en wind?!
Ook water en ‘schone biomassa’ zijn schoon.
Deze energiebronnen leveren elektriciteit zonder broeikasgas, zonder lastig afval, en zijn altijd voorhanden.
Windenergie uit je stopcontact
Al eeuwen lang gebruikt de mens wind als bron van energie.
Om zeilschepen met vracht over de hele wereld te laten varen.
En om molens te laten draaien en daarmee graan te malen of drinkwater te pompen.
Vanaf de Industriële Revolutie in de 19e eeuw kwamen er steeds meer machines en fabrieken. Kolen en gas werden steeds belangrijker om elektriciteit daarvoor te leveren.
Wind werd een beetje vergeten.
De laatste jaren verandert dat.
Want de wind is ook energie en kan dus ook elektriciteit maken: door windmolens.
Moderne windmolens lijken niet echt op de molens van vroeger.
Ze zijn gemaakt van staal en zijn veel langer en slanker met twee of drie lange dunne wieken. Die wieken heten rotorbladen.
Een rotorblad kan wel 50 meter lang zijn!
Een molen in je achtertuin
Omdat het onhandig is om in elke tuin een windmolen neer te zetten, staan ze vaak bij elkaar. Het beste kunnen windmolens in windmolenparken bij elkaar worden gezet.
De elektriciteit van al die molens samen wordt dan verzameld in een soort elektriciteitscentrale.
Die stuurt de stroom dan door de kabels van het elektriciteitsnet naar de stopcontacten in jullie huis en bij jullie op school.
Veel windmolens in Nederland staan op het land, en daar kunnen nog best wat bij.
Maar op de Noordzee is nog meer plek en daar staan de molens niemand in de weg.
En niet te vergeten: op zee waait het bijna altijd en ook nog veel harder!
Windmolens die bij elkaar op zee staan noemen we ook wel offshore windmolenparken – offshore betekent letterlijk ‘van de kust af’.
Een windmolenpark op zee met 1.000 grote windmolens kan genoeg energie maken voor de helft van alle huizen in Nederland.
Wat wil Greenpeace?
Om minder kooldioxide uit te stoten en daardoor klimaatverandering tegen te gaan, hebben heel veel landen in Kyoto (ligt in Japan) in 1997 afspraken gemaakt.
Al die afspraken samen noemen we het Verdrag van Kyoto.
In 2000 hebben de landen onderhandeld hoe ze deze afspraken moeten uitvoeren.
Vanaf 2008 moeten deze landen, ook Nederland, minder kooldioxide uitstoten.
Zo?n verdrag is natuurlijk wel belangrijk, maar Greenpeace wil eigenlijk veel liever dat we stoppen olie, kolen en gas te verbranden voor onze elektriciteit en dat kerncentrales hun deuren sluiten.
Daarom voeren we vaak actie tegen kerncentrales en fabrieken die kooldioxide en andere schadelijke broeikasgassen uitstoten.
Ook vindt Greenpeace dat er een einde moet komen aan atoomproeven en schepen die atoombommen of plutonium aan boord hebben.
Je moet er niet aan denken wat er gebeurt als twee onderzeeërs met atoombommen aan boord tegen elkaar botsen.
Greenpeace probeert ook regeringen en elektriciteitsbedrijven overtuigen dat ze hun geld en tijd moeten steken in schone energie in plaats van in vuile energie.
Dit kan door windmolenparken in zee te plaatsen.
En door meer zonnepanelen te maken, zodat de prijs per paneel flink omlaag kan.
Dan kan iedereen zijn eigen zonnepanelen kopen.
Het is ook belangrijk dat de regering zonnepanelen gaat verplichten bij het bouwen van nieuwe huizen.
Vuile energie
Een warme deken
Om de aarde zit een laag lucht, die we de atmosfeer of dampkring noemen.
De atmosfeer ligt als een deken om de aardbol en zorgt ervoor dat de temperaturen op aarde precies geschikt zijn voor mensen en al de verschillende soorten planten en dieren.
Sommige soorten passen goed in een koud klimaat, bijvoorbeeld ijsberen.
Andere passen goed in een warm klimaat, zoals palmbomen.
De atmosfeer werkt ongeveer als een broeikas in de tuinbouw, waarin groenten, fruit en bloemen groeien.
Omdat de warmte onder het dak van de broeikas blijft, kunnen de planten in de kas goed groeien.
Op aarde werkt het zo: de stralen en de warmte van de zon worden door de aarde teruggekaatst en de atmosfeer houdt een groot deel van die warmte vast.
Net als een broeikas.
Vandaar dat we spreken van het broeikaseffect.
In de atmosfeer zitten allerlei stoffen die warmte kunnen vasthouden en kunnen doorlaten. Belangrijke stoffen, dus!
Ze zorgen ervoor dat er geen al te rare dingen gebeuren met de temperatuur op aarde, zodat de broeikas waarin we met z?n allen wonen, mooi gelijkmatig blijft.
Niet dat het dan overal altijd precies even warm is, maar wel dat het elke lente ongeveer even warm is als de vorige lente.
Natuurlijk heb je wel eens een heel strenge winter of een snikhete zomer, maar meestal blijft het klimaat ongeveer hetzelfde.
Prachtig geregeld dus, in de natuur!
Kernenergie: dé oplossing?
Geen olie, kolen en gas dus.
Maar wat dan wel? Lange tijd leek kernenergie de schone en goedkope oplossing.
In elk land een paar kerncentrales en we zouden nooit meer olie, gas, kolen (en ook hout) nodig hebben.
Maar kernenergie blijkt helemaal niet zo goedkoop en schoon te zijn als we vroeger dachten. En vooral: kernenergie heeft erg lastig afval.
Spreekbeurt gemaakt door: SandRaaaaa:D