Jack Russell

Werkstuk over de Jack Russell

De Geschiedenis van de Jack Russell

De Jack Russell is van oorsprong gefokt om op vossen( ook dassen en konijnen) te jagen. Het hol waar de vos in leeft, heeft een smalle en nauwe ingang, en dit is ook de reden waarom dit hondje zo klein is en de borstomvang van een Jack Russell maar twee handen breed mag zijn. Als ze al een beetje breder waren als dit, konden ze niet door het vossenhol omdat ze dan klem kwamen te zitten. Daarom selecteerden de jagers hun honden niet op hun karakter, maar op hun grootte en omvang. Als het hondje eenmaal in zo’n vossenhol is gekropen duurt het soms een lange tijd eer dat hij weer naar boven komt. Daarom heeft hij een zendertje om, en de jager een ontvanger om nauwkeurig in de gaten te houden of de Jack Russell niet klem komt te zitten. Een andere jager zit vlak bij de ingang van het hol en luistert goed. Als hij geblaf hoort, weet de jager dat hij klaar moet gaan staan, en zodra de vos tevoorschijn komt, schiet de jager. Knap is dit zeker van deze hond, want ze lopen meters onder de grond, kunnen zich niet draaien, zien helemaal niks in het donker en zijn op zoek naar een vijand die bovendien ook nog groter is als zij. En dan bevind de vos zich ook nog op eigen terrein, maar op het moment dat hij de vos heeft gevonden ,blaft de Jack Russell  onbevreesd. Daar heb je heel wat lef voor nodig! Toch lijkt het niet alsof het hondje dit werk vervelend vind. De inspanning die hij heeft gepleegd, valt in ieder geval niet te vergelijken met apporteren of over hindernissen springen! Mensen die een Jack Russell hebben ,weten ook heel goed dat dit hondje bijna niet moe kan worden gemaakt!

Voor dit werk gebruiken ze geen commando’s of iets anders, het zit gewoon in het eigenschap van een Jack Russell.  Het is een echte werkhond, maar anders dan andere honden, zit de eigenschap van het jagen op vossen er nog steeds in.

Bouw/ karakter van de Jack Russell

Ze hebben een gespierde borst, spitse neus en (meestal) hangende oren. Hun vacht kan gladharig, gebroken of ruwharig zijn, en de kleuren van hun vacht kunnen verschillen, je hebt black and tan(zwart en bruin) , tricolor( 3-kleurig) en natuurlijk nog veel meer combinaties.  Het gewicht is rond de 5 kilo(van een volwassen hond) en ze zijn ongeveer 25 tot 30 cm groot. Jack Russell’s zijn over het algemeen stoutmoedig en hebben bijna geen angst,zijn vriendelijk en zelfverzekerd. Speels, sportief en alert zijn ook de karaktertrekjes van deze hond.

Omgang met mensen en dieren

Jack Russell’s zijn intelligente werkhonden en barsten van de energie. Op boerderijen en in paardenstallen maakt een Jack Russell zich nuttig door te jagen op ongedierte. Met zo’n hond als huisdier zul je echt vaak op pad moeten om het hondje uit te laten en hem de beweging te geven die hij nodig heeft. Maar het is wel echt genieten als je met zo’n energiek hondje op pad bent! Andere huisdieren zijn geen probleem behalve als de Jack Russell niet is opgegroeid met andere huisdieren of/en er niet aan gewend is. Jack Russell’s zijn echte mensenvrienden,ook al ze blaffen wel als er visite binnen komt ,maar ze onthalen die dan vrolijk. ‘’Hoe meer zielen hoe meer vreugde’’, schijnen ze dan te denken, zo opgewonden zijn ze dan. Jack Russell’s zijn altijd in voor een spelletje en het kan niet lang genoeg duren! Met andere honden kunnen ze wel goed mee overweg, alleen af en toe kunnen ze soms fel zijn, en bijvoorbeeld hun bal of stok willen bewaken. Uitdagingen gaan zij niet uit de weg, en ze schijnen dan ook helemaal vergeten te zijn dat ze zo klein zijn.

