Spreekbeurt over het menselijk lichaam

Welkom bij onze spreekbeurt. We houden het over het menselijk lichaam. Als je iets niet snapt steek je gewoon je vinger op en dan zullen wij proberen je vraag te beantwoorden. We vertellen je dingen over het menselijk lichaam

ONS LICHAAM

Het menselijk lichaam is een indrukwekkend en bijzondere machine. Het lichaam is veel ingewikkelder dan de meest uitgebreide computer. De prestaties van sporters tonen aan wat wij met ons lichaam kunnen, hoe lenig wij zijn en hoe groot ons uithoudingsvermogen is. Aan een schaakgrootmeester kun je zien hoe enorm groot het vermogen van de hersenen zijn.
De binnenkant van het lichaam is nog indrukwekkender. Miljarden cellen verrichten duizenden verschillende activiteiten. Zonder dat wij het weten, regelt het lichaam zijn eigen temperatuur, waterniveau, de vertering van het voedsel, de hartslag en nog heel veel andere dingen. De hersenen regelt al deze activiteiten. Zij ontvangen en slaan meer verschillende gegevens op dan een computer ooit zou kunnen.

Eigenlijk moeten we ons lichaam en hersenen als een geheel zien.

DE LICHAAMSBOUW

De huid

De huid is ons grootste orgaan. Deze buitenste laag van je lichaam maakt zo’n 15% van je gewicht uit. De huid heeft vele functies. Hij beschermd het lichaam tegen verwonding en vuil en ziektekiemen kunnen niet meteen binnendringen. Ook waarschuwt je huid als je iets scherps of heets aanraakt. Je huid regelt ook je lichaamstemperatuur en beschermt je inwendige organen tegen uitdroging. De huid is zeer dun, maar zit toch heel ingewikkeld in elkaar.

Hij bestaat uit drie lagen, van buiten naar binnen: de opperhuid, lederhuid en onderhuids bindweefsel.

De buitenste cellen die de opperhuid vormen gaan dood, vallen af en worden door nieuwe cellen vervangen (als je bruin wordt vervel je, dat zijn dus de dode cellen die afvallen en wat je ook ziet).

De lederhuid die dikker is dan de opperhuid, is sterk en rekbaar. Hierin zitten de zenuwen waarmee we druk, pijn en temperatuur voelen. Daaronder zit het onderhuids bindweefsel. Dat bestaat uit bindweefsel en vet.

Er zijn mensen met verschillende soorten huidskleur. Zo heb je bijvoorbeeld in Afrika zwarte mensen en in China gele mensen en in Europa blanke mensen. Dit komt door melanine, kleine korreltjes pigment in de opperhuid. Zo heb je dus huidskleuren van licht tot bruinzwart. Ook zijn er mensen die geen of weinig melanine hebben. Die worden albino’s genoemd. Melanine beschermt de huid tegen de zon.

Dik en dun

Het grootste deel van je lichaam wordt bedekt door een huid laag van 2mm dik. Maar, op de oog leden is de huid 0,5 mm dik en op je voet zolen zit wel 5mm huid.

Het skelet

Het skelet heeft meer dan 200 botten, De schedel heeft er 22, ieder hand heeft er 27, elke voet heeft er 26. Je ruggengraat telt eveneens 26 botten die allemaal tegenover elkaar kunnen bewegen. Je rug is dus heel buigzaam, probeer maar ! Het dijbeen is het grootste bot van de mens. De botten beschermen kwetsbare organen zoals de longen, het hart en de hersenen. Ze zorgen er ook voor dat we niet in elkaar zakken. Gewrichten verbinden de botten, zodat het lichaam met behulp van de spieren kan bewegen.

De spieren

De spieren zitten dus vast aan de botten. Je sterkste spieren zitten aan de zijkant van de mond en ze dienen om te kauwen. Vaak werken 2 spieren samen, bijvoorbeeld de buig- en strekspier van je arm. De biceps is het bovenste gedeelte van de spier in je arm, de triceps het onderste. Alle mensen hebben dezelfde spieren maar door te trainen kan je ze sterker maken. De spieren hebben energie nodig om te werken. Die energie haalt ons lichaam uit het voedsel.

