deze spreekbeurt werd gemaakt door Paula Koudenburg
Inleiding
- Voorwoord
- Wat is donorschap
- Hoe word je donor
- Welke donaties kan je doen
- Kan iedereen donor worden?
- Donoren tekort in Nederland
- Xenontransplantatie
- Conclusie
Voorwoord
Wij houden onze werkstuk over donorschap omdat we dat een interessant onderwerp vinden. Nu we dit onderwerp hebben onderzocht zijn we veel te weten gekomen over donorschap en aangezien ik ook (na mijn dood) organen wil afstaan weet ik een beetje hoe het in zijn werk gaat.Wij vinden het erg belangrijk en bijzonder dat mensen organen willen afstaan met de kans dat ze zelf kunnen overlijden, en zonder donaties zouden er niet zoveel mensen gered kunnen worden.
Wat is donorschap?
Wat is donorschap eigenlijk? Als iemand het heeft over donor zijn, bedoelt diegene het afstaan van organen en weefsels na de dood. Het gaat om de vitale organen: hart, nieren, lever, longen en alvleesklier. Zonder deze organen kan een mens absoluut niet leven. Onder weefsels die bruikbaar zijn na de dood vallen: huid, botweefsel (inclusief pezen en kraakbeen), hoornvliezen, hartkleppen en bloedvaten.
De kwaliteit van leven van patiënten gaat er enorm op vooruit, wanneer deze mensen een orgaantransplantatie hebben ondergaan. Het is echter moeilijk om aan deze organen te komen. Organen of weefsels zijn niet zomaar in een fabriek te maken, zelfs niet met de huidige wetenschap en technologie. De enige optie die overblijft, is dus bestaande organen te transplanteren naar de zieke patiënt.
Wat zijn problemen bij het doneren?
Een orgaan kan trouwens alleen worden getransplanteerd worden, als iemand hersendood is. Behalve nieren, want die kun je soms ook afstaan als je bent overleden aan een hartstilstand. Binnen 45 minuten tot 2,5 uur moeten de nieren dan gespoeld worden. De nabestaanden moeten dus dan zeer snel afscheid nemen. Omdat dat in praktijk niet zo vaak lukt, kiezen veel nabestaanden er dan ook voor om de persoon niet donor te laten worden.
Hoe word je donor?
In principe kan iedereen toestemming geven voor donatie, ongeacht gezondheid en leeftijd. Pas op het moment van overlijden kan een arts vaststellen of iemand echt donor kan zijn. Dingen die bij deze beoordeling een rol spelen zijn het moment, de plaats en de oorzaak van het overlijden. Ook de lichaamsconditie van de overledene en de kwaliteit van de organen en weefsels hebben invloed op een uiteindelijk besluit of iemand donor kan zijn.
Hoe word je donor?
Maar hoe word je eigenlijk donor? Vroeger had men het donorcodicil op zak. Op dit codicil geeft iemand toestemming voor orgaan- en/of weefseldonatie na overlijden ten behoeve transplantatiedoeleinden. Tegenwoordig is er een registratiesysteem waar mensen hun uiterste wil kunnen laten registreren. Dit
wordt centraal geregeld in het Donorregister dat gevestigd is in Kerkrade. De reden van het registratiesysteem is dat
het voor iedereen eenvoudiger is.
Een blanco donorregistratieformulier kunt je downloaden via het internet op de site www.donorregister.nl. Nadat je het donorregistratieformulier hebt ingevuld en opgestuurd naar het Donorregister wordt je beslissing, welke die ook is, in
het Donorregister geregistreerd. Je ontvangt een bevestiging, waarop alle gegevens die over jou in het Donorregister staan, worden weergegeven.
Van keuze veranderen
Het kan zijn dat iemand die zijn keuze heeft laten registreren, bij nader inzien iets wil veranderen. Dat kan op elk gewenst moment. Op het moment dat de wijziging bij het donorregister binnenkomt wordt de vorige registratie direct geblokkeerd en de nieuwe keuze vastgelegd. Hiervan krijg je opnieuw een bevestiging.
Wat is hersendood?
Hersenen hebben doorlopend behoefte aan toevoer van zuurstofrijk bloed. Als de hersenen langer dan enkele minuten bij een normale lichaamstemperatuur en zonder beïnvloeding door medicijnen geen zuurstofrijk bloed krijgen zijn ze onherroepelijk en totaal beschadigd, waardoor al de hersenfuncties voor altijd zijn uitgevallen. Men is dan hersendood, overleden.
Waarom moet iemand hersendood zijn om donor te kunnen zijn?
Om geschikt te blijven voor transplantatie hebben de vitale organen (hart, lever, longen, nieren en alvleesklier) tot aan het moment van uitname zuurstofrijk bloed nodig. Dat is alleen mogelijk als iemand overlijdt op de intensive care afdeling van een ziekenhuis aan de gevolgen van onherstelbaar hersenletsel (hersendood) en de bloedsomloop kunstmatig in stand gehouden wordt met behulp van beademingsapparatuur.
Welke donaties kan je doen?
Om welke organen en/of weefsels gaat het bij donatie?
Weefsels: huid, botweefsel(inclusief pezen en kraakbeen), hoornvliezen, hartkleppen, bloedweefsels.
