Mijn spreekbeurt gaat over lichamelijk gehandicapten.
1 – Inleiding
Dit onderwerp heb ik gekozen omdat ik een vriendin heb die lichamelijk gehandicapt is. Ze is bijna 7 jaar en ze is 1 meter groot.
Haar ziekte heet in het Latijn OSTEOGENESIS IMPERFECTA , wat in het Nederlands “Brekebeen” heet.
Haar botten zijn niet sterk, ze breken snel, en zij groeit heel langzaam. Maar sinds wij elkaar kennen spelen we vaak met elkaar, en hebben we altijd heel veel lol met elkaar.
2 Breekbaar
Mijn vriendin kan niet lopen, ze schuift zichzelf door het hele huis, en soms zelfs buiten, zo komt ze vooruit.
Ze heeft daarom 3 rolstoelen, waarvan één elektrische, één om zelf te rijden, en één om in geduwd te worden, naar de winkels en zo.
Haar botten breken zo gauw dat ze iets kan breken als ze zich stoot. Ze heeft dan ook vaak een mytella om haar arm, en ze kan niet zomaar opgetild worden, dat moet op een speciale manier.
3 Gehandicapten zijn ook mensen !
Als we samen op straat spelen, dan wordt er altijd naar ons gekeken, mensen wijzen naar haar, en ze gaan met elkaar smiespelen. Soms wordt ze door kinderen zelf uitgescholden.
En als ze iets vragen, vragen ze het aan mij in plaats van aan haar,
alsof zij geen mond heeft om zelf te praten.
Bovendien omdat ze zo klein is, behandeld iedereen haar als een peuter, en dat is helemaal niet leuk voor haar.
Mijn vriendin en haar moeder vinden dat echt heel erg vervelend, en ze zouden graag willen dat mensen niet altijd staan te staren, en ze zouden graag willen dat mensen normaal doen.
4 Ze kan niet overal mee naar toe…
Elke ochtend komt er een busje om haar met de rolstoel op te halen en weg te brengen naar school, ‘s middags wordt ze weer thuisgebracht.
Ze kan niet zomaar naar een feestje, of er moet een lift zijn.
Nooit kan ze zomaar zelf even ergens naar toe. Ze moet altijd overal naar toe gebracht worden, zelfs naar de W.C.
5 Ze zijn niet GEK !
Dus als jullie nog eens iemand zien in een rolstoel, doe dan alsjeblieft GEWOON ! Ze zijn heus niet debiel, of vies, of eng of stom.
En hoewel je het misschien zielig vind, medelijden helpt echt niets, het is nou eenmaal zo, daar kan je niks aan veranderen.
Iedereen in een rolstoel wil het liefst GEWOON behandeld worden, een praatje, of een beetje hulp is altijd oké.
En ook een kind in een rolstoel wil wel met andere kinderen spelen,
dus ken je iemand, die in een rolstoel zit ? Probeer het eens.
Misschien wordt het wel je beste maatje.
Anna Hilhorst – januari 1999