Wat is het Jodendom?
Binnen het Jodendom bestaan drie richtingen: het orthodoxe ,het conservatieve en het liberale jodendom.
De orthodoxe joden houden zich strikt aan de joodse wetten en voorschriften die staan opgetekend in de joodse geschriften (de Thora en de Talmoed).
De conservatieve joden gaan wat vrijer om met de wetten en voorschriften. De liberale joden willen hun geloof een meer eigentijds gezicht geven.
Kenmerkend voor alle joden is dat zij het bestaan van God (in het hebreeuws: Jahweh, JHWH, ik ben die ik ben) als een vast gegeven accepteren; zij beschouwen God als de schepper van alles. Ook hebben zij allen de sabbat (zaterdag) als rustdag.
Er is maar één God, hij schiep de wereld en de mensen met een bepaald doel en Hij leidt het leven en de geschiedenis volgens een vast plan.
Vanaf de vroegste tijden beschouwen de joden zich als een volk dat op een uitzonderlijke manier door God werd geroepen en dus uitverkoren, zoals omschreven in de christelijke Bijbel en de joodse Thora.
Godsdienst en geschiedenis van de joden staan opgeschreven in het Oude Testament (christelijke benaming, oftewel de Tenach (joodse benaming).
Tenach betekent de letter T van Thora (wet), de N van de Nebiim (profeten) en de C van Chetoebim (geschriften).
- De Thora omvat de vijf boeken van Mozes: Genesis, Exodus, Leviticus, Numeri en Deuteronomium.
- De kern van deze vijf boeken vormen de tien geboden gegeven door Mozes , dit zijn de voorwaarden van het verbond dat God met de joden heeft gesloten.
- De Nebiim omvat historische boeken, zoals Jozua, Richteren, Samuel en Koningen en de geschriften der profeten zoals Elia, Hosea, Jesaja, Amos en Jeremia.
- De Chetoebim bevat historische boeken; zoals Kronieken en Ester, dichterlijke boeken; zoals Psalmen en Hooglied en wijsheidsboeken; zoals Job en Prediker.
De Thora bepaalt de kenmerkende levenswijze van de joden. Rond de 10 geboden groeiden langzamerhand 248 geboden en 365 verbodsbepalingen die allemaal in de Tenach zijn vastgelegd. Zij vormen een exact schema voor het leven vanaf de geboorte tot aan de dood.
Alle joodse tradities en godsdienstige gebruiken zijn aan de Thora ontleend, denk aan sabbat, de spijswetten (het eten moet kosher zijn), de besnijdenis, de Bar Mitswa en de feestdagen.
Geleerden hebben geprobeerd om de Thora te verklaren. Vele verschillende wijzen van uitleg zijn bijeen gebracht in een totaal van 6 boeken (Mishna). De bewerkingen en aanvullingen hierop heet de Gemara(toevoeging). De Mishna en de Gemara vormen samen de Talmoed.
Een opmerkelijk verschijnsel in het jodendom is het geloof in de komst van de Messias; hij zal het Koninkrijk Gods op aarde brengen. De rechtschapenen zullen beloond worden; de zondaars gestraft. Het joodse volk zal in een land bijeen gebracht worden en er zal een tijdperk van vrede en geluk aanbreken voor alle mensen.
Gebruiken en tradities nemen een belangrijke plaats in het leven van iedere jood in.
Als een pasgeboren jongen de leeftijd van 8 dagen bereikt wordt hij besneden. Daarbij wordt de voorhuid van de penis verwijderd. Deze ongevaarlijke ingreep wordt door een arts of een besnijder (moheel) uitgevoerd. Het gebruik wordt in het eerste boek van Mozes (Genesis) beschreven.
