Geschiedenis
Symbolen
Doel + Openingszin
Sonja Henie
Olympische spelen in Nederland
Geschiedenis:
De eerste Olympische spelen werden gehouden in Griekenland, Athene.
2000 jaar geleden. De naam van de spelen komt van de heilige stad “Olympia”. In die stad werden de spelen gehouden.
In die tijd geloofde de Grieken in allerlei goden.
Zeus was de oppergod.
Om te laten merken hoezeer ze hem vereerden hielden de Grieken om de 4 jaar een sportfeest.
De periode van 4 jaar tussen 2 Olympische spelen worden Olympiade genoemd.
2000 jaar geleden ging alles anders bij de olympische spelen dan nu.
2000 jaar geleden duurde het soms weken of maanden om in Olympia te komen.
De spelen duurde maar 1 dag.
De mensen vonden de spelen zo belangrijk dat de oorlog er voor werd stop gezet.
Het allereerste stadion was alleen een renbaan de toeschouwers zaten op een zandheuvel langs de renbaan.
De winnaar van die dag kreeg als prijs een olijfkrans gemaakt van olijftakken.
Ongeveer 1000 jaar later werd een Romeinse keizer “Theodosius 1” de baas in Griekenland.
Deze keizer geloofde niet in Zeus.
Daarom verbood hij de Olympische spelen.
In 1896 worden de eerste moderne Olympische spelen gehouden in Athene.
13 landen deden mee aan de spelen.
In totaal zijn dat 285 deelnemers.
De fransman “Pierre de Coubertin” kwam op het idee om de Olympische spelen weer terug te brengen.
Pierre heeft er voor gezorgd dat de spelen weer gespeeld konden worden en dat niet alleen de Grieken maar ook mensen uit andere landen mee konden doen.
Ook heeft Pierre er voor gezorgd dat de spelen om de 4 jaar in een ander land word gespeeld.
Symbolen:
De ringen en het vuur zijn de symbolen van de Olympische spelen.
De ringen steken in elkaar en dat staat voor verbondenheid.
Elke ring heeft een eigen kleur en dat staat voor een werelddeel.
De blauwe ring staat voor Amerika
De zwarte ring staat voor Afrika
De rode ring staat voor Europa
De gele ring staat voor Azië
De groene ring staat voor Australië
Het vuur symboliseert de eeuwige strijd van de mens om tot eenheid en verbondenheid te komen.
In Athene brand zogenaamd het Olympische vuur het vuur elke dag.
Op het moment dat de spelen worden gehouden in een land halen ze zogenaamd het vuur op in Athene.
De fakkel wordt dat aangestoken door het vuur in Athene via een estafetteloop word de fakkel naar het land toe gebracht waar de spelen dan gehouden worden.
In het stadion waar de spelen dan gehouden worden, staat een schaal die met de fakkel word aangestoken.
Deze schaal met vuur blijft branden van de eerste dag tot de laatste dag dat de spelen gehouden worden.
Doel:
Bij elke openingsceremonie van de Olympische spelen word begint de speaker met deze zin;
” Het belangrijkste bij de Olympische spelen is niet het winnen maar het deelnemen, zoals het in het leven niet begonnen is om te veroveren, maar om het leveren van een goede strijd”
Nu lijkt het alsof iedereen mee kan doen met de Olympische spelen maar dat is niet zo.
Als sportman of sportvrouw moet je je eerst kwalificeren om mee te mogen doen aan de Olympische spelen. Als dat is gelukt is dat al een hele grote prestatie.
Sonja Henie:
In 1924 werd Sonja Henie uit Noorwegen kampion bij het kunstrijden.
Zij was toen 11 jaar.
Haar vader trainde haar.
Zij was de eerste kunstrijder die op muziek reed en sprong.
Toen Sonja in 1937 vertrok naar Hollywood heeft ze films gemaakt over kunstrijden.
De eerste film heten “Een meisje uit duizende”.
De film werd heel bekend. Toen zij stierf in 1969 werd haar fortuin geschat op 100 miljoen gulden.
Olympische spelen in Nederland:
In 1928 werden voor het eerst de Olympische spelen gehouden in Amsterdam.
Niet iedereen was daar blij mee. Veel christenen in ons land vonden de komst van de Olympische spelen iets voor ‘heidenen’.
Ze vonden het bijvoorbeeld geen goed idee dat er op zondag gesport werd want dat is een rust dag voor de christenen.
Toen de tweede kamer geld wilde geven om de Olympische waren er te veel stemmen tegen dit voorstel.
Toen heeft de organisatie van de Olympische spelen een oproep gedaan aan de burgers van Nederland om geld te geven.
Binnen 14 dagen had de organisatie van de Olympische spelen anderhalf miljoen gulden opgehaald.
Er waren 2887 deelnemers uit 46 landen naar Amsterdam gekomen.
In 1928 was het voor het eerst dat vrouwen mochten meedoen aan de Olympische spelen.
Vragen:
Wie was Zeus? (Griekse oppergod)
Hoe heet de Romeinse keizer die de Olympische spelen had verboden? (Theodosius)
Voor welk werelddeel staat de rode ring bij de Olympische spelen? (Europa)
Kan iedereen zich opgeven voor de Olympische spelen? (nee, je moet je eerst kwalificeren)
Uit welk land kwam Sonja Henie? (Noorwegen)
In welk jaar werden de Olympische spelen gehouden in Nederland? (1928)