Organen: hart, nieren, lever, longen, alvleesklier en darmen
Kan iedereen donor worden?
Kan iedereen donor zijn?
In principe kan iedereen tot 90 jaar donor zijn. Als je ziek bent kun je misschien niet alle organen en weefsels afstaan, maar wel een aantal. Alleen bloedvergiftiging en AIDS sluiten orgaan- en weefseldonatie helemaal uit. Kun je donor worden als je een piercing of tatoeage hebt? Ja. Het is wel zo, dat als de tatoeage of piercing 6 maanden of korter vóór het overlijden is aangebracht, er geen donatie kan plaatsvinden. Dit wordt dan namelijk als risicofactor beschouwd voor HIV-besmetting. Is het langer geleden
dan die 6 maanden, dan maakt het niet meer uit.
Kun je donor worden als je homo bent?
Mensen met een verhoogd risico op besmetting met HIV (ook wel HIV-virus of Aids-virus genoemd) kunnen beter geen toestemming geven voor donatie. Dit zijn mensen die vaak van zichzelf weten dat zij tot de risicogroepen behoren, zoals alcohol- en drugsverslaafden en mensen met veel wisselende seksuele contacten.
Het is daarbij belangrijk om te beseffen dat de medische wetenschap steeds vooruit gaat. Dit kan betekenen dat de regels over wie wel donor kan zijn en wie niet in de toekomst anders kunnen zijn.
Donoren tekort in Nederland
Er wordt in Nederland niet zo veel gesproken over donoren tekort, maar het is wel aanwezig.In vergelijking met andere Europese landen staat Nederland onderaan wat betreft het aantal transplantaties per jaar.De grote verschillen tussen Nederland en andere Europese landen komen door de verschillende systemen waarmee de landen werken. Duitsland bijvoorbeeld werkt volgens een bezwaarsysteem. Dit betekent dat iedereen automatisch donor is, je moet bezwaar aantekenen als je geen donor wilt zijn. Nederland werkt volgens een toestemmingssysteem. Hier moet je dus eerst toestemming geven voordat je donor kunt zijn.Hiervoor
Moet je dus eerst toestemming geven voordat je donor wordt. Het schijnt dat dit veel minder donoren oplevert dan het bezwaar systeem.
Xenontransplantatie
In veel landen is er een tekort aan organen die kunnen worden getransplanteerd naar mensen. Ook in Nederland is dit het geval. De wachtlijsten zijn langer dan er organen beschikbaar zijn. Zo zijn er bijvoorbeeld in 1998 379 niertransplantaties uitgevoerd terwijl er op 31 december 1998 dan nog 1177 mensen op de wachtlijst staan. Deze mensen zouden dan ongeveer 3 jaar moeten wachten op een nieuwe nier. Iets wat gewoon veel te lang is.
Om de wachtlijsten te verkorten wordt er gezocht naar andere opties bijvoorbeeld xenontransplantatie.
Wat houdt xenontransplantatie in?
Xenontransplantatie houdt in dat in levende cellen,weefsels of organen van het ene diersoort naar het andere wordt getransplanteerd.Dit kan ook van een dier naar een mens zijn.
Het zou dus bijvoorbeeld zo kunnen zijn dat iemand die jij kent met een varkensnier rondloopt. Het is al jaren zo dat de hartkleppen van varkens worden gebruikt voor mensen maar men is nu ook aan het experimenteren om volledige dierlijke organen te transplanteren.
Risico’s
Verder zijn er nog veel risico’s verbonden aan deze transplantaties. De grootste vraag is: Hoe lang houdt het orgaan het vol? Het hart bijvoorbeeld. Een varken wordt maar zo’n 10 tot 15 jaar oud. Dit kan je dus niet transplanteren naar een kind want het kan dan niet erg oud worden.Maar niet alleen het hart zorgt voor problemen ook andere organen hebben dit. De functies van de organen zijn niet precies hetzelfde. Er wordt meer of minder geproduceerd of op een andere manier. Bij weefsels en cellen is dit meestal niet het geval.De tweede vraag is of het orgaan zal worden afgestoten.Dat kan binnen enkele minuten gebeuren maar ook pas na enkele maanden. Tussen dieren die erg op elkaar lijken is de kans op afstoting minder groot dan bij dieren die minder op elkaar lijken qua bouw. Afstoting komt doordat het getransplanteerde orgaan wordt gezien als vreemd.
Conclusie
Wel of niet donor worden blijft een persoonlijke beslissing. Iedereen moet voor zichzelf, voor zijn levenssituatie en overtuiging een keuze maken. Vanuit elke overtuiging zijn veel voordelen maar ook nadelen te bedenken. Vaak spelen gevoelens van angst een te grote rol in de beslissing om wel of niet donor te worden.
Het bezwaarsysteem vinden we een goede oplossing omdat veel mensen het er wel mee eens zijn donor te worden alleen de moeite niet nemen of er niet aan denken een donor codicil in te vullen. De reden waarom mensen wel donor worden is natuurlijk dat je er mensenlevens mee red. Mensen die voor donatie zijn denken er als volgt over. Na de dood zijn je organen nutteloos. Ze liggen in de grond te verrotten, of worden verbrand tijdens de crematie. In beide gevallen heeft niemand er meer iets aan.