Op de sabbat na zijn dertiende verjaardag wordt de jongen een Bar Mitswa ; een zoon van de opdracht. Hij gaat voor het eerst naar de synagoge om een zegenspreuk uit de Thora uit te spreken. Vervolgens ontvangt hij de gebedsriemen (tefillin) met daarin de heilige teksten uit de thora en bevestigt deze om zijn linkerarm en op het voorhoofd. Daarna wordt hij opgenomen in de geloofsgemeenschap en is hij een man.
Sommige richtingen laten ook meisjes op een gelijksoortige wijze toe tot de geloofsgemeenschap. Zij wordt dan een Bat Mitswa: een dochter van de opdrach
De Joodse wijk in Jeruzalem.
Zij grenst aan de oostkant van de Armeense wijk en kan worden betreden door via de Jaffapoort rechts af te slaan.
Het stadsdeel heeft veel te lijden gehad van het beleg door de Arabieren en Jordaniërs in de maanden voor en na de stichting van de staat Israël. Dit had ook voordelen, want naderhand vonden archeologen nog zeer oude gebouwen en ruïnes.
Het Joodse stadsdeel is sinds 1967 in de oude stijl en sfeer herbouwd, waardoor een wandeling door de wijk een prettige ervaring is.
Er wonen enige duizenden, meestal orthodoxe joden te midden van mooie pleinen, synagogen, talmoedscholen, kleine restaurants en koffiehuizen.
Bezienswaardigheden zijn oude delen van muren uit de 8ste eeuw voor Christus en de ongeveer 8 meter hoge Israëlitische toren uit de eerste Tempelperiode. In het Burnt House zouden munten en huisraad aangetroffen zijn, die bij de ondergang van de Tweede Tempel zouden zijn verbrand. De munten zijn uit het jaar 69, een jaar voor de verwoesting.
Mea Shearim.
In de wijk Mea Shearim (Honderd Poorten) hebben zich Ultra-orthodoxen gevestigd na 1870.
Zij leven daar een aan zeer strikte regels gebonden leven. Mannen dragen er zwarte kleren en hoeden, velen met traditionele vossenbont omrande streimel en gekrulde haarlokken. Vrouwen vertonen zich in lange jurken met een hoofddoek of pruik over het kaalgeschoren hoofd.
Borden vestigen er de aandacht op dat ook vreemdelingen zich moeten houden aan enkele regels betreffende de kleding (lange mouwen, rokken tot de knie, geen shorts en mannen worden verzocht hoeden te dragen). Er zijn veel synagogen en talmoedscholen. Volgens de uitleg van de ultra-orthodoxe religieuze wet is fotograferen verboden.
Joodse taal.
Door de Diaspora (verstrooiing) zijn de joden verspreid over vele landen, ze spraken dus vele talen.
Hier zijn eigenlijk maar drie groepen van overgebleven: Hebreeuws-Duits, Hebreeuws-Castilliaans en Hebreeuws met een noordafrikaans accent.
De joden uit Centraal- ,West- en Oost-Europa worden Asjekenazim genoemd, zij spreken een Hebreeuws- Duitse taal, ook wel het Jiddisch genoemd.
De joden uit Spanje noemt men Sefardiem, zij spreken Hebreeuws- Castilliaans ofwel het Ladino. De joden uit het Midden- Oosten hebben geen speciale naam; men noemt ze Oosterse joden.
Wanneer is eten kosher?
Het voedsel moet geschikt en rein zijn volgens de bijbelse en rabbinale spijswetten (kashrut).
- Alleen herkauwende dieren met volledig gespleten hoeven zijn rein.
- Geen schelp- of schaaldieren.
- Vissen moeten op zijn minst een vin hebben die in het water zichtbaar moet zijn.
- Vlees kan niet met zuivelproducten gegeten worden, er moet minstens 6 uur tussen zitten.
Synagogen
Heichal Shlomo Synagoge (West Jeruzalem): zetel van het opperrabbinaat en dus het hoogste religieuze orgaan van de Joodse staat.
