Spreekbeurt ‘Het Ziekenhuis’
Gemaakt door: Marjolein Nijkamp
Inleiding
Ik doe mijn spreekbeurt over het ziekenhuis, omdat ik het ziekenhuis altijd al interessant heb gevonden. Ik vind operaties interessant en ik kijk naar programma’s op tv over het ziekenhuis. Ik heb daarom allerlei materiaal verzameld over het ziekenhuis. En daaruit heb ik een aantal onderwerpen gekozen die met het ziekenhuis te maken hebben en waar ik het over ga vertellen.
De Verpleegkundigen
In het ziekenhuis werken artsen en verpleegkundigen.
Er bestaan 2 opleidingen om verpleegkundige te worden.
- Een opleiding “werken en leren”,
- Een opleiding “leren en stage”.
Sommige zieken hebben een speciale verzorging nodig. Denk maar aan patiënten die doodziek zijn. Of aan patiënten die geestelijk ziek zijn. Of aan kinderen. Om die te verplegen, heb je een aparte opleiding nodig. Je mag daaraan beginnen als je eerst een van de vorige opleidingen hebt gedaan. Je moet ook al werken in een ziekenhuis op een afdeling waar niet zo heel zieke patiënten verpleegd worden.
Als je het leuk vindt met kinderen te werken, kun je speciaal een opleiding doen voor kinderverpleegkundige. De opleiding duurt voor een jaar.
Artsen
In het ziekenhuis werken artsen die opgeleid zijn als specialist. Dat betekent dat zij van een bepaald onderdeel van het lichaam heel veel weten. Een huisarts weet van alles een beetje. Als een huisarts niet weet hoe hij je moet behandelen of denkt dat er meer onderzoek moet gebeuren, stuurt hij je door naar een specialist in het ziekenhuis. Je hebt oogartsen, oor, neus en keelartsen, Cardiologen die alles van hart- en vaatziekten weten, Urologen die alles van de blaas en urineproblemen weten, Gynaecoloog die alles van zwangerschappen en geboorte weten. Internisten die alles weten over de organen. Longartsen die alles van ademhalingproblemen weten. En oncologen die alles van kanker weten.
Verpleegafdeling
Op de verpleegafdeling liggen volwassenen die verzorgd moeten worden.
Kinderafdeling
Als kinderen zoals wij klachten hebben of wat anders, kunnen wij opgenomen worden op de kinderafdeling.
Voordat je een paar dagen naar het ziekenhuis moet, moet je dit meenemen:
Pyjama’s of T-shirts
Extra ondergoed
Eigen beker
Voor de baby een eigen flesvoeding en luiers
Knuffel of speelgoed
En medicijnen als je die thuis al hebt
De dagindeling van de kinderafdeling is niet zo leuk.
- je moet om 6.30 uur wakker worden
- dan wordt je temperatuur opgemeten
- Dan krijg je soms ontbijt op bed, want meestal moet je zelf eten meenemen, die je in je kamer in een koelkast moet zetten, maar wel met je naam erbij
- Om 8.00 uur mag je je gaan douchen of je word gewassen door een verpleegkundige
- Een arts en verpleegkundige komen alle kamers langs voor controle
- Als de arts en verpleegkundige er nog niet is geweest, moet je in je bed blijven wachten en je mag niet gaan spelen
- 11.30 je krijgt warm eten, dat is weer een voordeel als je kind bent, als je een volwassen bent en niet zo erg ziek, moet je je eten ophalen in een restaurant. Als kinderen hun eten ophebben, mogen ze spelen in een speelzaal speciaal voor kinderen gemaakt.
- 12.30 uur tot 14.00 moeten alle kinderen een middagrust houden. Je hoeft niet altijd te slapen, maar je moet wel stil zijn voor andere kinderen die misschien wel willen slapen
- om 14.00 uur mag je familie of vrienden op bezoek komen
- 17.00 krijg je brood, dit is het avondeten.
- Vanaf 19.30 uur moet het bezoek weggaan. Kinderen tot ong. 8 jaar moeten dan proberen te slapen. 8 jaar of oudere kinderen mogen nog even televisie kijken of lezen.
- 21.00 is het bedtijd. Nu moet iedereen gaan slapen.
En zo gaat het door.
Als je moet worden geopereerd. Moet je je eerst zo voorbereiden
- Je moet je thuis eerst douchen;
- Je mag niets meer eten of drinken als je in het ziekenhuis bent
- Je meld je aan bij de receptie en gaat daarna met de zuster mee naar een kamer voor de voorbereiding voor de operatie.
