Spreekbeurt over Vulkaanuitbarstingen

Vulkaanuitbarstingen

VULKAANUITBARSTINGEN

(door Loesje Hans en Kelly)

In het binnenste van de aarde is het verschrikkelijk heet. De aardkern heeft een temperatuur van 4000 graden. Hij bestaat uit ijzer. Daaromheen zit de aardmantel. Dat is gloeiend heet, vloeibaar gesteente. De aardkorst is een dun laagje harde steen. Waar de aardkorst heel dun is, komt het vloeibare gesteente dicht bij het oppervlak. Daar is een magmahaard. Uit de kraterpijp van een vulkaan spuit het magma naar buiten. Als magma uit de aarde komt, heet het lava. De vloeibare lava stroomt over de hellingen van de vulkaan. Als lava afkoelt, stolt het tot harde blokken steen bijna zwart van kleur. Bij een vulkaanuitbarsting wordt er ook klodders lava door de lucht geslingerd, vaak kilometers hoog. Ze heten vulkanische bommen en zijn soms zo groot als vrachtwagens. Een vulkaanuitbarsting wordt ook wel eruptie genoemd.

De aardkorst bestaat uit platen: grote stukken aardkorst, verdeeld door scheuren. De platen zijn ongeveer veertig kilometer dik. Waarde platen uit elkaar schuiven, komt lava uit de aardkorst, bijvoorbeeld op IJsland. Waar de platen botsen, ontstaan zware aardbevingen en hevige vulkaanuitbarstingen, bijvoorbeeld in Indonesië.

Een vulkaanuitbarsting die minder dan 20 cm as produceert is een zegen voor de landbouwers. De as zit vol voedingsstoffen die de grond verrijken. Maar te veel gratis mest is een ramp. Het ergste dat een boer kan overkomen zijn de lavastromen – een dikke vloed heeft maanden nodig om af te koelen. Het kan tientallen (en in strengere klimaten zelfs eeuwen) duren voor mossen en schimmels heel langzaam op de lavabodem terugkeren. Daarna volgen bloeiende planten en tenslotte ook bomen. Het oppervlak van de lava verweert en wordt door en wordt door de plantenwortels afgebroken tot er een laagje aarde ontstaan. Pas als de aardlaag dikker en vruchtbaarder wordt keert de begroeiing weer volop terug.

Maar hoe ontstaat een vulkaan?

Je zou de aardbol kunnen zien als een appel. Het klokhuis is de gloeiend hete kern, het vruchtvlees is de dikke, stenen mantel, en de schil is de korst waarop wij leven. De korst is heel dun, de mantel dik. De korst rust op het harde gesteente van de buitenmantel. Daaronder is het zo heet dat het steen er op sommige plekken vloeibaar is. Die roodgloeiende, kokende massa wordt magma genoemd. Er wordt enorm veel druk op uitgeoefend. Op sommige plaatsen ontsnapt het kolkende magma naar de oppervlakte. Daar zijn vulkanen. Magma wordt lava genoemd zodra het naar buiten komt.

Vulkanen ontstaan door breuken in de aardkorst, waardoor de losse delen, die ze platen noemen, kunnen bewegen.

Wanneer de platen botsen of uit elkaar getrokken worden, ontsnapt een vloeibaar gesteente (dat noemen ze magma) uit het binnenste van de aard op de plaats van de breuk. Er zijn ongeveer 850 actieve vulkanen op de wereld, waarvan de meeste in een halve cirkel rond de stille Oceaan liggen. Ook in oceanen kunnen vulkanen zich onder water vormen en uitbarsten.

Test:

Als je een colablikje goed schut en dan opent spuit de cola eruit. Zo werkt een vulkaan ook.

Lava:

Lava is vloeibaar gesteente dat uit de aarde ontsnapt. Een borrelende lavazee vult de krater van de vulkaan en fonteinen met roodgloeiende lava spuiten hoog in de lucht. De lava stroomt uit de vulkaan als vuurrivieren langs de hellingen naar beneden.

De lava heeft een temperatuur van ongeveer 1100 graden Celsius, heet genoeg om staal te laten smelten.

Historische vulkaanuitbarstingen:

JAAR
PLAATS
DODENTAL
1450 jaar voor Chr.

Santorini Griekenland

geen overlevende

79 jaar na Chr.

Vesuvius, Italië

20.000 doden

1669

Etna, Sicilië

20.000 doden

1586

Kelud, Java

10.000 doden

1792

Unzen, Japan

15.000 doden

1815

Tambori, Indonesië

90.000 doden

1883

Kraketau, Indonesië

36.000 doden

1902

Mont Pelee

34.000 doden

1906

Vesuvius, Italië

700 doden

1951

Mt. Lamington,Papua Nieuw-Guinea

3.000 doden

1980

Mt. St. Helens, VS

57 doden

1985

Nevada del Ruiz, Colombia

34.000 doden

1991

Mt. Unzen, Japan

41 doden

1991

Mt. Pnatubo, Filippijnen

400 doden

Wat is er gevaarlijk aan vulkaanuitbarstingen?

