Papegaaien
De geschiedenis
2000 jaar geleden hadden de Romeinen de papegaaien al als huisdier. Ze waren ± even duur als een slaaf. Ontdekkingsreizigers kwamen op hun tochten tamme papegaaien tegen, die ze mee naar Europa namen en daar verkochten.
Uiterlijk
De meeste papegaaien hebben felle kleuren en een sterke, kromme snavel. Dit is handig bij het noten kraken. De snavel is een soort 3de poot. Papegaaien hebben goeie klimpoten nodig om zich vast te houden aan een tak. Er staan 2 tenen naar voren en 2 naar achteren, waarmee ze zich stevig vast kunnen grijpen.
Het voedsel
De papegaai eet voornamelijk zaden, noten en pitten. Hij kan ook wel eens wat fruit lusten of insecten. Sommige papegaaien eten nectar. Deze papegaaien hebben een tong met veerachtige randen, die als een spons werkt en de suikerachtige vloeistof opzuigt. Papegaaien die niet bij een vrucht kunnen, pakken het met hun pootjes en brengen het dan naar hun snavel.
Huisdier
Je mag niet alle papegaaien als huisdier houden. De grasparkiet, de grote geelkuifkaketoe, buiten in grote kooien de dwerg-ara en de soldaten-ara, mogen officieel volgens de wet alleen als huisdier gehouden worden. Andere zijn niet toegestaan. Papegaaien hebben grote kooien en een houten zitstok nodig. Verder vinden ze het fijn om een fris bad te kunnen nemen. Je kunt hem ook met de plantenspuit besproeien. Ze hebben elke dag nieuw voedsel nodig. Als je een papegaai in huis neemt, moet je hem kortwieken. Dat is een stukje van de slagpennen afknippen. Zodat hij niet meer goed kan vliegen. Papegaaien in een kooi moeten nooit alleen zitten, want dan gaan ze zich vervelen. Dan plukt hij zichzelf meestal kaal. Dat doet hij ook als hij niets heeft te knagen. Een papegaai is niet voor iedereen geschikt. Ze kunne wel eens graag meubilair of elektrische kabels kapotbijten.
Gevangen!
Vanaf het moment dat papegaaien gevangen genomen worden, leven de meeste voor altijd in kleine kooien. In het wild kunnen ze grote afstanden vliegen en hebben ze ook de ruimte. Papegaaien planten zich gemakkelijk voort, maar papegaaien in gevangenschap kunnen zich niet of vrijwel bijna niet voortplanten. Veel papegaaien sterven als ze in gevangenschap zitten. Veel papegaaien worden naar andere landen overgebracht. Sommige sterven al tijdens deze lange reis. Hierdoor kan de papegaai uitsterven. Er is al een soort uitgestorven. Dat is de Carolina-parkiet.
Een naprater
De papegaai is een echte naprater. “De papegaai weet wat hij zegt”, denken sommige mensen. Maar ze weten helemaal niet wat ze zeggen. De kaketoe zegt het snelst mensen na, daarom wordt deze ook vaak als huisdier gehouden.
Allen samen
In het wild leven de meeste papegaaien – soorten in luidruchtige groepen. Ze doen alles samen.
De jongen
Papegaaien leggen 2 á 4 eieren. Dat doen ze meestal in een holle boom, met houtschilfers. Het mannetje en het vrouwtje broeden om de beurt. De eieren komen na 8 á 12 weken uit. De kuikens zijn dan nog kaal en blind. De ouders voeren het jong uit de krop. Dat is een soort zakje in de slokdarm. Daarin bewaren ze het eten. Hierdoor wordt het eten een soort papje. Door te braken komt het eruit, en heeft het jong eten. na 2 á 3 maanden kunnen de jongen vliegen en zelf eten zoeken. Dan verlaten ze het nest ook.
Afkomst
De papegaaien komen oorspronkelijk uit de tropen en bossen. Maar de parkiet soorten komen meestal van de steppe en savannegebieden.
Soorten
Over bijna de hele wereld leven papegaaien. Er zijn maar liefst ±360 verschillende soorten. De bekendste soorten zijn: de parkieten, de ara’s en de kaketoes. De grootste papegaai soort is de Hyacint – Ara. Hij kan een lengte en spanwijdte van ± 90cm hebben. De meeste papegaaien leven in groepen van zo’n 20 tot 70 dezelfde vogels