Hurvasynagoge (joodse wijk): werd in 1856 door Poolse joden gebouwd, in 1948 verwoest, slechts ten dele weer herbouwd. Herkenbaar door boven de huizen uitreizende ronde boog.
Ramban synagoge (joodse wijk): staat naast de Hurva synagoge, is een van de oudste joodse gebedshuizen van de wijk, in 1267 gesticht door rabbi Moshe Ben Nachmanides.
Sefardische synagogen (joodse wijk): bestaat uit vier 16e eeuwse synagogen, bekostigd door uit Spanje afkomstige Joden.
Synagoge van de Karaïeten (joodse wijk): deels ondergrondse synagoge.
Yeshurun Synagoge (West Jeruzalem): Grootste synagoge van de stad.
Torá
‘Tora’ is de naam van de vijf boeken van Mozes. Wij spreken wel van ‘wet’, maar dat is een slechte vertaling van het Hebreeuwse woord. Tora komt van een werkwoord dat onderwijzen betekent: de tora is Gods Woord dat wil onderwijzen en de weg wijzen – en dat klinkt toch anders dan ‘wet’.
De Hebreeuwse Bijbel is onder te verdelen in Tora, Nebi’iem (de profeten) en Chetoeviem (de geschriften). Met de beginletters van deze onderdelen noemen de joden hun Bijbel: TeNaCH.
We komen die onderverdeling ook in het Nieuwe Testament tegen, waar het gaat over ‘de wet van Mozes, de profeten en de Psalmen’ (bv. Lukas 24:44), of korter: ‘de wet en de profeten’ of ‘Mozes en de profeten’ – waarmee dan heel het Oude Testament bedoeld is.
De tora neemt een heel bijzondere plaats in. In de synagoge wordt er op elke sabbat een bepaald gedeelte uit gelezen. In één jaar wordt de hele tora gelezen. Op de dag na het Loofhuttenfeest wordt het slot van de tora gelezen, en wordt er gelijk ook weer een nieuw begin gemaakt, met Genesis 1. Die dag heet simchát tora (), ‘vreugde der wet’. De vreugde wordt o.a. geuit in een rondedans met de tora-rol.
Voor de lezingen is er een vaste indeling, in 54 delen (soms moeten dus 2 delen op één sabbat gelezen worden om rond te komen). Bij elk deel hoort een bepaald gedeelte uit de profeten of geschriften, de haftara. Zo is bv. het eerste gedeelte: Genesis 1:1-6:8 met Jesaja 42:5-43:11; het heet naar de beginwoorden van Gen. 1 beresjíet, ‘in den beginne’. (Zie verder het leesrooster voor 5763; link onderaan de pagina)
De rollen worden in de synagoge bewaard in een kast, de ‘arke’, die tegen de muur aan de kant van Jeruzalem is geplaatst. Doorgaans staan daarin meerdere rollen, elk met een hoes eromheen ter bescherming en een ‘kroon’ op de bovenste handvatten ter versiering.
Een tora-rol is gemaakt van perkament (van leer van een rein dier), en geschreven met speciale inkt. Elke rol wordt met de hand geschreven. De tekst komt in kolommen van max. 60 regels. Op één vel perkament komen 4 à 5 kolommen. Er zijn ongeveer 200 kolommen, dus 40 vellen perkament nodig. Is de rol eenmaal klaar – geschreven, gecontroleerd en in elkaar gezet – dan wordt hij op een feestelijke manier in gebruik genomen.
Een echte tora-rol is een kostbaar bezit. Letterlijk. Maar de tora is voor Israël vooral ook in figuurlijke zin kostbaar – dat komt o. a. uit in hoe de rollen gemaakt en gebruikt worden.
Jad
Je mag de tekst van de tora-rol niet zomaar met de handen aanraken. Daarom wordt bij het lezen de tekst aangewezen met een speciaal stokje, meestal van zilver, met aan het uiteinde de vorm van een handje. Daaraan ontleent het zijn naam: jad = hand.