Spreekbeurt over de Husky

Husky

Spreekbeurt van Charlotte Meijer (2005)
Groep 5b – Willem de Zwijgerschool – Den Haag

Ik ga het hebben over een speciale vriendin van mij. Ze heet Dalai Ze is geen vriendin zoals Iris…., maar ze is een husky. Huskys zijn niet zomaar beesten, maar hele- speciale honden. Ze komen niet zo veel voor in Nederland.
Ze heten eigenlijk Siberische huskys, omdat ze daar vandaan komen.
Siberië is een deel van Rusland. Het is hier vaak erg koud. Het vriest hier zelf 9 maanden per jaar. Om tegen deze kou te kunnen hebben ze een dikke vacht. De Siberische husky is kleiner en lichter dan de andere sledehondrassen en is handig, sportief en is niet snel moe te krijgen. Hij blaft niet zo veel als andere rassen. De husky is een fijne gezelschapshond. Hij kan van 11 tot 13 jaar worden. Hij wordt tussen de 16 en 27 kilo. In Siberië wordt op hun mooie vacht gejaagd, maar in Nederland is dat gelukkig niet het geval.
De baasjes van Dalai zijn Henk en Henk. Ze zijn haast elke maand te vinden in de bergen van Zwitserland. Dalai houdt erg van rollebollen in de sneeuw.
Weet je dat zij een hele zielige en ook enge geschiedenis heeft gehad. Ik zal jullie iets voorlezen van haar verleden, zoals dat op haar website staat :
Mijn geschiedenis in een hondomdraai, zegt Dalai zelf.
Op het moment dat ik vier jaar werd, dat is tegen de dertig voor een mens, zat ik voor de vijfde keer in een dierenasiel.
Dit keer zou ik er tien lange maanden verblijven. Niemand wilde mij meer hebben, dachten velen, dacht ik. Een blokje rond met de krant leek zijn vruchten af te werpen. Zoals altijd weer vielen de hondenliefhebbers voor mijn uiterlijk met fraai getekende vacht en heel lichtblauwe ogen. De verzorgers gaven mij niet zomaar mee; ik ben geen hond die een paar keer per dag een kleine wandeling maakt. Ik ben ook geen hond die je overdag bij afwezigheid in een kooi kunt doen, ik zou volkomen gek worden. Bij kleine, in ogen prikkende en aan oren trekkende kinderen pas ik evenmin. Mogelijke baasjes kwamen naar me informeren en kijken. Als ze me al niet meekregen, dan schrokken ze wel van de wilde verhalen dat ik katten dood beet, eenden ving en eigenlijk een onmogelijk maar bloedmooi schepsel was.
Op een doordeweekse dag in de zomer van 1999, kwam weer eens iemand naar me kijken. De grote fotoposter met noodkreet in de hal van het Haagse dierenasiel schijnt wel indruk gemaakt te hebben. We maakten kennis, ik hield me op de vlakte; waarom weer blij zijn en wellicht na een paar weken of maanden teruggebracht worden naar een kooi? Maar nee, het pakte anders uit. De man kwam ‘s middags opnieuw en ik mocht mee! Wandelend naar het zoveelste vreemde huis deed ik zo normaal mogelijk: Je wilt contact? Doe dan ook maar je best. Eigenlijk wilde ik me niet meer kennismaken met nieuwe mensen. In het nieuwe huis kwam er ‘s avonds nog iemand bij, hij bleek er ook te wonen.
Dat ik nu hier sta, zegt genoeg. Thuis werden we met z’n drieën maatjes. Dat zijn we nog altijd, al zes jaar. Dit leven nu kan niet meer stuk. We maken goede wandelingen, we fietsen overdag of in de zomer ‘s avonds laat, en we treinen vaak naar de Zwitserse Alpen. Ons ideale vakantieplaatsje, vanwege de oneindige wandeluitdagingen met onderweg bijna altijd smeltwater én, hogerop de eeuwige sneeuw, ik ben daar helemaal tevreden. Hier beleef ik met mijn bazen veel plezier. Dit gaat nooit meer voorbij. Naast fiets of in tram ga ik mee naar kantoor. Soms kan het niet anders dan dat we vroegtijdig de tram uitstappen, zodra ik een kind met luchtballon zie heb ik het niet meer. Doodsbang ben ik hiervoor, ook voor plantenspuiten trouwens. Dat zal met mijn verleden te maken hebben.
Tot zover Dalai zelf.
Ik heb voor jullie een verassing. Willen jullie Dalai in het echt zien?
Maar even van te voren iets met jullie afspreken.
– Gillen en druk praten vindt zij vervelend, dus alsjeblieft heel rustig doen.
– Geef Dalai even de tijd om aan de klas te wennen, dus blijf op je plek zitten.
Dan ga ik nu Dalai en één van de Henken halen.
=================
Hebben jullie nog vragen over de spreekbeurt of aan Henk?.
Nou dit was mijn spreekbeurt.