Er zijn jaarlijks veel vulkaanuitbarstingen maar sommigen merkt men niet op omdat ze op een onbewoond eiland zijn in de zee of omdat er nauwelijks iets gebeurt. Maar er zijn ook uitbarstingen met duizenden doden (zie tabel hierboven). Vulkaanuitbarstingen kunnen goed worden voorspelt en daardoor komen er minder doden maar als er een vulkaanuitbarsting onverwacht komt is het nogal gevaarlijk. Ook vulkanische bommen veroorzaken veel doden dat komt omdat ze soms zo groot zijn en uit de lucht komen.

Vulkanen kunnen eeuwenlang ‘slapend’ blijven. Ze lijken dan uitgedoofd te zijn, maar diep onder de grond wordt langzaam een hoge druk opgebouwd. Als ze dan uitbarsten, dan gaat dit met groot geweld. Ze verwoesten dan de hele omgeving. Op 18 mei 1980 explodeerde Mount St. Helens in de Verenigde Staten en heeft de omgeving tot op 30 km. afstand verwoest. De top van deze berg werd in één klap verbrijzeld en als een stofwolk over de omgeving geblazen. De steenwolken werden vermengd met hete as en vrijgekomen gassen. Bomen werden ontworteld en de hele omgeving verwoest. In juni 1991 was er een soortgelijke explosie op de Filippijnen. Daarbij vielen 400 doden, 400.000 mensen raakten dakloos. Stortregens sloegen het stof neer en veroorzaakten modderstromen die hele dorpen wegvaagden. Een aswolk kan nog een jaar na de uitbarsting de zon tegenhouden over een groot deel van de wereld. Het is dan kouder dan gewoonlijk.

Vesuvius:

Eén van de meest beroemde uitbarstingen is die van de Vesuvius, bij de stad Napels in Italië. In het jaar 79 na Christus, verwoestte een explosie het stadje Pompeï. De mensen werden bedolven onder een dikke laag as en steen die – vermengd met regen – in een soort cement veranderde. In de 18e eeuw besloot men de stad op te graven. Waar de mensen bedolven waren, waren afdrukken van hun lichaam ontstaan. Daar zijn met gips afgietsels van gemaakt. De laatste uitbarsting van de Vesuvius was in 1944.

Een nieuw Pompeï:

Een van de ergste vulkaanrampen van de 20e eeuw voltrok zich op 8 mei 1902 op het Caribisch eiland Martinique. Het was Hemelvaartsdag en de meeste inwoners van Sint Pierre besteedden geen aandacht aan de Pelee, de vulkaan die hoog boven hun stad uitrees. Toen de uitbarsting kwam, even voor 8 uur ’s morgens, spuwde de berg een wolk gloeiend gas over het schilderachtige havenstadje uit. Sint Pierre werd met al zijn inwoners overspoeld. Ooggetuigen op schepen in de haven beschreven hoe de wolk alles verschrompelde en verschroeide. Een man zei: ‘De golf van vuur kwam op ons toe en over ons heen als een bliksemflits. Het klonk als duizend kanonschoten’. Binnen enkele minuten was Sint Pierre verkoold, totaal onherkenbaar. Het enige dat de gruwelijke wolk achterliet was een dunne laag as over de resten. Een paar zeelieden op de schepen overleefden het; de 29.000 inwoners van het stadje waren op twee na allemaal dood.

Goden:

Vroeger dacht men dat wanneer de goden boos waren zij de mensen straften met het vuur van een uitbarsting of de schokken van een aardbeving. De mensen antwoorden dan meestal met offers of geschenken die de goden dan weer gunstig moeten stemmen. Mensen die dicht bij een actieve vulkaan leven zien de bergen als een werkplaats van de goden. De top van een vulkaan, met vuur en wolken zien de mensen als een woonplaats van de goden.

NAWOORD:

De aarde lijkt net een stenen bal maar steen smelt al op 1300 graden dat is 50 kilometer diep. In het midden is het 4000 graden dus de aarde is niet van steen. Aardbevingen en vulkanen hebben veel met elkaar te maken omdat bij een vulkaanuitbarsting ook vaak een aardbeving voorkomt en omdat vulkanen meestal op breuklijnen voorkomen. Wij wonen niet bij zo’n breuklijn.

We hebben veel informatie en plaatjes op het internet en in boeken gevonden.