De held Achilles

De held Achilles kon tijdens een gevecht niet gewond raken. Toen hij een baby was werd hij door zijn moeder in de rivier de Styx gedompeld. Nu was hij onoverwinnelijk. Hij bleef ongewond tot een vijand een pijl in zijn hiel schoot. Dit kon gebeuren omdat zijn moeder hem daar beet had toen ze hem in het water had ondergedompeld. De pees die je kuitspier met je hiel verbind is naar Achilles genoemd

· De spijsvertering

Het spijsverteringsstelsel is meer dan 8 meter lang. Als je eet gaat voedsel eerst door de slokdarm en daarna komt het in de maag terecht. Als alles in de maag is, is er al een half uur verstreken. De slokdarm heeft sterke spieren : zelfs als je op je hoofd staat kan je nog altijd eten. In de maag wordt voedsel gekneed en opgelost. Dan gaat het verder naar de dunne darm. Het duurt 3 uur voor het voedsel het begin van de dunne darm heeft bereikt. In de dunne darm wordt het voedsel door het lichaam opgenomen. Dit duurt ongeveer 2 uur. Daarna komt de dikke darm en wat er daarna gebeurt kan je wel raden !
De energie die het lichaam uit het voedsel haalt komt terecht in het bloed

 

De bloedsomloop

De kleur van bloed wordt bepaald door de cellen : de rode bloedlichaampjes. Dit komt omdat dit de meeste voorkomende cellen zijn in het bloed. Er zijn 2 miljoen rode bloedlichaampjes in een druppel bloed en je maakt er elke seconde 2,5 miljoen nieuwe. Een volwassen mens heeft ongeveer 5 liter bloed. Je bloedsomloop lijkt ook een beetje op een centrale verwarming. Hij vervoert warmte van warme naar koude lichaamsdelen. Bloed bevat ook nog witte bloedcellen en bloedplaatjes. Als je je snijdt zorgen de bloedplaatjes ervoor dat het bloed kleverig wordt zodat het bloeden stopt. Bloed is belangrijk omdat het tot overal in je lichaam geraakt en daar dus energie, warmte en zuurstof kan afgeven. Bloed stroomt natuurlijk niet zo maar. Daarvoor heb je een pomp nodig : het hart.

· Het hart

Het hart ziet er niet uit zoals wij het indenken. Maar het ziet er zo uit. Het hart heeft ongeveer de afmetingen van een gebalde vuist. Je hartslag kan je voelen op plaatsen in je nek en op je borstkas. Het hart van een volwassene klopt ongeveer 80 keer per minuut. Als je loopt of sport gaat je hart sneller slaan. Je hart is een zeer sterke spier.

· De longen

Als je lucht inademt gaat ze langs je neus en je mond naar je luchtpijp. De lucht reist verder naar je longen langs 2 buizen, de bronchiën. Dan komt ze in een longblaasje. In het longblaasje geeft het bloed kooldioxide af en neemt zuurstof op. Als je inademt gaat het middenrif naar omlaag en de ribben naar buiten. Als je uitademt gaat het middenrif naar boven en de ribben naar binnen. Wist je dat als je al de buizen van je longen achter elkaar legt, je veel meer dan 100 meter ver geraakt. De linker long is kleiner dan de rechter long om plaats te maken voor het hart. Als je al je longblaasjes open zou spreiden zou je een kwart van een tennisveld kunnen bedekken.

· De zintuigen

Wat je waarneemt met je zintuigen de huid, de ogen, oren, neus en mond dus wat je voelt, hoort, proeft, ruikt of ziet, wordt eveneens langs de zenuwen naar de hersenen gestuurd.

· De hersenen en het zenuwstelsel

De hersenen vormen de centrale die alles in je lichaam regelt. De buitenlaag van de hersenen is grijs. Dit is het deel van het ‘denken’. Je hersenen zijn gekronkeld zodat er meer ruimte is voor cellen. Ze zijn omgeven door een slijmerige vloeistof om ze te beschermen.
De zenuwen vervoeren boodschappen van je lichaam naar de hersenen of van je hersenen naar je lichaam. De ruggengraat is een belangrijke zenuwbundel. Als er daar iets mee gebeurt ben je verlamd of dood. De zenuwen voelen aanrakingen zoals pijn, koude of warmte. Je hebt meer zenuwen in je tong en je lippen dan in je armen of je benen.