De aanschaf van een Jack Russell

Op het moment dat je een beslissing hebt genomen, en deze goed heeft overwogen, komt het kiezen van de juiste pup aan bod. Het begint met het kiezen of je een reu of een teef wilt. Natuurlijk heb je dat een teef twee maal per jaar gedurende 3 weken loops is. Een reu denkt het hele jaar aan voortplanting, en als er een teef in zijn blikveld zit, moet hij er gelijk op af. Ook karakterverschillen zitten hiertussen. Een reu is over het algemeen wat zelfstandiger en ook wat pittiger van karakter dan een teef. Een reu is vaak ook wat groter en steviger gebouwd. Als er al een reu of teef in huis rond loopt, kies dan voor de teef-teef combinatie of reu-reu. Een teef-reu combinatie gaat niet altijd goed en kunnen dan onderling wat ruzies hebben.

Als dat besluit is genomen, is het nog de vraag waar je de pup vandaan gaat halen. Fokkers kruisen vaak een Jack Russell met een ander soort, maar als pup kan je de ‘’echte’’ Jack niet van de ‘’gekruiste’’ onderscheiden. Daarom is het slim om (als je een ‘’echte’’ Jack Russell wilt) te vragen of ze foto’s hebben van de vader en moeder. Wanneer het geen rasechte pup is, kan het zijn dat hij/zij een erfelijke ziekte  heeft. Let daar dus goed op,en vraag anders ook naar de stamboom. Alleen als je een Jack met een officiële stamboom koopt, weet je zeker dat het een raszuivere Jack Russell is, dus met zijn typische karakter eigenschappen en trekjes. Laat je ook niet ‘’verblinden’’ door het feit dat de fokker zegt dat de pup een kampioenafstamming heeft. Vrijwel alle honden hebben wel een kampioen in de familie zitten, en ondanks dat de vader en moeder tophonden zijn, kunnen ze een ‘’doorsnee’’ hond ter wereld zetten. Andersom kan ook, dus hecht niet te veel waarde aan de ‘’kampioenen in de familie’’. Belangrijk is ook bij het kiezen van de pup, dat de omgeving waar ze geboren worden, goed verzorgd, schoon en ruim. Ook is het handig dat ze al kennis hebben gemaakt met de gewone huiselijke geluiden zoals de stofzuiger,televisie, de deurbel enz. en met het knuffelen en aandacht geven door verschillende en onbekende mensen, of met kinderen. Een pup die weinig of geen van deze indrukken heeft gehad in zijn ‘’beginperiode’’, haalt deze achterstand moeilijk in. Een fokker die bezig is met hoe de pups terecht komen, wil vaak het beste voor zijn honden. Wanneer je het nestje gaat bekijken, let dan ook op hoe de fokker met de moeder en haar pups omgaat. Hier kan je vaak ook heel veel uit op maken. Let ook op hoe de moeder van de kleintjes op jou komst reageert, het is normaal dat ze haar jongen beschermt, maar wanneer ze zenuwachtig wordt, gaat blaffen en druk doet, is dit geen goed teken. Vooral omdat haar puppy’s hun moeder als hun grote voorbeeld nemen.  Wat ook belangrijk is, is natuurlijk het gedrag van de pups zelf! Gezonde pups zijn speels en ondernemend en hebben een open karakter. Wat ook belangrijk is, is het uiterlijk van de puppy’s .  Let ook  op vlooien in hun vacht,  vieze oortjes of een vuile (of onverzorgde) vacht.

Wanneer je een goede fokker hebt gevonden, moet je kiezen welke pup je mee naar huis gaat nemen. Veel mensen zeggen dat je de pup die het eerste op je komt, moet nemen. Hoewel honden ook zo hun voorkeur hebben, lopen meestal alle gezonde en ondernemende pups op je af. De eerste pup die zijn tandjes in jou schoenen of broekspijpen zet, is vaak de brutaalste, en dominantste. Wil je een pittig hondje, dan zal dit de perfecte keus zijn. Een pup die verlegen is, bloeit het beste op in een rustige omgeving, dus geen druk gezin met kinderen. Wanneer je twijfelt, is het slim om te overleggen met de fokker, want die ziet hoe de pups opgroeien en hoe ze zich gedragen.

