Televisie in Nederland

Televisie in Nederland

De meeste Nederlanders hebben een televisie in huis. Zij die er geen hebben, kiezen daar vaak bewust voor. We weten niet beter dat de televisie er is om ons op dagelijkse basis te informeren en vermaken. Je opa en oma zijn echter mogelijk opgegroeid zonder televisie, want de tijd vóór het bestaan van televisie in Nederland is helemaal niet zo lang geleden. In deze spreekbeurt komt de geschiedenis van televisie in Nederland voorbij, van de allereerste uitzending tot aan interactieve tv.

De eerste uitzendingen

Hoewel de eerste televisie-uitzending ter wereld in 1935 plaatsvond in Berlijn, was er in Nederland pas op 2 oktober 1951 de eerste officiële uitzending. Deze uitzending vanuit de NTS-Studio ‘Studio Irene’ in Bussum was in zwart-wit en toonde items over beiaardklokken, de geschiedenis van televisie en het spel de Toverspiegel. Weinig mensen hadden toen al een televisietoestel thuis, waardoor er veel samen gekeken werd naar de drie uurtjes televisie die er per dag uitgezonden werden. In 1956 koos Nederland voor een zogenaamd ‘verzuild’ systeem met verschillende televisieomroepen op basis van geloofsstromingen. De zendtijd werd verdeeld onder de omroepen AVRO, VARA, NCRV en KRO. Ook moesten televisiekijkers kijkgeld gaan betalen om de programma’s te financieren.

Kleurentelevisie en commerciële zenders

Kleurentelevisie kwam pas in 1967 naar Nederland. In dat jaar worden ook voor het eerst reclames uitgezonden op de Nederlandse televisie tussen de programma’s door. Tegen 1978 had iets meer dan zestig procent van de Nederlanders een kleurentelevisie. Hierna komen er ook meer omroepen bij waaronder de zendtijd verdeeld wordt. Pas in 1989 worden ook commerciële televisiezenders op de televisiekabel toegelaten waarop meer ruimte is voor advertenties, ook tijdens onderbrekingen in programma’s. De eerste is RTL-Véronique, dat uiteindelijk RTL4 werd. De zender was gevestigd in Luxemburg. In 1993 en 1995 komen er met RTL5, Veronica en SBS6 meer commerciële zenders bij.

Digitale televisie

Begin jaren negentig wordt ook digitale tv ontwikkeld. Daarvoor was er enkele analoge televisie, waarmee men maar maximaal 30 zenders kon ontvangen. Digitale tv maakt het mogelijk om tot wel 100 zenders te ontvangen in betere kwaliteit. Voor digitale tv is wel een extra kastje nodig, die vaak een mediabox genoemd wordt. Dit maakt het uiteindelijk ook mogelijk om gebruik te maken van interactieve televisie. Daarmee kan men gemiste programma’s terugkijken, live programma’s pauzeren en een programma herstarten vanaf het begin. Ook wordt het mogelijk om aanvullende betaalzenders te nemen voor bijvoorbeeld live verslagen van sportwedstrijden.

Streaming

Tegelijk met interactieve televisie komen we ook los van zogenaamde lineaire televisie, wat televisie volgens de programmering van zenders inhoudt. Dat komt ook door de introductie en snel groeiende populariteit van streamingdiensten als Netflix en Videoland, die abonnees in staat stellen om zelf te bepalen waar ze naar wanneer naar kijken, ook op andere apparaten dan het televisietoestel. Ook voor de Nederlandse televisie-uitzendingen komen alternatieven in de vorm van NPO Start en NPO Plus en NLZIET die een traditioneel televisieabonnement overbodig kunnen maken. Anno 2022 zien we dat steeds meer vooral jonge mensen geen gebruik meer maken van lineaire televisie, waarmee een nieuw tijdperk voor televisie begonnen lijkt te zijn.

Televisie in Nederland is dus helemaal niet zo oud, maar blijft wel continu in ontwikkeling. Hoewel het niet waarschijnlijk is dat veel Nederlanders in de komende decennia hun televisietoestel de deur uit gaan doen, lijkt de kans dat er in de toekomst geen gebruik meer gemaakt gaat worden van een ‘ouderwets’ televisiesignaal om programma’s te bekijken wel degelijk aanzienlijk.