Deze spreekbeurt werd gemaakt door Jennifer Wegman, 8 jaar.
Honden
De hondenfamilie
De hond is een hondachtige. Hondachtigen zijn roofdieren. Er zijn 35 soorten. In het wild jagen ze op konijnen en andere kleine dieren. Ook wolven, vossen, en jakhalzen behoren tot de hondachtigen. Ze lijken ook wel op honden.
Huishond
Een vrouwtjeshond heet een teefje, een mannetjeshond een reu. Aan elke poot heeft een hond vier tenen, en een hond heeft onder zijn poten een soort kussentjes om te voorkomen dat hij uitglijdt. Honden kunnen niet zo goed zien. Maar s’nachts zien ze juist heel goed. Een hond kan veel beter ruiken dan een mens. Een hond heeft zeventien spieren in zijn oren, zodat als hij een geluid hoort zijn oren ernaartoe kan draaien. Dan weet hij meteen waar het geluid vandaan komt.
Oerhonden
Honden zijn al heel lang huisdier. Zelfs al voordat de mensen huizen hadden. Al 10.000 jaar geleden leefden mensen samen met honden. Dat kunnen we zien aan botten en tekeningen uit die tijd. Die honden zagen er al anders uit dan de wolf. Toch stammen de honden van wolven af. Misschien heeft ooit een mens vriendschap gesloten met een vrouwtjes-wolf. Biologen hebben de honden goed onderzocht. Ze denken dat de meeste honden die nu leven, afstammen van één wolvin. Die wolvin leefde waarschijnlijk 100.000 jaar geleden samen met mensen.
Rassen
Als fokkers tevreden zijn over een soort hond, dan willen ze graag jongen die er net zo uitzien. Ze zorgen dat alleen mannetjes en vrouwtjes die veel op elkaar lijken puppy’s krijgen. Dan noemen ze het een ras. Er staat precies opgeschreven hoe de honden van elk ras er moeten uitzien.
Er zijn nu ongeveer 400 rassen. Sommige zijn heel bekend, zoals de Dalmatiër, de Boxer en de Duitse herder. Andere zijn minder bekend, zoals het Vlinderhondje en de Chowchow. De rassen zien er niet alleen verschillend uit, maar het gedrag kan ook erg verschillen. En het karakter.
Lichaamstaal
Als een hond gaat kwispelen als hij je ziet, vindt hij je aardig en is hij blij dat je er bent. Bij een hond die zijn tanden ontbloot moet je echt uit de buurt blijven, want dan is hij kwaad en kan hij je gaan bijten! Als een hond door zijn voorpoten zakt en zijn kont omhoog doet wil hij graag iets leuks met je doen. Honden draaiden vroeger rondjes op hun slaapplek voor ze gingen liggen. Dat doen ze om een goede slaapplek te maken. Daarom doen ze dat nu nog steeds. Als een hond probeert over je gezicht probeert te likken dan ziet hij jou als de baas van een roedel. (Een roedel is een grote groep honden.)
Hondengeluiden
Honden blaffen om heel veel dingen. Ze blaffen bijvoorbeeld als ze honger of dorst hebben, of dat je uit hun buurt moet blijven omdat ze je anders zullen bijten. Als honden janken, voelen ze zich alleen en angstig. Ook grommen honden weleens. Maar gelukkig bijna nooit, want dan is hij heel erg kwaad op jou, en zou hij je het liefste willen bijten. Als je langs een huis komt waar een grommende hond staat, dan
moet je er niet op letten en rustig doorlopen. Als je begint te rennen, zal de hond achter je aan komen en proberen je te bijten.
Smaak
Het klinkt raar, maar honden kunnen niks proeven. Dat betekent niet dat ze alles lusten. Voordat ze iets eten, ruiken ze er goed aan. Als iets lekker ruikt, dan eten ze het op. Het handige is, dat honden het beste kunnen ruiken als ze honger hebben. Dan ruiken ze ook sneller of je de bak al hebt bijgevuld.
Oren
Honden kunnen beter horen dan wij. Ze kunnen zelfs tonen horen die voor onze oren veel te hoog zijn. Sommige baasjes maken daar handig gebruik van. Die hebben een hondenfluitje. Zo’n fluitje kun je kopen bij de dierenwinkel. En als het de fluit is van zijn baasje, komt hij snel aanrennen.