De eerste dagen

Wanneer het dan eindelijk tijd is om de pup op te halen, krijg je waarschijnlijk wat voer mee dat de pup al gewend is. Dit voorkomt snelle wisselingen van voer, wat kan leiden tot diaree. Ook een lijstje met daarop wat en hoeveel eten de pup nodig heeft. Het is een goed idee om een lapje mee te vragen waar de geur van de moeder en het nest aan zit. Hier hebben ze veel aan op het moment dat ze in hun nieuwe huis komen. Dat lapje ruikt dan vertrouwt en helpt de pup wennen aan de nieuwe omgeving. Wat je altijd hoort mee te krijgen, is het entingsboekje, met daarin wanneer de pup is ingeënt en wanneer dit moet worden herhaalt. Vaak moet je ook nog een koopcontract tekenen waarin de rechten en plichten van de (ver-)koper in staan. Handig is ook om te weten of de pup is gechipt, en of je een stamboom mee krijgt. Deze is vaak nog niet klaar, omdat er nog allerlei informatie  in moet worden gezet.

Eindelijk dan op weg naar huis met jou nieuwe aanwinst in de auto. Hou er rekening mee dat de pup wagenziek kan worden, en als de rit in de auto langer dan een halfuur, moet de puppy halverwege zijn behoefte doen. Eenmaal in huis moet hij/zij zoveel mogelijk met rust worden gelaten zodat de pup rustig aan zijn nieuwe omgeving kan wennen. Wijs hem wel de waterbak en zijn eigen plekje(bijv. kamerkennel, mand of kussen) met het lapje uit het nest. Zodra hij moe wordt, zal hij die bekende geur opzoeken, en zo daar rustig gaan slapen.

De eerste nacht is het lastigste voor jou nieuwe aanwinst, en voor jou. Hij is dan voor het eerst alleen, en gaat contact zoeken met nestgenootjes door te blaffen, piepen en janken. Dit kan heel zielig gevonden worden, maar als je dan naar hem toe gaat, wordt hij beloont. Ook als je boos wordt, heeft hij nog steeds succes, want dan is hij niet meer alleen. Als je dit doet, kan hij er een gewoonte van maken, dat als hij (niet gewenst) alleen is, ook gaat blaffen en piepen. Het helpt vaak om een kruik met de lap uit het nest erom heen in de kamerkennel of mand te leggen. Door de warmte en de vertrouwde geurtjes, valt de pup dan sneller in slaap.

Opvoeding

Een Jack Russell heeft een zeer consequente opvoeding nodig, omdat hij gewend is om zelf de beslissingen te maken. Ze gehoorzamen hun eigenaar niet omdat ze hem graag van dienst willen zijn, maar omdat ze het zelf leuk vinden. Daarom moet de opvoeding ook altijd leuk blijven, en uitdagend. Wanneer een Jack Russell niet gehoorzaamt, zegt dat meer over de eigenaar als over de hond. Vaak denken mensen namelijk;’’Oh, lekker makkelijk,zo’n klein hondje. Die hoeven we ook niet zo goed op te voeden’’ of zo iets. Intelligent zijn ze zeker, en zodra ze merken dat hun eigenaar niet de volle controle of aandacht heeft, maken ze daar gelijk gebruik van. Het gevolg daarvan is dat de hond precies doet waar hij zelf zin in hebt.

Een voordeel van zo’n slim hondje, is dat ze heel snel leren. Dus als je ze goed opvoedt, luisteren ze ook prima naar hun baasje en dan heb je ook veel plezier van.

Socialisatiefase is de belangrijkste fase van het leven van je hond.  In deze fase leert hij alles kennen, en of hij er bang voor moet zijn of niet. Als je hond in deze periode negatieve indrukken op met katten, zal hij daar zijn hele leven last van blijven hebben. Het is dan ook belangrijk dat je pup in deze fase niet alleen verschillende, maar vooral goede ervaringen op doet. Zorg in alle gevallen dat je hond jou blijft zijn als zijn grote voorbeeld, dus gedraag je zoals je wil dat je hond reageert.

