Spreekbeurt door Lonneke Stiebolt
- Inleiding
- Geschiedenis van het paard
- Rassen
- Uiterlijk van het paard
- Benaderen van een paard/pony
- De verzorging
- Het rijden
- Leuke weetjes
1. Inleiding
Ik doe mijn spreekbeurt over paarden en pony’s omdat ik zelf op ponyrijden zit en het hele lieve dieren vind. Zoals jullie misschien al weten na al mijn verhalen.
Als ik klaar ben met mijn verhaal mogen jullie vragen stellen.
Een paardenfamilie bestaat niet alleen uit vader/moeder/kind. Paarden leven in een grote groep, dat noem je een kudde, ze blijven bij elkaar. In een kudde leven jonge en oude paarden
Moeder paard =merrie
Vader paard= hengst of ruin (gecastreerde hengst)
Het jong noemt men een veulen, is nog geen jaar oud.
Er is 1 leider in de kudde, soms moeten ze vechten om uit te maken wie de baas is.
2. Geschiedenis
Paarden bestaan al heel wat jaren, ong. 70 miljoen jaar, dus heel wat langer dan de mens.
De 1e paardachtigen werden ontdekt in Noord-Amerika. Ze waren ongeveer 30 cm. (kleine hond) en leefden in de bossen.
Dat 1e paard wordt EOHIPPUS genoemd, = paard van de dageraad.
Later ontstonden grotere dieren die meer op de huidige paarden/pony’s lijken.
Het 1e echte paard (equis)verscheen 250.00 jaar geleden, daar stammen de ezels paarden en zebra’s van af.
Omdat mensen tegelijkertijd en op verschillende plaatsen gingen fokken ontstonden er vele paardenrassen en paardentypen. Hierover later
De mens heeft het paard gebruikt voor: voedsel (paardenbiefstuk)
Werk (boerderij)
Strijd (in het leger)
Vervoer (later auto’s)
Jacht
Ontspanning en sport
3. Rassen
Er zijn op de wereld meer dan 200 erkende rassen (bij een stamboekregister ingeschreven)
Elk ras heeft zo zijn eigen kenmerken: bouw, stokmaat, kleur.
Naast de rassen zijn er ook bepaalde types van paarden: Jachtpaarden, rijpaarden, pony’s zijn ook types paarden.
Bekendste ponyrassen :
Fjord: uit Noorwegen, werd door boeren als trekpaard gebruikt. Vacht is blond en heeft rechtopstaande manen. Schofthoogte 1.40 m (ZAZOU, SPIRIT)
Dartmoor: uit Zuid-Engeland, leeft in wild en op de heide. Rustig en vriendelijk. Schofthoogte 1.20-1.25
Exmoor: Leeft in Engeland bij de Dartmoor , een van de oudste ponyrassen. Schofthoogte 1.22-1.25 mtr
Shetlandpony: van de Shetlanderlanden voor Schotland. Werd vroeger gebruikt als lastpony, in de mijnen. Geschikt voor kleinere kinderen.
schofthoogte 1.02-1.07
Welsh Mountain pony: sterk oud ras. Zelfs de Romeinen fokten hier al mee.
Geschikt voor rijpony voor kinderen.
Bekendste paardenrassen:
Lipizzaner: uit Spanje en Slovenië (lipizza) Meeste volwassen lipizzaners zijn wit en de veulens zijn zwart. Schofthoogte:1.53-1.60
Pinto: bontgekleurd paardenras, door indianen in Noord-Amerika gebruikt, donkere vacht met lichtere vlekken of zwart-witte pinto’s Schofthoogte 1.45-1.60
Hannoveraan: goede springpaarden, een Duits ras.
Holsteiner: oudste Duitse volbloedras, landbouwpaard. Nu spring en dressuur. Schofthoogte 1.63-1.75
Fries: een trots en vriendelijk koudbloed paard uit Friesland. Rij- en rijtuigpaard. Friezen zijn altijd gitzwart. Schofthoogte 1.55
Haflinger: Oostenrijk soms tot pony’s gerekend ivm grootte. Geliefd bij kinderen Meestal palomino met blonde manen. Schofthoogte: 1.35-1.45 m.
Warm- en koudbloeden
Koudbloeden zijn eigenlijk de werkpaarden, zij zijn heel rustig en zien er vaak ook groter en zwaarder uit, bijv. de Fries, Haflinger
Warmbloeden zien er fijner uit en zijn minder zwaar. Zij zijn veel sneller dan de koudbloeden, bijv. de Hannoveraan. Lipizzaner.