Uit een hondenfluitje komt geen geluid, denk je misschien. Uit een hondenfluitje komt wel geluid, alleen is het een hele hoge toon. Zo hoog, dat wij het niet horen. Honden horen het fluitje wel. Er zijn verschillende fluitjes, en elk fluitje betekent iets anders. Je kan niet zomaar hondenfluitjes gaan gebruiken natuurlijk. Je moet je hond natuurlijk eerst leren om op het fluitje te reageren. Ze zijn eigenlijk niet handig, want als je een fluitje kwijt bent krijg je problemen.
Neus
Een hond kan heel erg goed ruiken. Sommige honden hebben er hun beroep van gemaakt. Die werken bij de douane. Zulke speurhonden kunnen ruiken of ergens in een koffer drugs verstopt zitten. Of bommen. Maar ook gewone honden ruiken de hele dag. Ze ruiken of er een andere hond langs geweest is. En wanneer. En soms ook wat die andere hond wilde. Honden maken ook speciale geuren. Bijvoorbeeld door tegen een lantaarnpaal te plassen. Daarmee laten ze ‘zien’ dat ze er geweest zijn.
Spelen
Puppy’s spelen heel veel. Ze kluiven bijvoorbeeld op een oude schoen en jagen op een tennisbal. Of ze jagen op de staart van een van hun broertjes en zusjes. Ook oudere volwassen honden spelen nog. Maar die doen andere spelletjes met hun baas, bijvoorbeeld het spelletje “Zoek”.
De helpende hond
Honden kunnen mensen goed helpen. Denk maar eens aan een blinden-geleidehond. Al 2000 jaar geleden werd aan honden geleerd om blinden te helpen. Nu zijn er zelfs speciale scholen voor. Niet alle honden slagen daarvoor. Honden die wel hun diploma halen, helpen hun blinde baasje met oversteken. Ze waarschuwen als er een trap komt, geven aan wanneer een bocht begint. En ze letten zelfs op of er niets is waartegen het baasje zijn hoofd kan stoten.
Andere ‘honden-beroepen’ zijn bijvoorbeeld jachthond, sledehond, politiehond of lawine-hond.
Blindengeleidehond
Het is erg lastig als je blind bent. Daarom zijn er blindengeleidehonden. Die zijn speciaal getraind om blinden te helpen. Eerst komt zo’n hond in een pleeggezin. Daar blijft hij ongeveer een jaar. Als dat jaar voorbij is, komt hij bij iemand die blind is. Daar kan de hond dan allerlei klusjes voor doen.
Politiehonden
Politiehonden, je raad het al, werken bij de politie.
Ze worden opgeleid om b.v. drugs op te sporen en om explosieven te ruiken, en ze beschermen hun baas ook.
Zwanger en geboorte
Een mens is 9 maanden zwanger. Een hond maar 9 weken. Dat is heel wat korter. Als de puppy’s bijna geboren worden, zoekt de moeder een rustig plekje. In de natuur zou ze het liefst een hol maken. In huis vindt ze een grote doos of een kist met kranten ook goed. De jonge hondjes worden erg makkelijk geboren. Soms slaapt de moeder zelfs. En dat terwijl ze misschien wel een achtling krijgt! Soms zelfs vijftien puppy’s in één keer. Dat is wel schrikken, als je wakker wordt!
Zo groeit een puppy
De eerste dagen: de puppy’s zijn blind en doof. Ze kruipen dicht tegen elkaar aan. Zo blijven ze warm en het is een veilig gevoel.
Eén week oud: puppy’s kruipen al een beetje rond. Ze drinken graag melk bij moeder en slapen veel.
Twee weken oud: ogen en oren beginnen open te gaan.
Drie weken oud: ze kunnen nu goed zien.
Vier weken oud: de puppy’s spelen veel.
Zes weken oud: de puppy’s hebben tandjes en drinken niet meer bij moeder.
Tussen zes en twaalf weken oud: de puppy’s mogen naar een ander baasje. Wanneer precies hangt af van het ras.
Eten
Een hond is een vleeseter. Een stuk vlees zal hij dus zeker lusten. Maar gewoon hondenvoer ook. Dat is minder duur en ook gezond. Hoeveel een hond moet eten, hangt af van zijn eigen gewicht. Een hondje van 5 kilo heeft aan 200 gram per dag genoeg. Een grote hond van 50 kilo eet zeker een kilo voer op een dag.
Geef je hond ook iets om op te knauwen. In de dierenwinkel hebben ze daar wel wat voor: rare schoentjes, namaak botten. Het ziet er gek en vies uit, maar houdt het gebit van je hond schoon en gezond.
Af en toe vis is ook goed voor een hond. Daarvan gaat zijn vacht mooi glimmen.