Benodigdheden

-een mand of kamerkennel:

Een mand of kamerkennel is het eigen plekje van je hond. Hier slaapt hij, hier ligt vaak zijn kluif of speeltjes, kortom,een belangrijke plek voor je hond. Als je kiest voor een mand, moet dit een harde kunststof mand zijn, want Jack Russell’s vinden het erg leuk om aan alles te knagen.  Kies je voor een kamerkennel of bench, is dit  een slimmere  keus omdat dit lekker veilig is, en niet makkelijk kapot gaat. Wanneer hij in de kamerkennel zit, kan hij ook niks vernielen wanneer hij alleen thuis is, of niet onder toezicht. Dit is ook ideaal tijdens de zindelijkheidstraining en de ‘’sloopperiode’’. Je hond kan namelijk moeilijk iets fout doen in de kamerkennel, omdat hij dicht zit.  Maak in beide gevallen het plekje aantrekkelijk door er een deken, kluif of speeltje erin te leggen.

-halsband en lijn

Een goed passende halsband is erg belangrijk voor je hondje. Vaak willen mensen de halsband op de groei kopen, maar dit is niet echt verstandig, omdat je hond dit gelijk door heeft en z’n kopje uit de halsband wringt.  Je hebt nylon halsbanden, die zijn voor een puppy ideaal, omdat dit materiaal onverwoestbaar is, makkelijk wasbaar, licht en zit lekker. Een geschikte lijn heeft ongeveer een lengte van anderhalve meter, zodat je hond voldoende ruimte heeft om te lopen. Rollijnen zijn ook te koop, maar kijk hiermee uit dat je minder controle over de hond hebt.

-voer en drinkbakken

Voer en drinkbakken zijn er in allerlei soorten en maten, maar het handigste is een ruime bak, zodat de hond minder voer morst. Lichtgewichte bakken zijn wel goedkoop, maar schuiven makkelijk over de vloer en zo kan je hond op het idee komen om de voerbak ergens anders mee naar toe te nemen. Aardewerken bakken kunnen makkelijk kapot vallen maar zijn wel zwaar zodat ze goed blijven staan. Roestvrijstalen bakken zijn licht en onverwoestbaar, maar ook deze schuiven makkelijk over de grond waardoor een houder wel makkelijk kan zijn.

-kauwartikelen

Kauwartikelen worden vaak gezien als een cadeautje, maar feitelijk hoort dit bij de standaard benodigdheden, voor puppy en volwassen hond. Dit zorgt dat ze zich niet snel zullen vervelen, zodat jou Jack Russell niet snel op meubels of andere dingen zal gaan kauwen maar ook zijn ze goed voor het gebit. Met de aankoop van kauwartikelen moet ook worden gelet op de kauwduur. Zo heeft een Jack Russell pensstaafjes binnen een mum van tijd op. Geschikter zijn dan grote en stevige botten, zoals buffelhuidbotten enz. Hoewel dit vreselijk klinkt vindt je hond dit een heerlijk lekkernij.  Hier meer over in het hoofdstuk over voeding

– speelgoed

Er zijn heel veel soorten speelgoed te koop voor honden, zoals piepballen en knuffels. Wanneer je een speeltje aanschaft, wees dan kritisch en bedenk wat je hond leuk zal vinden. Speeltjes die kapot kunnen gaan, geef die dan alleen onder toezicht. Hiermee voorkom je het inslikken van gevaarlijke onderdelen.

-vachtverzorgingsspullen

De vachtverzorging van een Jack Russell is niet heel moeilijk, maar het moet wel af en toe worden gedaan, met een borstel, een kleine slickerborstel met korte pinnen,een masagehandschoen of andere borstels.

-voeding

Het handigst is om kant en klare brokken te geven, maar let wel op de keuze van het merk. Belangrijk is dat het compleet is, en dat alle benodigdheden erin zitten die een hond nodig heeft. Geef nooit te veel voer als dat is aangegeven, en overleg desnoods met een dierenarts of de fokker waar jou pup vandaan komt, of je niet te veel geeft, of omdat je merkt dat je hond te dik wordt. Te dikke honden is alleen maar slecht voor de organen en verkort de levensduur van je hond.