Inhoud
- Inleiding
- Fossielen
- Waar vind je haaientanden?
- Hoe vind je haaientanden?
- Soorten haaientanden
1. Inleiding
Mijn spreekbeurt gaat over haaientanden.
Niet de haaientanden die op de straat zijn geschilderd.
Niet schrikken het gaat over echte haaientanden.
Haaientanden die je in Zeeland op het strand vindt.
Deze zomer waren wij op vakantie in Nieuwvliet-bad in de provincie Zeeland.
Wij hadden al gehoord dat we op het strand haaientanden konden vinden.
Wij dachten dat dit witte tanden waren.
Op de camping was er een buurvrouw die al haaientanden had gevonden.
Zij liet die ons zien, en toen zagen we dat dat ze zwart waren.
Op het strand had mama twee haaientanden gevonden en toen werd ik nieuwsgierig en ging ik er zelf ook zoeken.
Ik ga jullie nu wat vertellen over haaientanden en laat jullie er straks ook zien.
2. Fossielen
De haaientanden die we op het strand vinden zijn fossielen.
De aarde is al heel oud en heeft er niet altijd zo uit gezien als nu.
Waar nu zee is was vroeger land of andersom.
De aarde veranderd dat gaat heel langzaam.
Als er een laagje zand of stenen over een dood dier of plant komt en daarna nog een laagje en nog een laagje wordt de laag steeds zwaarder.
Hierdoor veranderd deze laag langzaam in steen.
Als het dode dier of plant ook tussen deze laag zit dan kan deze ook in steen veranderen en dan heb je een fossiel.
Dit duurt miljoenen jaren.
Voorbeelden van een fossiel zijn:
- Steenkool
- Schelpen
- Haaientanden. Op het bord laat ik nu zien hoe dit gaat.
3. Waar vind je haaientanden?
Op het strand natuurlijk. Maar waarom niet op alle stranden in Nederland?
De provincie Zeeland is veel water en veel land.
Hier zijn op sommige plaatsen vaak overstromingen geweest.
Het land is hier vaak veranderd in water of andersom.
En daardoor zijn er ook veel fossielen.
Door eb en vloed verschuift het zand ook steeds op de bodem van de zee. Bij vloed spoelen de kleine haaientanden op het strand.
Ook op het land kan je soms haaientanden vinden.
50 jaar geleden was er een watersnoodramp.
Toen overstroomde bijna heel Zeeland.
De mensen hebben toen veel dijken en dammen gebouwd.
Hiervoor hadden ze veel zand nodig.
Deze zand haalden ze uit de zee.
Tussen het zand zaten veel haaientanden. Soms hele grote.
Deze haaientanden kunnen wel 40 miljoen jaar oud zijn.
4. Hoe vind je haaientanden?
Waarom zoeken mensen haaientanden?
De meeste mensen zoeken voor de sier.
Je kan haaientanden in een potje doen maar je kan er ook een mooie ketting van maken.
Andere mensen zoeken tanden om te leren.
Zij kunnen dan zien wat voor haaien er vroeger waren.
Sommigen mensen zoeken de tanden met een schep.
Zij graven dan een gat.
Als je goed kijkt kan je ze ook zo oprapen.
Het beste kan je ze vinden met een zeef.
Soms denk je dat je een haaientand hebt gevonden maar is het een steentje.
Als je het kan breken is het een steentje.
Ook kan je soms haaientande kopen.
Ik laat dadelijk een foto zien.
De tand in mijn hand kost 260 euro.
5. Soorten haaientanden
Ik zet nu bij elke groep een bakje met haaientanden.
Je mag er naar kijken en er aan voelen.
Je ziet dat ze allemaal verschillend zijn.
Dit komt doordat het tanden van verschillende haaien zijn en omdat het bijvoorbeeld hoektanden of snijtanden zijn.
De tanden waar streepjes op staan zijn niet van een haai maar van een rog.
Ik laat dadelijk nog foto’s zien.
Dit was mijn spreekbeurt. Ik hoop dat jullie er van geleerd hebben.