DE BLOEDSOMLOOP

Bloedvatenstelsel

Je lichaam is voorzien van een netwerk van bloedvaten die zich een weg banen door elke millimeter van je lichaam. Dit enorme web van bloedvaten met het hart en het bloed vormt het bloedvatenstelsel. De sterkste bloedvaten zijn de slagaders die het bloed van het hart naar alle delen van het lichaam verplaatsen. Hun wanden moeten dik en sterk zijn om weerstand te bieden aan de hoge druk van het bloed. Bij elke hartslag wordt het bloed door het lichaam gestuwd.

Bloedvaten zijn er in verschillende maten, afhankelijk van wat zijn doen.

De grootste ,die we slagaders noemen, kunnen zo dik worden als je duim. Ze vertakken tot kleinere slagaders die zijn verbonden met haarvaten. Haarvaten zijn zo klein dat zij tussen lichaamscellen passen. Ze kunnen het bloed rechtstreeks naar de organen brengen.

Waarom worden we rood?

Als we sporten verbruiken we energie. Dan komt er warmte vrij. Om te voorkomen dat we te warm worden vervoert het bloed de warmte naar de opperhuid. De opperhuid laat de warmte uit het lichaam. Onder de huid van je gezicht zitten veel haarvaten. Als je het warm krijgt zwellen je haarvaten op en wordt je gezicht rood.

DE VOORTPLANTING

De geslachtsorganen

Elk mens begint zijn leven als een enkele cel. Deze cel wordt gevormd als een zaadcel van de vader samensmelt met een eicel van een moeder. De cel nestelt zich in de baarmoeder van de moeder en groeit daar tot een volgroeide baby. Na negen maanden kan de baby geboren worden. De baby begint aan zijn eigen leven buiten het lichaam van zijn moeder.

De vrouwelijke geslachtsorganen bestaan uit:

  • De eierstok
  • De baarmoeder
  • De blaas
  • En de vagina

De eierstokken liggen onderin het lichaam van de vrouw. De eicellen die in de eierstokken ontstaan komen via de eileider in de baarmoeder terecht. De vagina loopt van de baarmoeder naar de buitenkant van het lichaam.

De mannelijke geslachtsorganen bestaan uit:

  • De prostaatklier
  • De blaas
  • De zaadleider
  • Het urinekanaal
  • Het Cowperse klier
  • De testikel
  • De balzak
  • De penis

De zaadcellen ontstaan in de testikels die zich buiten het lichaam in de balzak bevinden. De zaadcellen gaan via de zaadleider naar het urinekanaal en verlaten het lichaam uiteindelijk via de penis. In de prostaat en Cowperse klier wordt het sperma gevormd er komt vocht bij.

De zwangerschap en de geboorte

Als de eicel eenmaal is bevrucht dan beweegt ze zich via de eileider naar de baarmoeder. Daar begint ze te groeien en binnen 8 weken worden de spieren, de botten, het bloed en het hart van de baby gevormd. De baby is dan pas 25 mm lang. De andere zeven maanden groeit de baby alleen nog maar en wordt hij dikker. De baarmoeder van de vrouw rekt zich uit en de vrouw wordt dikker en dikker. Ook worden de borsten groter.

In de baarmoeder drijft de baby(foetus)in vruchtwater. Het beschermt de baby tegen schokken. De baby krijgt voedsel en zuurstof via de navelstreng die vastzit aan de placenta. De placenta is een orgaan dat moeder en baby aan elkaar verbindt. Na de geboorte wordt de verbinding verbroken. Waar de navelstreng vastzat, ontstaat de navel van de baby.

Na ongeveer 9 maanden is de baby volgroeid en kan de geboorte beginnen. Meestal begint de geboorte met weeën. Dit zijn samentrekkingen van de gespierde baarmoeder. De weeën zorgen er voor dat de baby uit de baarmoeder wordt geperst.

Daarna komt de placenta er uit. Als de baby uit het lichaam is wordt de navelstreng af gesneden. Nu begint de baby voor het eerst te ademen.

Zo begint een nieuw leven op deze aarde!