Deze spreekbeurt werd gemaakt door Lisanne
Ik houd mijn speekbeurt over zeilen.
Heeft iemand hier een zeilboot?
Ik heb dit onderwerp gekozen omdat ik pas samen met mijn broertjes een zeilboot heb gehad en ik wou er wel een wat meer over weten.
Hoofdstuk 1 wat heb je nodig met zeilen?
Als je wil zeilen heb je in iedergeval nodig:
- een (zeil)boot
- een paal waaraan je het zeil kan vastmaken
- een zeil
- een roer om mee te sturen
- gewicht om de druk in het zeil te compenseren(ballast)
- een bepaald oppervlak onder het water
- en natuurlijk windt
Hoofdstuk 2 de geschiedenis van zeilen.
Na een periode van neergang werd vanaf de middeleeuwen het Middellandse-Zeegebied weer belangrijk voor de ontwikkeling van de scheepsbouw. Dat kwam door de kruistochten. veel mensen wilden de zee oversteken om naar het heilige land te gaan. De schepen moesten groter worden gemaakt om meer passagiers mee te kunnen nemen. Ze werden wel tot 40 meter lang gebouwd.
Bovendien werd in de 13e eeuw uitgevonden door Friesland dat de stuurriem niet opzij, maar ook recht achter de boot kon worden gemaakt. Het roer werd met touwen vastgebonden met een stuurrad, waardoor het schip veel hoger kon worden.Soms stonden er wel 3 masten op. De zeilen waren vierkant. Bij windstiltes moest soms dagenlang worden gewacht, tot de wind weer in de goede richting ging. De eerst zeilen die in lengte van het schip stonden en waren van opzij, schuin en van voren kon wind komen, zijn pas in de 15e eeuw bedacht. Er werd in ons land in de binnenvaart bijvoorbeeld een sprietzeil gebruik, net als nu nog op de optimist. Tot 1300 moesten de schepen het zonder kompas doen. Op een kompas kun je zien waar het noorden is, zodat je kunt berekenen welken kant je op gaat. Omdat ze dat toen nog niet hadden uitgevonden, wisten ze dus niet precies waar ze heen gingen en durfden ze nog niet zo ver te gaan.Bovendien was de aarde volgens iedereen een platte pannenkoek. In de 14e eeuw werd het kompas uitgevonden. Een beetje simpeler dan wij het nu kunnen, maar het deed het. Toen gingen de ontdekkingsreizigers op zoek naar ombekende gebieden. Over land werden uit verre streken bijvoorbeeld kruiden en edelstenen vervoerd, maar op een kameel kun je niet zoveel meenemen. Daarom leek het de kooplieden makkelijker om over zee dingen te vervoeren,
In een schip past veel meer koopwaar. De rijke kooplieden stuurden daarom schepen uit om routes over zee te vinden. Ze wilden China en India, langs Afrika kunnen varen. Van hun verre zeereizen tekenden de zeelieden onderweg een kaart. Die werd gehouden, anders zou iedereen naar het verre land kunnen gaan om hendel te drijven. Later werden de kaarten gedrukt. Die kaarten zij heel erg zich beroemt geworden, vooral de Hollandse. door het vinden van routes begon een lange periode van grote bloei voor de Hollandse handelsvloot.
het bekende VOCschip ‘Amsterdam’, dat bij het scheepvaartmuseum in Amsterdam werd afgemeerd, is een voorbeeld van de schepen die vroeger werden gebouwd.
Columbus was op het idee gekomen, dat je misschien ook de anderen kant op kon. Sommige mensen dachten al dat de aarde rond was. In 1492 vertrok columbus met een stelletje durfals op 3 schepen naar India.durfals zijn mensen die alles durven. Hij kwam er aan, maar het bleke Amerika te zijn. India ligt nog veder. Omdat hij dacht dat het India was noemden hij de mensen die daar wonen, indianen. Later probeerden Hollanders een route te vinden naar China, maar dan langs het hogen noorden. Ze kwamen dan vaak in het ijs vast te zitten en moesten een hele tijd wachten, tot ze weer veder konden. Soms werd hun schip geraakt door het ijs . Als hun voedselvoorraad kon worden gered, hadden ze zelf ook nog kans om te overleven, maar er zijn toen een helleboel mensen in het poolgebied doodgegaan. De route die de’noordelijke doorvaart’werd genoemd, is later gevonden, maar het bleek toch makkelijker op langs Afrika te varen.
hoofdstuk 3 hoe zit een zeilboot in elkaar
Jullie hebben allemaal een blaadje gekregen en daar staat een zeilboot op. Het gaat het meest over een zeil. Ik heb een zeil meegenogenomen en ga jullie vertellen wat alles is. Boven aan zie je het vaantje. Die wijs waar de wind vandaan komt. En je ziet een mast, die kennen jullie denk allemaal, die houdt het zeil vast. Je ziet allemaal dingen in het zeil staan zoals een zeillat, een zeilzakje enzovoort. Je ziet ook een roer, weet iemand wat dat is?
Hoofdstuk 4 soorten booten.
In dit boek staan een paar soorten zeilboten, zoals: de piraat, de 12 voets jol, de 420, de 470, de `FD, finnjol, de tornado, de soling, de varen, de schouw, de lemsterraak, de boeier en nog veel meer.
Hoofdstuk 5 wat moet je doen als je omslaat?
Als je niet weet wat alles is kijk je gewoon op je blaadje.
Dit moet je doen als je omslaat:
houd altijd de boot vast.
maak zo gouw mogelijk de schoot los.
pak de boot nu vast aan het zwaard aan de loefkant van de boot. de loefkant is: als de wind van rechts komt moet je de boot aan de linker kant vast pakken
ga aan het zwaard hangen met je voeten op de boot. als het zwaard op het water licht, klim je op het zwaard en trek je de boot weer recht.
klim aan boord aan de achterkant van de boot.
Hoofdstuk 6 kleding.
Meestal heb je een warme jas en broek aan en soms draag je er nog een regen pak overheen.
De capuchon zit met mooi weer alleen bij je gezicht open.
Bij slecht weer zit je gezicht helemaal ingepakt. Je kunt nog wel wat zien want bij je ogen zit een:”doorzichtig masker”.
Hoofdstuk 7 onze boot
Wij hebben ook een zeilboot. Ik heb er wat foto `s van gemaakt.
Wij hebben een piraat, dat is een naam van een zeilboot.
Dit was mijn spreekbeurt,
Ik heb nog vragen:
noem 3 dingen die je nodig hebt met zeilen!
waar kan je het bekende VOCschip Amsterdam vinden?
noem eens 2 soorten zeilboten!
wat zit er over je gezicht met koud weer?
wat voor een boot hebben wij?
Dit was mijn spreekbeurt zij er nog vragen?
Ik kies bij de beoordeling:
Simone en Michael.