4. Zo ziet een paard eruit (uiterlijk, kleur, aftekeningen)
Uiterlijk:
Een pony/paard is een edel dier dus je spreekt niet over poten en kop maar over benen en hoofd!
Neus: om op te vertrouwen, reuk is erg goed, al van verre kan een paard iets ruiken.
Oren: voorzichtig mee omgaan, een paard kan beter horen dan een mens, heeft dus een hekel aan harde en schelle geluiden, nooit schreeuwen tegen je paard.
De ogen: Paarden zien alles om zich heen, behalve voor en achter hem. Ga dus nooit achter een paard staan, hij kan schrikken. Benader hem zijwaarts.
Een mens ziet alleen wat voor hem is.
Manen: de haren op de hals van een paard en het vel is de vacht
Schouders: zorgen voor kracht
Hoeven, de hoeven bestaan uit hetzelfde materiaal als onze vingernagels
Een hoefijzer zit aan de hoeven: dit om de hoeven(voeten) van het paard te beschermen als het op de weg gaat stappen. De hoefsmid controleert regelmatig de hoeven/hoefijzers van het paard
Hoefijzer laten zien met nagels
Staart om lastige vliegen weg te meppen
Het gebit: aan de tanden kan men zien hoe oud een paard is, hij heeft snijtanden en 12 kiezen. Als hij 5 is, stopt hij met wisselen en heeft hij zijn definitieve gebit.
Schofthoogte meten
Als je wilt weten hoe groot een paard is, dan moet je zijn schofthoogte meten. De schoft is het hoogste punt van een paard, daar gaat de hals van het paard over in de rug.
Kleuren:
De hoofdkleuren zijn zwart, donkerbruin, lichtbruin, voskleurig en grijs.
Tijdens het 1e jaar begint de kleur van het lichaam te veranderen, de zgn. echte kleur verschijnt pas in het 2e jaar. Als men twijfelt over de echte kleur kijkt men naar de manen, staart, de haren van de neus.
Aftekeningen:
Aftekeningen zijn kenmerken om het paard te herkennen. Voornamelijk op lichaam, hoofd en benen. Bij geen aftekeningen is het paard eenkleurig.
Verschillende soorten blessen laten zien.
Stervormige bol
Blaarkop
Maanoog
Smalle bles
Sneb
Brede bles
5. Het benaderen van een pony/paard
Een paard is heel goed in staat om stemmingen aan te voelen, wanneer je naar hem toeloopt weet hij dat meteen. Blijf altijd rustig maar consequent.
Benader een paard nooit van achteren! Hij ziet je dan niet aankomen en kan behoorlijk schrikken. Altijd aan de zijkant benaderen en rustig praten.
Een paard praat door middel van lichaamstaal (oren, geluiden, gezichtsuitdrukking)
Chagrijnig/boos: oren plat naar achteren en dichtgeknepen neusgaten
Bang: grote wijd opengesperde ogen en uitgezette neusgaten3
Rustig: rustige ogen & oren om zich heen kijkend.
Snuffelen doet hij om contact te maken.
Bij opwinding kan hij gaan snuiven als een soort draak.
Bij tevreden en ontspanning maakt hij zachte proestende, briesende geluidjes.
Met de achterbenen licht bokken is eveneens een dreigmiddel en betekent voorzichtig vriend kom niet te dichtbij. Wanneer paarden elkaar echt mogen, zie je dat ze elkaar regelmatig krauwen in de manen of rug van een ander.
6. De verzorging van een paard
Verzorgen is meer dan schoonmaken alleen.
Poetsen vinden paarden vaak heerlijk denk maar aan het velletje krabben, als ze elkaar graag mogen. Altijd in een rustige ontspannen sfeer je paard/pony verzorgen, opletten op wonden, kneuzingen.
Nooit met je hoofd bij de achterbenen komen! Hij kan per ongeluk in plaats van een vervelende vlieg jou een schop geven.
De volgorde is belangrijk, begin bovenaan de hals, met roskam (laten zien) draaiende bewegingen maken. Zo ga je naar achteren.
De gevoelige plekken zijn: hoofd, benen en ruggengraat.
Wat heb je nodig voor poetsen: poetskoffer laten zien
- Rosborstels, te gebruiken op grote oppervlakten
- Harde borstels: voor het verwijderen van vuil van benige delen, en voorzichtig om de manen glad te borstelen
- Zachte borstels: uitborstelen van vuil en stof bij de gevoelige plekken (hoofd)
- Hoevenkrabber: om de hoeven mee schoon te maken
- spons: 1 voor hoofd en 1 voor achterkant
Zweetplekken onder zadel en singel moeten goed schoongemaakt worden, door de zweet plakken de haren aan elkaar, en worden scherp, kan bij het rijden wondjes opleveren.