- Wanneer je aan de beurt bent, wordt je samen met een ouder naar de operatiezaal gebracht.
- Als je in slaap wordt gebracht, mag er ook maar 1 ouder erbij zijn. Als de operatie begint, moeten de ouders wachten in de wachtkamer.
- Na de operatie wordt je wakker in de uitslaapkamer. Als je goed wakker bent, mag je terug naar de kinderafdeling.
- op de kinderafdeling blijf je nog een paar uur voordat je misschien naar huis mag.
Spoedafdeling
Als iemand bijv. een auto-ongeluk heeft gekregen en is bewusteloos, moet je hem uit de auto halen en aan de kant op de grond neerleggen. Leg er een deken of iets anders warms overheen. Dan koelt hij niet af. Laat iemand de ambulance bellen. Blijf totdat de ambulance er is bij het persoon. Als de ambulance er is, wordt hij naar de spoedafdeling gebracht. Daar staan allerlei verpleegkundigen en artsen al klaar om het persoon te helpen. Er is zelfs een speciale operatiezaal als er snel moet worden geopereerd als dat nodig is.
Intensive Care
De intensive care is voor patiënten die heel erg ziek zijn, of een erg zwaar ongeluk hebben gehad. Zij moeten dag en nacht in de gaten worden gehouden en verzorgd moeten worden. De patiënten die op de intensive care liggen, kunnen meestal niet zelf ademen, of die aan de hartbewaking liggen als ze bijv. een hartaanval hebben gehad. En patiënten die allerlei infusen nodig hebben.
Operaties
Voordat je wordt geopereerd, wordt je eerst onder narcose gebracht. Dit doet een anesthesist. Als je een klein kind bent, krijg je een mondkapje. Als je ouder bent krijg je een infuus of een prik. Tijdens de operatie zijn de chirurgassistenten die het gereedschap aangeven, de chirurg die je opereert en de anesthesist die de hele tijd controleert of de patiënt goed onder narcose blijft. Als de operatie klaar is, ga je naar de uitslaapkamer. Als je dan goed wakker bent, ga je naar je eigen afdeling.
Het Zotel
Het Zotel is een hotel in het ziekenhuis waar patiënten wonen die niet meer de hele dag verzorgd hoeven te worden. Het is eigenlijk gewoon een huis waar je als je problemen hebt, gewoon de arts of verpleegkundige op kan roepen. De kamers in het hotel zien er ook niet uit als in een ziekenhuis. Het is net zo ingericht als in een gewoon huis. Het zotel is voor patiënten die van een operatie herstellen, maar nog niet naar huis kunnen. Voor patiënten die voor onderzoek naar het ziekenhuis moeten en voor vrouwen die een baby hebben gekregen. Familie kan ook blijven slapen. Het zotel is niet voor kinderen, maar voor volwassenen.
Het laboratorium
Op het laboratorium wordt het bloed van patiënten onderzocht. Dat bloedonderzoek is voor een arts erg belangrijk, omdat hij dan meer kan weten te komen over de ziekte van de patiënt. Bloedonderzoek is de laatste 50 jaar steeds belangrijker geworden. Bloedonderzoek wordt gedaan door laboranten.
Bloedonderzoek
Het bloed dat geprikt wordt komt terecht in een monster. Per dag worden wel 1000 tot 2000 monsters onderzocht. Bloed is vloeistof met cellen erin. Na een tijdje zakken de cellen van het bloed naar de bodem van het monster. Dan kan je zien wat het verschil is tussen dik en dun bloed. Het dikke bloed noemen ze bloedcellen. Het dunne bloed noemen ze bloedvloeistof. In de bloedvloeistof kunnen ze eiwitten, suiker en zout onderzoeken. Op deze manier kunnen ze kijken of iemand bijvoorbeeld suikerziekte heeft. In de bloedcellen kunnen ze 3 soorten onderzoeken:
- Rode bloedlichaampjes
- Witte bloedlichaampjes
- Bloedplaatjes
Zo kunnen de laboranten erachter komen of iemand de ziekte van pfeiffer heeft, want dan heeft die iemand teveel witte bloedcellen. Ze kunnen er ook achter komen of iemand bloedarmoede heeft, want dan hebben de rode bloedcellen een andere vorm en kleur. Bloedplaatjes zorgen ervoor dat je korstjes krijgt, als je een wond hebt.