Mijn spreekbeurt gaat over pinguins.
Deze spreekbeurt is gemaakt door iemand uit groep 7. En zij was toen 10 jaar oud.Ik doe mijn spreekbeurt over pinguins omdat het mijn lievelingsdieren zijn.
H.1. de keizerpinguin
Er zijn vele soorten pinguins.De keizerspinguin is het grootst. Hij kan heel lang worden. De keizers pinguin heeft een witte buik, zijn rug is blauw-grijs.En de kop is pik zwart. Over zijn zwarte snavel loopt een streep. Op de kop en borst zit een oranje-gele vlek. Begin april wanneer de maaste dieren van Antarctica naar het Noorden trekken,Begint de keizerspinguin aan zijn lange reis van 100 km naar het zuiden naar zijn traditionele broedplaatsen op het zeeijs. Om bij de broedplaatsen te komen moeten de vogels een enorme afstand afleggen in het pikkedonker. Begin mei legt het vrouwtje haar ei en keert terug naar open zee. Daarna levert het mannetje een onvoorstelbaar staaltje van uithoudings vermogen. Gedurende de ijskoude winter broedt hij het ei uit op zijn voeten onder een warme huidplooi. Dit betekent dat het mannetje twee maanden niet kan eten, en wel de helft van zijn lichaams gewicht kan verliezen. Het vrouwtje keert in juli terug om het uitgekomen kuiken te voeden. In januari is het keizers kind al aardig groot en krijgt net zo’n glad verenpak als zijn moeder. Dat is nodig ook want het ijs begint te breken en het visrijke water wacht. Bij de andere poolpinguins komen de jongen dan pas uit het ei. Deze kleinere soorten hebben genoeg aan de korte zomer om hun jongen groot te brengen. Wel hebben ze vaak problemen om een geschikte nestplaats te vinden. Elke zomer komen er ruim 50.000000 pinguins naar de zuidpool. Dus dat is dringen voor de sneeuwvrije strandjes en rotspunten. Als mensen zo’n plaats innemen voor een nederzetting of een mijn gaat dat direct ten koste van het aantal pinguins. Gelukkig is er in 1992 een verdrag gesloten, waarin de verschillende landen hebben afgesproken om in ieder geval de komende 50 jaar geen olie en andere delfstoffen van de zuidpool te halen.
H.2. pinguins op Antarctica
Pinguins zijn niet-vliegende zeevogels, die kunnen lopen zwemmen en duiken. Hun vleugels zijn gevormd tot smalle peddels waarmee ze zich voortbewegen in het water. Hun voeten en staart zijn omgevormd tot stuur vlakken. In het koude water worden de pinguins warm gehouden door een dicht verenpak. Veel pinguins leven in gematigde of koele zeeën op het zuidelijk halfrond, maar zeven soorten pinguins wonen in of vlak bij het zuidpoolgebied. De keizerspinguin komt alleen op de kust van Antarctica voor, het is de grootste pinguin , in goede dagen soms 40 kg zwaar en bijna een meter hoog, de keizerspinguin broedt op Antarctica. De adélie-pinguin broedt ook op Antarctica, maar in de zomer op twee eieren te gelijk. Kinband pinguins broeden op het Antarctische schiereiland en nabije eilanden. De ezelspinguin en de macaronipinguin hebben een grote verspreiding over de zuidelijke eilanden. De geelkuif pinguin of rotsspringer broedt op warmere eilanden, evenals de koningspinguin. De grote konings-en keizerspinguins leven van vis en inktvis uit de middelste waterlagen.
H.3. waggelende wandelaar, diepste duiker
Pinguins zijn helemaal aangepast aan het zeeleven. Hun dichte verenpak houdt het koude zeewater tegen. En hun vleugels zijn net vinnen. Ze kunnen er enorm snel mee onder water peddelen. Pinguins zijn de snelste, diepste en langste duikers van alle vogels. Ze kunnen 27 km per uur zwemmen, 500 meter diep en 18 minuten oner water blijven. Maar vliegen kunnen ze niet. En lopen gaat maar moeizaam. Omdat hun zwempoten zover naar achteren staan, waggelen pinguins op het land als onhandige obers. Ze komen alleen aan wal om te rusten en om eieren te leggen. Pinguins krijgen hun jongen in de voedselrijke zomer. Allemaal? Nee. Als enige blijft de keizerspinguin achter in de duistere winter van Antarctica. Maar hoe kunnen pinguins warm blijven? Door hun superdikke, waterdichte verenkleed. De veren hebben aan de onderkant dons. Ze passen als schubben over elkaar. En pinguins hebben ook een vetlaag onder hun huid. Hoe kouder de plek waar ze leven hoe dikker de vetlaag.
H.4. pinguin baby’s
De meeste pinguins keren ieder jaar terug naar dezelfde plaats om jongen te krijgen. Sommige zwemmen duizenden kilometers om er te komen. Ze gebruiken waarschijnlijk de zon als gids. Als ze dan op het land zijn maken ze daar een nest. Voor nesten die op de grond worden gebouwd, gebruiken de pinguins allerlei materialen, gras gebruiken ze graag, maar als dat niet in de buurt is te vinden, kunnen takjes zeewier, veren en mos ook dienst doen. In koudere streken groeien vaak geen planten die geschikt zijn om een nest van te maken. De pinguins verzamelen dan stenen als bouwmateriaal voor hun nest. Sommige pinguins maken ook een hol in de grond dat is lekker warm en veilig. Pinguin baby’s hebben altijd honger. Hun ouders moeten elke dag vele keren naar de oceaan om voldoende vis te vangen. De ouders voeden hun kuikens soms bijna 1 kg vis per uur. Als pinguin-kuikens groter worden, komen ze bij elkaar in een soort ‘crech’. Vaak met duizenden te gelijk. Dat is lekker veilig en warm. De ouders moeten keihard werken om voedsel te halen voor hun dikke donzen kinderen. Ze weten in alle drukte hun eigen jong terug te vinden. Dat herkennen ze aan het geluid. Pinguins hebben een schettende roep. Bij iedere soort en bij ieder dier klinkt het weer anders. Na een poos raken de jongen hun wollige dons kwijt. Ze krijgen echte veren. Daarna gaan ze allemaal de zee in zonder hun ouders.
H.5. pinguins zijn vogels met vinnen
Pinguins zijn vogels die niet kunnen vliegen. Ze hebben vinnen in plaats van vleugels. Op het ijs glijden ze op hun buik. Ze zetten zich af met hun poten en vleugels. Pinguins zijn kampioenen in zwemmen en duiken. Het lijkt alsof ze door het water vliegen. Zo snel als raketten jagen ze achter vissen aan. Ze zijn helemaal aangepast aan het leven op zee. Ze hebben ‘roeivleugels’ en ‘stuurpoten’. Soms duiken ze als dolfijnen boven en onder water. Als ze boven water komen halen ze adem terwijl ze keihard door zwemmen. Keizerspinguins kunnen meer dan 250 meter diep duiken om hun prooi te vangen. Kleinere pinguins jagen meer bij de oppervlakte van het water. Omdat Antarctica bijna helemaal bedekt is met ijs is er niet veel eetbaars te vinden. Maar in zee krioelt het van het voedsel. Het wemelt er van drijvende mini-plantjes en mini-diertjes, mini-kreeftjes, vissen en zeewier.Pinguins halen ook al hun eten uit het water.Ze vangen vooralMini-kreeftjes, vissen en inktvissen. Alle pinguins drinken zoet en zout water en soms als het nodig is ‘drinken’ ze sneeuw.
voor deze spreekbeurt heb ik een ZEER GOED gekregen.