Roodborstje

Spreekbeurt over het Roodborstje

Het roodborstje is een in Nederland algemeen voorkomend zangvogeltje. De Roodborst is duidelijk herkenbaar aan een rode borst, een rood voorhoofd en een effen olijfbruine bovenkant. Het mannetje en vrouwtje zien er het zelfde uit.

Roodborstjes zijn insecten eters en daarom hebben ze een lange dunne snavel die uitstekend geschikt is om insecten mee te vangen. Zaadjes kunnen ze er niet mee openbreken.

Het zingt bij voorkeur in de ochtend. Die zang begint met een aantal hoge tonen en eindigt met een parelend getsjilp. De alarmroep van de Roodbosrt is een hard getik.

Nest:

Het roodborstje is een zogenaamde holenbroeder en nestelt bij voorkeur in holle bomen, houtmijten, nissen, dichte heggen .

Omdat de nesten zo dicht bij de grond liggen, worden ze vaak leeggehaald door katten en rovernde andere vogels zoals vlaamse gaaien. Het roodborstje legt 5-7 eitjes.

Voor de meeste Roodborsten begint het broedseizoen in maart-april. Ze brengen gewoonlijk twee, soms drie, broedsels per jaar groot. Tot eind juni kun je nog volledige legsels vinden. De nesten worden uitsluitend door de vrouwtjes gebouwd en bebroed. Een voltallig legsel bestaat in Nederland meestal uit zes eieren. Pas na het laatste ei begint het vrouwtje met het eigenlijke broeden, daartoe heeft ze een kale broedvlek op haar buik. Eenmaal broedend brengt het vrouwtje 67% van haar tijd door op het nest. In deze periode en in de periode vlak voor het broeden wordt het wijfje gevoerd door het mannetje. Het mannetje voert het vrouwtje zelden op het nest, maar meestal op enige afstand. Dit heeft vermoedelijk te maken met het agressieve gedrag van het vrouwtje op het nest en het feit dat kans op ontdekking van het nest door rovers daarmee afneemt. Na 13-14 dagen komen de blinde jongen uit het ei. De jongen worden door beide ouders gevoerd en beide ouders verwijderen de uitwerpselen uit het nest. Na ongeveer 14 dagen verlaten de jongen het nest. Omdat ze op dat moment nog niet kunnen vliegen, houden ze zich vooral op in het dichte struikgewas rondom het nest. Vanaf het verlaten van het nest duurt het 17 tot 23 dagen tot ze geheel onafhankelijk van hun ouders zijn. Jonge vogels zijn goed te onderscheiden van de oudervogels, omdat ze de warme oranjerode borst en voorhoofd missen. Ze zijn sterk getekend met donkerbruine en izabelkleurige vlekjes op o.a. de borst.

Van de uitgevlogen jongen zal uiteindelijk slechts 25% het volgende voorjaar halen. In het begin worden er veel jonge roodborstje opgegeten door katten en andere grondrovers, later ook door de Sperwer. In de winter zal een groot aantal sterven door honger en/of kou. Van de volwassen vogels haalt ook maar 35% het volgend voorjaar.

Meestal broed er maar 1 paar Roodborstjes tegelijk in je tuin omdat ze hun territorium fel verdedigen.