Verzorging is belangrijk voor en na het rijden. (denk aan de zweetplekken) en belonen met wat lekkers. Het bevordert de gezondheid, voorkomt ziekte en houdt de conditie op peil
Voeren van paarden/pony
Hangt af van wat de paarden doen, (brokjes en haver), zorg ervoor dat er genoeg los voer is, bijv hooi. Het beste is 2x per dag voeren. Niet net voor het rijden het paard voeren. Doe dat als je terug bent.
Sommige planten zijn zeer gevaarlijk en giftig, bijv. kruiskruid, taxus, laurier, boterbloem, goudenregen, eik, hondsdraf.
Naast het voer ook elke dag vers water. Een paard heeft zo’n 40 liter water nodig per dag.
Lekkere hapjes zijn: brood, appels, wortels en speciale paardensnoepjes (vanille, kruiden, appelsmaak) Geen suikerklontjes want dat is slecht voor de tanden
De brokjes of snoepjes op een platte hand leggen, zo kan hij niet per ongeluk in je vinger bijten.
Stal uitmesten elke dag. Een pony maakt soms wel 10 hopen per dag, dat is gauw 20 kilo, en hij heeft geen wc waar hij door kan trekken, dus uitmesten is van belang. Ook van het weiland de poep opruimen, anders kan hij het opeten.
7. Rijden
De kleding van de ruiter:
Paardrijbroek, geen harde naden aan de binnenkant, kan schuren aan je benen
Rijlaarzen
rijhandschoenen
Cap of helm is het belangrijkst: het beschermt je hoofd bij een evt. val.
Geen sierraden, kans op ergens achter blijven haken
De uitrusting van het paard:
Het zadel met eronder een zadeldekje, er zijn verschillende zadels bijv. voor springen, dressuur, western, en voltigerijden
Het hoofdstel ook hierin zijn er verschillende. Een compleet hoofdstel bestaat uit een bit, van metaal, kunststof of rubber, met daaraan de teugels en de lederen delen zoals keelriem en neusriem, sperriem (is voor bescherming dat het bit niet heen en weer door de mond getrokken wordt)
Stijgbeugels op maat maken en het zadel aansingelen is van belang voor je gaat rijden.
4 basisgangen: Stap – Draf – Galop – Rengalop
Verschillende rijstijlen:
Dressuur: de basis van alle rijstijlen. Met hulpen, (benen, handen en je zit) oefeningen doen (proefjes, voltes maken)
De bak is verdeeld in letters A F B M C H E K (Alle Friese Boeren Met Centen Hebben Een Koe) en in het midden de X
Je komt altijd binnen bij de A. De jury staat bij de letter C.
Springen
Western rijden
Voltige: kunstjes op een paard, op de rug van het paard oefeningen doen
8. Bijzondere/grappige weetjes
Het grootste paard: de shire: 1.80 en sommige groter dan 2 m., weegt meer dan 1000 kilo
Het kleinste paardje is de Falabella 37,5 cm. , meestal 70 cm. In Amerika als huisdier
Een veulen kan binnen het uur lopen
Er komt een paard bij de dokter. Zegt hij: “O, ik zie het al, schimmel”
Wat is groen en rijdt op een paard : een spruiter
Een hoefijzer altijd met de open kant naar boven ophangen zodat het geluk erin kan vallen.
1e Spreekbeurt vrijdag 3 februari 2006 Lonneke Stiebolt
* Inleiding
Paarden (kudde, vader, moeder, kind)
* Geschiedenis (kort)
1e paard Eohippus, later equis
Werk, strijd, vervoer, jacht, sport, voedsel
* Rassen (kort)
Wat is ras, paar ponyrassen/paardenrassen noemen
* Uiterlijk Paard (kort)
Oog, edel dier, hoef, oren en neus
Kleuren en aftekeningen
* Benaderen van een paard (kort)
Niet van achteren, waarom, rustig, oren
* Verzorging van een paard (poetskoffer)
– poetsen
– voeren (trakteren)
-stal uitmesten
* Rijden
– kleding van een ruiter (laten zien)
– uitrusting van een paard
– verschillende rijstijlen (dressuur, springen, western, voltige)
Bij dressuur letters in bak (Alle Friese Boeren Met Centen Hebben Een Koe)
* Grappige weetjes en eventueel vragen van de klas.
Veel geluk en succes met je 1e spreekbeurt. Je kunt het.